Vwo 4 Nectar 8.4

Paragraaf 8.4
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Paragraaf 8.4

Slide 1 - Slide

Deze periode (TW4)

Slide 2 - Slide

Deze periode (TW4)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

In de koolstofkringloop wordt door organismen organische stoffen verbrand. Bij welke groep organismen is dit?
Meerdere antwoorden mogelijk!

A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Afvaleters

Slide 5 - Quiz

Welke stof hoort niet thuis in de koolstofkringloop?
A
Water (H2O)
B
Koolstofdioxide (CO2)
C
Glucose (C6H12O6)
D
Calciumcarbonaat (CaCO3)

Slide 6 - Quiz

Wat geven dieren in de koolstofkringloop door aan de reducenten (bacteriën en schimmels)?
A
Afgevallen blaadjes
B
Verbranding
C
Dode resten en uitwerpselen
D
Fotosynthese

Slide 7 - Quiz

Wat is stikstofkringloop?
A
Een proces waarbij stikstof alleen door planten wordt gebruikt
B
Een proces waarbij stikstof gecreëerd wordt
C
Een proces waarbij stikstof door verschillende organismen wordt omgezet
D
Een proces waarbij stikstof afgebroken wordt

Slide 8 - Quiz

Wat neemt de plant op in de stikstofkringloop?
A
nitriet
B
water
C
glucose
D
nitraat

Slide 9 - Quiz

Hoe wordt in de voedselketens stikstof doorgegeven in de stikstofkringloop?
A
als eiwitten
B
als koolhydraat
C
als vetten
D
als glucose

Slide 10 - Quiz

Wat doen nitraatbacteriën in de stikstofkringloop?
A
ammonium omzetten in nitriet
B
ureum omzetten in ammoniak
C
nitriet omzetten in nitraat
D
aminozuren omzetten in ureum

Slide 11 - Quiz

Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop
D
De kringloop van het leven

Slide 12 - Quiz

Leerdoelen 8.3

Slide 13 - Slide

Leerdoelen 8.4

Slide 14 - Slide

Successie

Slide 15 - Slide

Successie

Slide 16 - Slide

Exoten

Slide 17 - Slide

Exoten

Slide 18 - Slide

Wat is successie?
A
Het opeenvolgen van planten en dieren
B
Het succesvol maken van een ecosysteem
C
Het terugkeren van planten en dieren na een brand
D
Het verhuizen van dieren naar een ander leefgebied

Slide 19 - Quiz

Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 20 - Quiz

Het beginstadium van successie heet
A
Climaxvegetatie
B
Climaxecosysteem
C
Pioniersvegetatie
D
Pioniersecosysteem

Slide 21 - Quiz

Als in een ecosysteem successie plaats vindt dan:
A
Blijft het aantal soorten in dat ecosysteem gelijk
B
Neemt het aantal soorten in dat ecosysteem toe
C
Neemt het aantal soorten in dat ecosysteem af
D
Nemen sommige soorten toe en sommige soorten af

Slide 22 - Quiz

Wat kan een voorbeeld zijn van successie?
A
heide -> zand -> bos
B
bos -> moeras -> plas
C
strand -> duinen -> bos
D
steppe -> kale grond -> regenwoud

Slide 23 - Quiz

Een soort is een invasieve exoot als deze..
A
...uit het buitenland komt.
B
...uit een ander leefgebied komt en zich in het nieuwe gebied voortplant.
C
...bestaande soorten bejaagt.
D
...uit een ander leefgebied komt en het nieuwe ecosysteem verstoort.

Slide 24 - Quiz

Waardoor vormen exoten gemakkelijk een plaag in sommige gebieden?
A
Geen predatoren
B
Geen concurrentie
C
Ongebruikt habitat
D
Alle 3 de genoemde opties

Slide 25 - Quiz

Welke uitspraak is
ONJUIST over een exoot?
A
In Nederland gevestigd door menselijk handelen
B
Komt van nature niet voor in Nederland
C
Kan andere soorten verdringen
D
Heeft natuurlijke vijanden in Nederland

Slide 26 - Quiz

Leerdoelen 8.4

Slide 27 - Slide

  • Herhalen leerdoelen H8 (5 min!)
  • Maken 8.4: opdracht 57-60, 63-66,69, 70, 72
Aan het werk

Slide 28 - Slide