Spelling herhalingsles, categorieën, woordsoorten

Spelling herhalingsles, categorieën, woordsoorten
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling herhalingsles, categorieën, woordsoorten

Slide 1 - Slide

Wat is het werkwoord in de zin?
Mijn oma bakt een heerlijke appeltaart.
A
bakt
B
heerlijke
C
oma
D
appeltaart

Slide 2 - Quiz

Wat is het werkwoord in de zin?
Mijn zusje knutselt iets moois voor moederdag.
A
zusje
B
knutselt
C
moois
D
moederdag

Slide 3 - Quiz

Bedenk zo veel mogelijk woorden bij de categorie 'langermaakwoord'

Slide 4 - Mind map

Wat is het lidwoord in de zin?
Ik leg het spel op tafel.
A
leg
B
het
C
spel
D
tafel

Slide 5 - Quiz

Bedenk zo veel mogelijk woorden bij de categorie 'achtervoegsel'.

Slide 6 - Mind map

Dit woord is verkeerd geschreven. Schrijf het woord goed op!
klangkgroep

Slide 7 - Open question

Wat zijn de zelfstandig naamwoorden in de zin?
De hond speelt met zijn bal.
A
mijn en hond
B
hond en speelt
C
hond en zijn
D
hond en bal

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de zelfstandig naamwoorden in de zin?
De brandweer redt een katje uit de boom.
A
brandweer en katje en boom
B
katje en boom
C
brandweer en boom
D
brandweer en katje

Slide 9 - Quiz

vochtig
geeuwen
nieuwsgierig
zichtbaar
toch

Slide 10 - Drag question

Schrijf de zin over met de hoofdletters op de goede plek.
de schrijver van de gorgels heet jochem meijer.

Slide 11 - Open question

Schrijf de zin over met de hoofdletters op de goede plek.
bobba is de waakgorgel van melle.

Slide 12 - Open question

boompje
boterkoek
feestje
ballenbak
insectje
verdwijnen

Slide 13 - Drag question

Wat is jouw favoriete categorie?
zingwoord
luchtwoord
eer /oor /eur woord
aai/ ooi/ oei woord
eeuw / ieuw woord
achtervoegsel
verkleinwoord
klankgroepen woord
langermaak woord
een andere ...

Slide 14 - Poll