proeftoets

proeftoets
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

proeftoets

Slide 1 - Slide

2c
Welkom
telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 2 - Slide

pak nu je plenda 
Zoek De volgende les  bio op:


2c ma 9-10

Slide 3 - Slide

th  1 verbranding en ademhaling
maak de opdrachten op blz 13, 19, 27, 37, 42, 43, 44 en 45





Slide 4 - Slide

th  1 verbranding en ademhaling
maak de opdrachten op blz 13, 19, 27, 37, 42, 43, 44 en 45





timer
5:00

Slide 5 - Slide

th  1 verbranding en ademhaling
maak de opdrachten op blz 13, 19, 27, 37, 42, 43, 44 en 45





timer
10:00

Slide 6 - Slide

Ademhaling is een ander woord voor gaswisseling
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

zuurstof is een brandstof.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

In je lichaam vindt overdag en ’s nachts verbranding plaats.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Helder kalkwater is een indicator voor koolstofdioxide.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

glucose + 1 --> water + 2 + energie
Op de plek van nummer 1 moet stikstof worden ingevuld.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

glucose + 1 --> water + 2 + energie
Op de plek van nummer 2 moet zuurstof worden ingevuld.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

glucose + 1 --> water + 2 + energie
Links van de pijl (glucose + 1) staan de verbrandingsproducten.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

koolstofdioxide speelt een rol bij de verbranding van een kaars. Welke rol?
A
Bij de verbranding van een kaars ontstaat koolstofdioxide als verbrandingsproduct.
B
Bij de verbranding van een kaars wordt energie omgezet in koolstofdioxide .
C
Bij de verbranding van een kaars wordt water omgezet in energie.
D
Bij de verbranding van een kaars wordt koolstofdioxide verbruikt.

Slide 14 - Quiz

René rent. Wat geldt dan voor zijn hartslag en ademhaling?
A
Zijn hartslag en ademhaling zijn beide sneller dan in rust.
B
Zijn hartslag is sneller, zijn ademhaling langzamer dan in rust.
C
Zijn hartslag is langzamer, zijn ademhaling sneller dan in rust.
D
Zijn hartslag en ademhaling zijn beide langzamer dan in rust.

Slide 15 - Quiz

schrijf de formule van verbranding op

Slide 16 - Open question

zet de stoffen bij een onvolledige verbranding in de juiste volgorde:


                        +                       -->                       +
R17
R20
.............
...........
...........
...........
koolstof-
monoxide
zuurstof
roet
brandstof

Slide 17 - Drag question

sleep de juiste formule naar het juiste vak
Verbranding
fotosynthese
glucose + zuurstof --> energie + water + koolstofdioxide
koolstofdioxide + water + zonlicht --> glucose + zuurstof

Slide 18 - Drag question

proeftoets

Slide 19 - Slide

2c
Welkom
telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 20 - Slide

proeftoets
je krijgt een proeftoets van de docent.

maak deze.

timer
25:00

Slide 21 - Slide

doelstelling 1
1. verbranding bij een kaars

Slide 22 - Slide

doelstelling 1
2.  helder kalkwater

Slide 23 - Slide

doelstelling 1
2.  helder kalkwater

3. wordt troebel.

Slide 24 - Slide

doelstelling 1
2.  helder kalkwater

3. wordt troebel.

4. indicator

Slide 25 - Slide

doelstelling 2

Slide 26 - Slide

doelstelling 3
1-a         2-c
3-d        4-d
5-d        6-d

Slide 27 - Slide

doelstelling 4
1: huig
2: strotklepje
3: strottehoofd
4: luchtpijp
5: long

Slide 28 - Slide

doelstelling 5
1-c     2-d
3-c     4-c



Slide 29 - Slide

doelstelling 6
1. neus
2. verwarmd
3. schoon
4. stof
5. reukorgaan



Slide 30 - Slide

doelstelling 7

Slide 31 - Slide

doelstelling 8

Slide 32 - Slide

doelstelling 9

Slide 33 - Slide

toets
verbranding en ademhaling

Slide 34 - Slide

2c
Welkom
telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 35 - Slide

so 1.2
Het practicum lokaal

Slide 36 - Slide

succes!
Je werkt stil.
Je mag niets lenen.
Je kijkt voor je.
als je een vraag hebt steek je je vingen op

Als je klaar bent leg je je toets op zijn kop op de Hoek van je tafel.
Je mag geen telefoon gebruiken.

Slide 37 - Slide