5.4 AB De logaritme en logaritmische vergelijkingen

5.4 AB 
De logaritme en logaritmische vergelijkingen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.4 AB 
De logaritme en logaritmische vergelijkingen

Slide 1 - Slide

(...)2=16

Slide 2 - Slide

(...)2=16
16=4

Slide 3 - Slide

23=8
2...=32

Slide 4 - Slide

23=8
2...=32
2log(32)=
Tot welke macht moet ik 2 verheffen om 32 te krijgen?

Slide 5 - Slide

23=8
2...=32
2log(32)=5
Tot welke macht moet ik 2 verheffen om 32 te krijgen?
2log(8)=3

Slide 6 - Slide



We noemen 2 het grondtal  van de logaritme
2...=32
2log(32)=5
Tot welke macht moet ik 2 verheffen om 32 te krijgen?

Slide 7 - Slide


3 log (9) = 

Slide 8 - Open question

2log(64)=
2 log (64) =

Slide 9 - Open question

2log(64)=
2 log (2) =

Slide 10 - Open question

2log(64)=
4 log (1) =

Slide 11 - Open question

2log(64)=
2 log 
(642)=

Slide 12 - Open question


4 log
(161)=

Slide 13 - Open question

2log(64)=
2 log 
(212)=

Slide 14 - Open question

3log(x)=2
grondtal
exponent

Slide 15 - Slide

3log(x)=2
x=32=9
grondtal
exponent

Slide 16 - Slide

5.4B logaritmische vergelijking oplossen
2log (2x-1) = 3

Slide 17 - Slide

5.4B logaritmische vergelijking oplossen
 2log (2x-1) = 3
dan geldt 2x - 1 = 23

Slide 18 - Slide

5.4B logaritmische vergelijking oplossen
 2log (2x-1) = 3
dan geldt 2x - 1 = 23
dus 2x - 1 = 8

Slide 19 - Slide

5.4B logaritmische vergelijking oplossen

2log (2x-1) = 3
dan geldt 2x - 1 = 23
dus 2x - 1 = 8
2x=9

Slide 20 - Slide

5.4B logaritmische vergelijking oplossen

2log (2x-1) = 3
dan geldt 2x - 1 = 23
dus 2x - 1 = 8
2x=9
x=4,5

Slide 21 - Slide