Voorkennis H1_les2_vaardigheidstrainers

NOVA vwo 4
H1 Chemisch rekenen
Voorkennis uit vwo 3 - les 2
1 / 33
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

NOVA vwo 4
H1 Chemisch rekenen
Voorkennis uit vwo 3 - les 2

Slide 1 - Slide

Schema indeling stoffen
elementen
zie tabel op blz 56 in je boek
Clara Fietst Naar Haar Oma In Breda

Slide 2 - Slide

Opbouw van het vak scheikunde:

kennis
overlapt

wat je leert, heb je steeds opnieuw nodig

Slide 3 - Slide

De basis heb je gelegd in klas 3

in vwo 4:
  • gaan we
er dieper
op in

én 
  • gaan we daar nieuwe kennis aan toevoegen

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 1 = Chemisch Rekenen


Wat weten jullie nog over: chemische rekenen?

Slide 5 - Slide

wat weten jullie nog over:
chemische rekenen

Slide 6 - Mind map

Aan het eind van deze les:
  • weet je hoe je getallen noteert met een macht van 10 (wetenschappelijke notatie)
  • weet je of je reactievergelijkingen kunt opstellen en kloppend maken 
  • weet je of je structuurformules kunt tekenen bij molecuulformules en omgekeerd

Slide 7 - Slide

De wetenschappelijke notatie
Wanneer getallen heel groot of heel klein zijn, is het lastig om met deze getallen te rekenen. 

TIP:  je kan het getal dan op een andere manier noteren: de wetenschappelijke notatie.  

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Grote getallen
Duizend     1 000
Miljoen       1 000 000    
Miljard        1 000 000 000
Biljoen        1 000 000 000 000
Biljard         1 000 000 000 000 000 
103
106
109
1012
1015

Slide 10 - Slide

Grote getallen in de wetenschappelijke notatie

1000 = 1,000 x 1000 = 
 
1760 = 1,760 x 1000 =

 13 245 864 = 1,3245864 x 10 000 000 =
 


1,000103
1,760103
1,3245864107

Slide 11 - Slide

Match de getallen met de macht van 10
1000
1 miljard
100
1 miljoen
106
109
102
103

Slide 12 - Drag question

Match de getallen met de macht van 10
500
50 miljard
50 000
500 miljoen
5 x 102
5 x 108
5 x 104
5 x 1010

Slide 13 - Drag question

Kleine getallen
Duizendste    0,001
Miljoenste      0,000 001
Miljardste       0,000 000 001

103
106
109

Slide 14 - Slide

Kleine getallen in de wetenschappelijke notatie

              =  0,001 = 

0 , 000 007 65 = 


10001
1103
7,65106

Slide 15 - Slide

Schrijf het getal in de wetenschappelijk notatie. Rond af op één decimaal.


  0,001 937= 
Deze zijn over :
x 10-6
x 10-4
x 10-3
x 103
2,0
1,94
1,93
1,9

Slide 16 - Drag question

Schrijf het getal in de wetenschappelijk notatie. Rond af op één decimaal.


  0,02653 = 
Deze zijn over :
x 10-4
x 10-3
x 10-2
x 10-1
3,0
2,7
2,6
2,5

Slide 17 - Drag question

Eigen werk (na rest van uitleg)
Train deze vaardigheid met de online vaardigheidstrainer "wetenschappelijke notatie" - deze staat bij de introductie van H1

Slide 18 - Slide

Reactievergelijkingen opstellen en kloppend maken

weet je het nog?

Slide 19 - Slide

Geef de juiste formules van de stoffen koolstof en waterstof
A
CenH2
B
C2enH2
C
C en H
D
C2enH

Slide 20 - Quiz

Geef de juiste symbolen voor de elementen lood en fosfor
A
Pt en P
B
Pt en F
C
Pb en P
D
Pb en F

Slide 21 - Quiz

Wat is de naam van
C2H6O
A
ethanol
B
glucose
C
methaan
D
suiker

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste naam van
P2O5
A
di fluor penta oxide
B
di fosfor penta oxide
C
di fluor tetra oxide
D
di fosfor tetra oxide

Slide 23 - Quiz

Wat is de juist formule van distikstofoxide
A
2NO
B
NO2
C
N2O

Slide 24 - Quiz

Formules leren
De formules van de elementen
 op blz 56
moet je 
uit je hoofd kennen
Deze kennis heb je nodig om reactievergelijkingen te kunnen opstellen
Je moet ook weten wat de getallen in de formule betekenen om het aantal atomen te kunnen tellen.
reactievergelijking??
ik ken de formules
ik kan
formules lezen
reactievergelijking!

Slide 25 - Slide

De kloppende reactievergelijking van de ontleding van water in zuurstof en waterstofgas is:
A
H2O2(l)>O2(g)+H2(g)
B
H2O(l)>O(g)+H2(g)
C
2H2O(l)>O2(g)+2H2(g)
D
H2O(l)>O(g)+2H(g)

Slide 26 - Quiz

Regels kloppend maken
  • Voor en na de pijl moeten van elke atoomsoort evenveel atomen zijn 
  • Aan de molecuulformules mag je niets veranderen
     (de index verandert niet) 
  • Als je op een half getal uitkomt voor een molecuulformule, vermenigvuldig je alle getallen (coefficienten) met 2 

Slide 27 - Slide

Maak de reactievergelijking kloppend:

...C3H6+....O2>...H2O+...CO2

Slide 28 - Open question

antwoord
...C3H6+....O2>...H2O+...CO2
...C3H6+....O2>3H2O+3CO2
...C3H6+421O2>3H2O+3CO2
2C3H6+9O2>6H2O+6CO2

Slide 29 - Slide

Eigen werk (na rest van uitleg)
Train deze vaardigheid met de online vaardigheidstrainer "reactievergelijkingen kloppend maken" - deze staat bij de introductie van H1

Slide 30 - Slide

Structuurformules
Voor het tekenen van structuurformules
bij een molecuulformule
gebruik je de covalenties
van de niet-metaalatomen:

Slide 31 - Slide

Eigen werk 
Train deze vaardigheid met de online vaardigheidstrainer "structuurformules van moleculaire stoffen" - deze staat bij de introductie van H1

Slide 32 - Slide

(HW) voor de volgende les:
  • leer je de elementen van blz 56 uit je hoofd
  • leer op blz 203 hoe je op je rekenmachine werkt met de wetenschappelijke notatie
  • train je de vaardigheden "wetenschappelijke notatie" "reactievergelijkingen kloppend maken" en "structuurformules van moleculaire stoffen" net zolang, tot je er geen fouten meer in maakt

Slide 33 - Slide