9.4 en 9.5 Staande Golven / Muziekinstrumenten.

Staande Golven
Paragraaf 9.4 en 9.5

Hoofdoel: de natuurkunde achter het muziek instrument.

Invullen aantekeningen blad!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Staande Golven
Paragraaf 9.4 en 9.5

Hoofdoel: de natuurkunde achter het muziek instrument.

Invullen aantekeningen blad!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Les 2 9.4 en 9.5
- Filmpje + demo
- Opdracht gisteren + nieuwe opdracht.
- Lessonup quiz

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Opdracht 1.
Een snaar produceert een toon van 440 Hz. Dit is de 2de boventoon. De lengte van de snaar is 65 cm. Bereken de golfsnelheid en teken hoe de snaar eruit ziet.

Slide 5 - Slide

Opdracht 2
We hebben een orgelbuis die aan één kant dicht is.  De lengte van de buis is 1,4 meter. We horen op een bepaald moment de derde boventoon. 

a. Hoeveel golflengten zitten er dan in de buis.
b. Bereken de frequentie die de  buis voortbrengt.

Slide 6 - Slide

Hiernaast een momentopname van een staande golf in een touw.
I. Er zijn 4 knopen en 3 buiken in de tekening.
II. Het touw trilt op dit moment in zijn 3e boventoon.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 7 - Quiz

Hiernaast een momentopname van een staande golf in een touw. Het touw is 10 meter lang.
I. Het touw heeft één vast en één open uiteinde.
II. Je ziet 2,5 golflengte in het touw.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 8 - Quiz

Hiernaast een momentopname van een staande golf in een touw. Het touw is 6,0 meter lang.
I. Het betreft hier de 2e boventoon.
II. De golflengte λ in het touw is 4,0 m.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 9 - Quiz

Hiernaast een momentopname van een staande golf in een touw. Het touw is 10 meter lang.
I. Het touw trilt in zijn 1e boventoon.
II. De golflengte λ in het touw is 8,0 m.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 10 - Quiz

Hiernaast een (verticaal uitvergrote) staande golf in een duikplank van 2,25 m lang. De voortplantingssnelheid van de trilling in de duikplank is 48 m/s.
a) In welke (boven)toon trilt de duikplank?
b) Hoe groot is de golflengte van de trilling in de duikplank?
c) Met welke frequentie trilt de duikplank?

Slide 11 - Open question

Uitwerking
a. Grondtoon is één knoop en één buik (B-K).
De tekening laat de eerstvolgende mogelijkheid zien:
(B-K-B-K), dus de 1e boventoon.

b. Je ziet 3/4 golf in de tekening, dus L = 3/4 λ -->
λ = L / (3/4) = 2,25 / (3/4) = 3,0 dus λ = 3,0 m

c. v = f λ --> f = v/λ = 48 / 3,0 = 16 dus f = 16 Hz
B         K         B         K
<--           3/4 λ       -->

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide