What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling - T3 - OV 7: Welke ondernemingsvormen zijn er?
T3 - OV7
Welke ondernemingsvormen bestaan er?
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Economie
Secundair onderwijs
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
T3 - OV7
Welke ondernemingsvormen bestaan er?
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je weet welke ondernemingsvormen er bestaan.
Je weet wat de ondernemingsvormen inhouden.
Je kunt de voor- en nadelen noemen voor een ondernemer
Slide 2 - Slide
ONDERNEMINGSVORM of
RECHTSVORM
= juridische (wettelijke) vorm van je onderneming.
==> éénmanszaak
==> vennootschap
=> bv
=> nv
=> cv
=> maatschappij
Slide 3 - Slide
Waarom is dit een belangrijke beslissing?
Wilt u alleen werken? Of liever met partners (vennoten)?
Hebt u startkapitaal nodig en zo ja, hebt u voldoende startkapitaal?
Kunt u starten zonder te investeren of moet u sowieso investeren?
Hoeveel risico bent u bereid te lopen voor het geval dat het fout gaat?
Hoe zwaar zijn uw boekhoudkundige en administratieve verplichtingen?
Wilt u op termijn extra aandeelhouders laten instappen?
Slide 4 - Slide
EENMANSZAAK - voordelen
geen minimumkapitaal
geen financieel plan en geen oprichtingsakte nodig
(minder kosten)
1 eigenaar > neemt alle beslissingen
minder verplichtingen dan bij een vennootschap
Slide 5 - Slide
EENMANSZAAK - nadelen
zaakvoerder is onbeperkte aansprakelijk
eigenaar zoekt zelf middelen om de investeringen te financieren
beperkte continuïteit
inkomsten worden belast volgens de personenbelasting
Slide 6 - Slide
VENNOOTSCHAP - voordelen
beperkte aansprakelijkheid
vennoten om samen financiële middelen te verzamelen
inbreng kan geld, natura know-how
samenwerking met partners regelen
onbeperkte continuïteit
winst worden belast volgens de vennootschapsbelasting
Slide 7 - Slide
VENNOOTSCHAP - nadelen
er kan een minimumkapitaal vereist zijn
financieel plan opstellen (inleveren bij de notaris) = meer kosten
meer verplichtingen dan bij een eenmanszaak
oprichtersaansprakelijkheid:
de oprichters blijven drie jaar lang aansprakelijk
het stopzetten van een vennootschap is moeilijk
Slide 8 - Slide
Besloten vennootschap - BV
1 of meer personen
beperkte aansprakelijkheid
startkapitaal mag € 0,01 zijn
aandelen op naam (niet vrij overdraagbaar)
winst onderworpen aan vennootschapsbelasting
Slide 9 - Slide
Naamloze vennootschap - NV
1 of meerdere personen
beperkte aansprakelijkheid
middelgrote tot grote ondernemingen
aandelen zijn naamloos (vrij overdraagbaar)
aanzienlijk startkapitaal => minstens € 61 500,00
vrij complexe regelgeving
winst onderworpen aan vennootschapsbelasting
Slide 10 - Slide
Coöperatieve vennootschap - CV
coöperatie = groep die samenwerkt om hun economische macht te vergroten
minstens 3 oprichters die samenwerken
gemeenschappelijk doel, niet noodzakelijk winst
beperkte aansprakelijkheid
aandelen vrij overdraagbaar tussen vennoten
aandeelhouders maken zelf gebruik van de diensten
winst onderworpen aan vennootschapsbelasting
Slide 11 - Slide
Maatschappij
minstens 2 vennoten
weinig dwingende regels
geen rechtspersoonlijkheid
kan niet failliet verklaard worden
onbeperkt aansprakelijk
Slide 12 - Slide
Schema staat ook in SMT
Slide 13 - Slide
Genoeg herhaald ....
Tijd om verder in te oefenen!
Slide 14 - Slide
Wat betekent onbeperkt aansprakelijk?
A
Ze kunnen van jou en je partner alles af-pakken.
B
Ze kunnen aan je bezittingen en aan de gemeenschappelijke.
C
Ze kunnen jullie gemeenschappelijk vermogen afpakken.
D
Ze kunnen je partner afpakken.
Slide 15 - Quiz
De vennootschapsbelasting is nadeliger dan de personenbelasting.
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die vrij verhandelbaar zijn?
A
nv
B
bv
C
eenmanszaak
D
maatschappij
Slide 17 - Quiz
Welk soort belasting betaal je op de winst bij een eenmanszaak?
A
winstbelasting
B
personenbelasting
C
vennootschapsbelasting
Slide 18 - Quiz
Een éénmanszaak wordt opgericht door 1 persoon.
A
Juist
B
Fout
Slide 19 - Quiz
Van een bv
A
kan iedereen aandelen kopen.
B
kan niet iedereen aandelen kopen.
Slide 20 - Quiz
Wanneer je kijkt naar de continuïteit van de onderneming, kijk je naar ...
A
wie de leiding heeft.
B
wie het werk verricht.
C
hoeveel het eigen vermogen is.
D
hoe zeker het voortbestaan van de onderneming is.
Slide 21 - Quiz
Welke vorm van vennootschap is volgens jou het beste voor een restaurant?
NV
BV
CV
MAATSCHAPPIJ
Slide 22 - Poll
Wat voor soort rechtsvorm heeft Albert Heijn?
A
éénmanszaak
B
bv
C
cv
D
nv
Slide 23 - Quiz
Heeft een eenmanszaak geen of weinig minimumkapitaal nodig?
A
weinig
B
geen
Slide 24 - Quiz
Wanneer je kiest voor een éénmanszaak, ben je steeds beperkt aansprakelijk.
A
Juist
B
fout
Slide 25 - Quiz
Een bv heeft vrij verhandelbare aandelen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Alle ondernemingsvormen betalen vennootschapsbelasting.
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quiz
Het verschil tussen een nv en een bv is
A
dat de aandelen bij een nv voor iedereen te koop zijn en bij een bv niet
B
dat de aandelen bij een bv voor iedereen te koop zijn en bij een nv niet
Slide 28 - Quiz
Als een bv of nv failliet gaat, kunnen de aandeelhouders hun geld dat ze in de onderneming staken kwijt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Binnen een éénmanszaak kan er maar 1 persoon werken?
A
Juist
B
onjuist
Slide 30 - Quiz
Op de winst van een bv moet personenbelasting betaald worden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quiz
Geef 2 goede redenen waarom iemand voor een éénmanszaak zou kiezen.
Slide 32 - Open question
Waarom zijn rechtsvormen belangrijk?
Slide 33 - Open question
Schrijf CV voluit.
Slide 34 - Open question
Geef een verschil tussen BV en NV.
Slide 35 - Open question
Slide 36 - Slide
More lessons like this
Vrij verkeer van goederen
January 2021
- Lesson with
12 slides
Geschiedenis
Mens- en maatschappij
+2
Secundair onderwijs
Learning Technique: Playing with Scrabble
March 2023
- Lesson with
12 slides
by
LessonUp Inspiration
Primary Education
Upper Secondary (Key Stage 4)
Lower Secondary (Key Stage 3)
Further Education (Key Stage 5)
LessonUp Inspiration
Learning Technique: Playing with Scrabble
February 2025
- Lesson with
12 slides
by
Teaching and Learning Techniques
Primary Education
Upper Secondary (Key Stage 4)
Lower Secondary (Key Stage 3)
Further Education (Key Stage 5)
Teaching and Learning Techniques
Unscramble and connect!
February 2025
- Lesson with
4 slides
by
Teaching and Learning Techniques
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Further Education (Key Stage 5)
Teaching and Learning Techniques
Learning Technique: Unscramble and connect!
March 2023
- Lesson with
4 slides
by
LessonUp Inspiration
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Further Education (Key Stage 5)
LessonUp Inspiration
Learning Technique: Complete the Pie
March 2023
- Lesson with
12 slides
by
LessonUp Inspiration
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Further Education (Key Stage 5)
LessonUp Inspiration
Learning Technique: Complete the Pie
February 2025
- Lesson with
12 slides
by
Teaching and Learning Techniques
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Further Education (Key Stage 5)
Teaching and Learning Techniques
Learning Technique: Complete the Pie
December 2023
- Lesson with
12 slides
by
LessonUp Inspiration
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Further Education (Key Stage 5)
LessonUp Inspiration