8.2 - Koolstofkringloop

Hoofdstuk 8
Ecosysteem en evenwicht
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8
Ecosysteem en evenwicht

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 8 - Ecosysteem en evenwicht
8.1 - Energiestromen (Wk 20)
8.2 - Koolstofkringloop (Wk 21)
8.3 - Stikstofkringloop (Wk 22)
8.4 - Verandering in ecosystemen (Wk 23)
8.5 - Duurzaamheid (Wk 24)

Repetitie H7+8: Wk 25/26

Slide 2 - Slide

Lesplanning
Elke week:
Les 1 - In groepen werken
Les 2 - Klassikale uitleg / werken aan opdrachten

Bij lesuitval: zelfstandig paragraaf doorwerken

Slide 3 - Slide

8.2 - Koolstofkringloop

Slide 4 - Slide

Les 1
In groepen: Lees de tekst van de paragraaf
Maak met je groep een poster (voorin lokaal te vinden) waarin je de koolstofkringloop uitlegt.


Slide 5 - Slide

Les 2
LessonUp klassikaal
Maken opdrachten uit het boek/samenvatting

Slide 6 - Slide

Herhaling 8.1
vragen

Slide 7 - Slide

1-I. Juist of onjuist? De netto primaire productie bij algen is gelijk aan de bruto primaire productie min de dissimilatie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Wat staat er altijd onderaan de voedselpiramide? En wat bovenaan?
A
Onder: consument 2e orde Boven: consument 1e orde
B
Onder: producent Boven: consument 3e orde
C
Onder: consument 1e orde Boven: producent
D
Onder: producent Boven: consument 1e orde

Slide 9 - Quiz

In de afbeelding staat een voedselpiramide afgebeeld. Is dit een piramide van biomassa of een piramide van aantallen? En bij welke groep kan het organisme in de top van de piramide ingedeeld worden?
A
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de consumenten
B
Het is een piramide van aantallen. Het organisme hoort bij de producenten.
C
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de consumenten.
D
Het is een piramide van biomassa. Het organisme hoort bij de producenten.

Slide 10 - Quiz

Wat is de biomassa?
A
Het gewicht van alle organisme in een gebied
B
Het totale gewicht van alle organische stoffen in een organisme
C
De energie die wordt doorgegeven tussen organismes

Slide 11 - Quiz

8.2 - Koolstofkringloop

Slide 12 - Slide

Doelen van deze paragraaf
Je kan uitleggen hoe de koolstofkringloop werkt
Je kent de rol van producenten, consumenten en reducenten bij de koolstofkringloop
Je kan uitleggen hoe de koolstofkringloop in het water plaatsvindt
Je kan uitleggen wat de gevolgen kunnen zijn van extra CO2 in de lucht
Je kan manieren benoemen hoe extra CO2 kan worden weggewerkt

Slide 13 - Slide

Eenvoudige koolstofkringloop
CO2 ontstaat bij dissimilatie
Koolstof in dode resten/uitwerpselen

CO2 hergebruikt voor producenten

Slide 14 - Slide

Andere kringlopen
CO2 vanaf producenten naar consumenten en weer terug naar producenten -> uitademing
Via reducenten -> afbraak resten tot anorganische stoffen (zoals CO2); zwavel, stikstof (8.3) en fosfor altijd via deze weg

Planten gebruiken zwavel, stikstof en fosfor voor secundaire productie

Slide 15 - Slide

Koolstofkringlopen op het land
Snelle C-kringloop -> via uitademing/reducenten
Langzame C-kringloop -> opgeslagen in de bodem (fossiele brandstof)

Uitademing en dode resten
CO2 uit de lucht direct door planten opgenomen

Slide 16 - Slide

Koolstofkringlopen in het water
Uitademing via kieuwen (bij vissen) -> CO2 opgelost in water
Algen/waterplanten nemen het op

Sommige consumenten nemen bicarbonaat op -> snelle reactie met calcium (Ca2+) zorgt voor aanmaak kalk (CaCO3)
Kalk lost slecht op in water -> schalen/schelpen blijven achter
Zuur regenwater lost kalksteen (een beetje) op -> kringloop compleet

Slide 17 - Slide

Extra CO2 in de lucht
Broeikasgassen (ozonlaag) -> houdt warmte van zon tegen
Hogere concentratie CO2 door verbranding fossiele brandstof
Meer warmte tegengehouden vanaf aarde -> klimaat verandert

Hierdoor andere soorten in Nederland (afhankelijk van tolerantiegrenzen)

Slide 18 - Slide

CO2 wegwerken
Bomen aanplanten
Algen kweken
CO2 opslaan 
CO2 uit lucht filteren 

Slide 19 - Slide

Vragen

Slide 20 - Slide

Welke stof hoort niet thuis in de koolstofkringloop?
A
Water (H2O)
B
Koolstofdioxide (CO2)
C
Glucose (C6H12O6)
D
Calciumcarbonaat (CaCO3)

Slide 21 - Quiz

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?


A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
alle organismen

Slide 22 - Quiz

Welke rol heeft het tropisch regenwoud in de koolstofkringloop voornamelijk?
A
uitstoot van koolstof
B
opslag van koolstof

Slide 23 - Quiz

Wat geven dieren in de koolstofkringloop door aan bacteriën en schimmels?
A
Afgevallen blaadjes
B
Verbranding
C
Dode resten en uitwerpselen
D
Fotosynthese

Slide 24 - Quiz

Er bestaan twee soorten koolstofkringlopen. Welke?
A
Natuurlijke en onnatuurlijke koolstofkringloop
B
Trage en snelle koolstofkringloop
C
Menselijke en dierlijke koolstofkringloop
D
Homogene en heterogene koolstofkringloop

Slide 25 - Quiz

Aan het werk
- Vragen uit het boek

Slide 26 - Slide