procenten 23-5

procenten 23-5
1 / 24
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

procenten 23-5

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Even inchecken, hoe voelen wij ons vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Doel
Je kunt rekenen met procenten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Een deel uitrekenen
Je kunt uitrekenen welke hoeveelheid bij een percentage hoort. Je kunt dit doen door eerst uit te rekenen hoeveel 1% van het totaal is. Daarna vermenigvuldig je de uitkomst met het aantal procenten.

Om het overzichtelijk te houden kun je het beste gebruik maken van een verhoudingstabel....

€150
100%
1%
65%

Slide 7 - Slide

Het totaal uitrekenen
Als je weet hoe groot een deel is en welk percentage daarbij hoort, kun je het totaal uitrekenen. Je kunt dit doen door eerst 1% uit te rekenen daarna vermenigvuldig je dit met 100.


31%
1%
100%
325,5

Slide 8 - Slide

Het totaal uitrekenen

31%
1%
100%
325,5
10,5
1050

Slide 9 - Slide

Een huis kostte 500.000 euro maar de prijs ging met 15% omhoog. Wat is de nieuwe prijs?

Slide 10 - Open question

Een man deed deze week boodschappen voor € 37,26. Dat is 8% minder dan vorige week. Hoeveel had hij vorige week aan boodschappen uitgegeven?
A
€ 35,-
B
€ 40,50
C
€ 44,40
D
€ 48,55

Slide 11 - Quiz

Uitwerking 
Deze week 8 procent minder = 100-8=92 procent

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

In 2013 waren er 9450 meisjes die een exacte studie volgden. In 2014 waren er 9639 meisjes die een exacte studie volgden.
Dat is een toename van ................ %
A
10 %
B
1,5 %
C
2 %
D
20 %

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

0mrekenen van breuken naar procenten
100% delen door het onderste getal van een breuk (de noemer) en vermenigvuldigen met het bovenste getal (de teller)
100% : 5 = 20%      
20% x 2 = 40%
2/5 = 40%

Slide 16 - Slide

2/5 is ______%?
A
10
B
20
C
25
D
40

Slide 17 - Quiz

3/8 = _______%?

Slide 18 - Open question

Omrekenen van procenten naar breuken
Een procent is zoveel honderdste deel
75% = 75/100
Dit kun je nog vereenvoudigen door de teller en de noemer allebei te delen door 25
75/100 = 3/4

Slide 19 - Slide

Hoe schrijf je 75% als breuk?
A
75/1000
B
75/100
C
3/40
D
3/4

Slide 20 - Quiz

Een nieuwe racefiets kost 800 euro, maar voor topsporters gaat er 16% korting af, wat is het kortingsbedrag?
A
8 euro
B
64 euro
C
128 euro
D
256 euro

Slide 21 - Quiz

Een doeltje kost 50 euro. Vorige week was hij 10% duurder. Wat was de prijs vorige week?
A
€ 60,-
B
€ 45,-
C
€ 5,-
D
€ 55,-

Slide 22 - Quiz

De fruitsalade bevat 69g mango.
Hoeveel gram fruit zit er in totaal
in de verpakking?
A
115
B
260
C
230
D
130

Slide 23 - Quiz

2/5 is ______%?
A
10
B
20
C
25
D
40

Slide 24 - Quiz