Makkelijke procenten les 2

PROCENTEN
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RekenenVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PROCENTEN

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet/kan je:

  • Het deel van een geheel met een verhoudingstabel uitrekenen 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bekijk het filmpje op de volgende slide over hoe je makkelijke procenten uit je hoofd kan uitrekenen door middel van een verhoudingstabel

MAAK AANTEKENINGEN!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Makkelijke procenten

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe was het ook alweer? 

  • 50% = 50/100
  • vereenvoudigd is dat 1/2
  • 30% = 30/100
  • vereenvoudigd is dat 3/10

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe was het ook alweer? 
  • 1% is 1 van de 100
  • 1% is dus hetzelfde als 1:100 = 0,01
  • 8% is 8 van de 100
  • 8% is dus 8:100 = 0,08
  • 20% = 20:100 = 0,2
  • 42% = 42:100 = 0,42

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Korting in procenten
Een broek kost €80, er zit 40% korting op. Wat moet ik betalen?
  

  • 40% = 0,40
  • 0,40 x 80 = 32 (dat gaat er dus vanaf)
  • 80 - 32 = 48
  • Ik betaal €48 voor de broek

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met procenten
Er zijn 8600 zitplaatsen,
62,5 % is bezet.
Hoeveel plaatsen zijn bezet?
%
100
1
62,5
Aantal:
8600
/////
5375

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan voor rekenen met procenten
  1. 100% invullen
  2. Wat weet je
  3. Wat moet je weten
  4. 1 en /// invullen
  5. Uitrekenen
%
100
1
62,5
Aantal:
8600
/////
5375

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Goed opgelet?
Hierna komen een aantal vragen die je moet beantwoorden, zonder rekenmachine.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Een armband kost 15 euro.

Je krijgt 40% korting. Hoeveel kost de armband nu?
A
3,00
B
5,50
C
4,50
D
9,00
Henkie verdient € 30,00 per dag.

Hiervan doet hij 15% in een spaarpot. Hoeveel geld gaat er dagelijks in de spaarpot?
A
3,00
B
1,50
C
4,50
D
5,50
Een straat heeft 25 huizen, waarvan 7 huizen een rode deur hebben.

Hoeveel procent van de huizen heeft een rode deur?


A
28%
B
4%
C
30%
D
7%
In een fabriek werken 42 vrouwen. Dat is 30% van het personeel.

Hoeveel mensen werken er totaal in deze fabriek?
A
160
B
140
C
118
D
80
Peter vertelt dat hij 275 euro per week verdient omdat hij 10% loonsverhoging heeft gekregen. Hoeveel verdiende hij vóór de loonsverhoging?
A
275
B
225
C
210
D
250
Zijn er nog vragen?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Zelfstandig aan het werk
Ga nu aan de slag met:
Werkboek(je)
VO-Next
NUMO

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions