This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
1.3 Gesteente wordt verplaatst
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
(1) Controleren huiswerk
(2) Nakijken leerdoelen (3) LessonUp
(4) Nakijken opdrachten
(5) Afsluiten
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen wat massabewegingen zijn
2. Ik kan uitleggen hoe uit verweerd gesteente op een berg grind en zand ontstaat
3. Ik weet hoe een gletsjer ontstaat
4. Ik weet hoe een rivierdal en een gletsjerdal ontstaan en kan ze herkennen aan de hand van kenmerken op een foto
Slide 3 - Slide
Ik kan uitleggen wat massabewegingen zijn
= als los gesteente, dat door verwering is afgebrokkeld, langs een helling naar beneden rolt, schuift of valt.
Steile helling --> steen rolt of valt
Flauwe helling --> steen schuift langzaam
Slide 4 - Slide
Ik kan uitleggen hoe uit verweerd gesteente op een berg grind en zand ontstaat (deel 1)
Als gesteente in de rivier terecht komt, botsen ze door het snelstromende water tegen elkaar. De stenen breken, schuren tegen elkaar en raken langzaam afgerond. Dit proces heet erosie.
Erosie = De uitschurende werking van stromend water, wind of ijs.
Slide 5 - Slide
Ik kan uitleggen hoe uit verweerd gesteente op een berg grind en zand ontstaat (deel 2)
De stenen die in de rivier schuren en afronden noemen we grind. Door verwering en erosie wordt het gesteente steeds kleiner en ontstaat er zand.
Slide 6 - Slide
Ik weet hoe een gletsjer ontstaat
Gletsjers zijn pakketten ijs van soms wel honderden meters dik.
Ontstaan: in bergen met met voldoende neerslag + koud genoeg.
Sneeuw hoopt zich op, wordt door de druk van nieuwe sneeuw omgezet in ijs en 'stroomt' langzaam naar beneden
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Ik weet hoe een rivierdal en een gletsjerdal ontstaan en kan ze herkennen aan de hand van kenmerken op een foto (deel 1)
Eenrivierdal heeft meestal de vorm van een V. Dit komt omdat de rivier langzaam dieper wordt wanneer grind over de bodem schuurt. Hierdoor ontstaat er een diep dal in de bergen.
Slide 9 - Slide
Ik weet hoe een rivierdal en een gletsjerdal ontstaan en kan ze herkennen aan de hand van kenmerken op een foto (deel 2)
Eengletsjerdalheeft vaak de vorm van een U. De gletsjer stroomt langzaam naar beneden en schuurt over de ondergrond en langs de zijkanten, waardoor ze worden uitgesleten.
Slide 10 - Slide
Kenmerken rivierdal:
- Steile dal wanden komen samen in rivierbedding
- Geen dalbodem
- V-vormig
Kenmerken gletsjerdal:
- Hoge, zeer steile dalwanden
- vlakke dalbodem
- U-vormig
Slide 11 - Slide
wat zijn massabewegingen
A
het langs de helling naar beneden bewegen van gesteente
B
het vallen van stenen
C
helling waar wat langs valt
D
geen idee
Slide 12 - Quiz
Bij erosie
A
valt gesteente uit elkaar in kleine brokjes
B
wordt verweringsmateriaal door een schurende werking meegenomen door wind water of ijs
C
lost gesteente op in water of zuren
D
wordt gesteente achtergelaten en hoopt het op
Slide 13 - Quiz
Wat is het verschil tussen verwering en erosie?
A
Bij erosie brokkelt het gesteente af en bij verwering schuurt er af
B
Bij erosie ontstaan gletsjers, daarom brokkelt gesteente af
C
Bij erosie heb je te maken met verwering
D
Bij erosie slijt het gesteente af en bij verwering brokkelt het af
Slide 14 - Quiz
Een rivier stroomt in de bovenloop...
A
Langzaam
B
Snel
Slide 15 - Quiz
In de bovenloop is er veel erosie
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 16 - Quiz
Rivieren vormen in de bovenloop...
A
U-dalen
B
V-dalen
Slide 17 - Quiz
Wat is het verschil tussen verwering en erosie?
(kies wat het beste past)
A
Verwering is slijten, Erosie is splijten
B
Verwering is splijten, Erosie is slijten
C
Verwering komt altijd pas na erosie
Slide 18 - Quiz
Wat is een gletsjer?
A
Grote sneeuw torens waarbij er veel mensen omkomen
B
een scheur in een berg met sneeuw
C
Een gat in het ijs, waar sneeuw op ligt
D
Grote ijspakketten in de bergen, die ontstaan door ophoping van sneeuw.