Vwo 4 Nectar 8.3

Paragraaf 8.3
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Paragraaf 8.3

Slide 1 - Slide

Deze periode (TW4)

Slide 2 - Slide

Deze periode (TW4)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is bruto primaire productie?
A
Al het organische materiaal dat niet gedissimileerd wordt in een ecosysteem
B
Alle reactieproducten die ontstaan in een bepaalde soort
C
Al het organisch materiaal dat gebruikt wordt voor de dissimilatie in een ecosysteem
D
Alle biomassa dat gevormd wordt door producenten

Slide 5 - Quiz

Welke bewering is waar?
A
netto productie=bruto productie - assimilatie
B
netto productie=bruto productie - dissimilatie
C
netto productie=bruto productie + assimilatie
D
netto productie=bruto productie + dissimilatie

Slide 6 - Quiz

Hoe groot is de bruto primaire productie van het ecosysteem loofbos?
A
28.7
B
56.6
C
43.2
D
175.2

Slide 7 - Quiz

Wat betekent trofisch niveau?
A
De hoeveelheid energie in een organisme
B
Het aantal organismen in een ecosysteem
C
De hoeveelheid aan soorten in een ecosysteem
D
De plek van het organisme in de voedselketen

Slide 8 - Quiz

Wat is het trofisch niveau van een plant?
A
Producent
B
Carnivoor
C
Reducent
D
Consument

Slide 9 - Quiz

In welk trofische niveau is de biomassa het grootst?
A
1e trofische niveau
B
2e trofische niveau
C
3e trofische niveau
D
4e trofische niveau

Slide 10 - Quiz

Welk trofisch niveau is de boom?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 11 - Quiz

Welk trofisch niveau is de leeuw?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 12 - Quiz

Waardoor is een hoger trofisch niveau altijd kleiner dan een lager trofisch niveau?
(meerdere antwoorden!)
A
er treed energieverlies op door dissimilatie
B
energieverlies door onverteerde resten
C
doordat niet alles gegeten wordt.
D
er treed energieverlies op door assimilatie

Slide 13 - Quiz

Leerdoelen 8.2

Slide 14 - Slide

Leerdoelen 8.3

Slide 15 - Slide

Koolstofkringloop

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Koolstofkringloop
BiNaS 93F

Slide 18 - Slide

Koolstofkringloop

Slide 19 - Slide

Koolstofkringloop

Slide 20 - Slide

Stikstofkringloop

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Stikstofkringloop

Slide 23 - Slide

Stikstofkringloop
BiNaS 93G

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Stikstofkringloop

Slide 26 - Slide

Waterzuivering

Slide 27 - Slide

Waterverontreiniging

Slide 28 - Slide

Drinkwater

Slide 29 - Slide

In de koolstofkringloop wordt door organismen organische stoffen verbrand. Bij welke groep organismen is dit?
Meerdere antwoorden mogelijk!

A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Afvaleters

Slide 30 - Quiz

Welke stof hoort niet thuis in de koolstofkringloop?
A
Water (H2O)
B
Koolstofdioxide (CO2)
C
Glucose (C6H12O6)
D
Calciumcarbonaat (CaCO3)

Slide 31 - Quiz

Wat geven dieren in de koolstofkringloop door aan de reducenten (bacteriën en schimmels)?
A
Afgevallen blaadjes
B
Verbranding
C
Dode resten en uitwerpselen
D
Fotosynthese

Slide 32 - Quiz

Wat is stikstofkringloop?
A
Een proces waarbij stikstof alleen door planten wordt gebruikt
B
Een proces waarbij stikstof gecreëerd wordt
C
Een proces waarbij stikstof door verschillende organismen wordt omgezet
D
Een proces waarbij stikstof afgebroken wordt

Slide 33 - Quiz

Wat neemt de plant op in de stikstofkringloop?
A
nitriet
B
water
C
glucose
D
nitraat

Slide 34 - Quiz

Hoe wordt in de voedselketens stikstof doorgegeven in de stikstofkringloop?
A
als eiwitten
B
als koolhydraat
C
als vetten
D
als glucose

Slide 35 - Quiz

Wat doen nitraatbacteriën in de stikstofkringloop?
A
ammonium omzetten in nitriet
B
ureum omzetten in ammoniak
C
nitriet omzetten in nitraat
D
aminozuren omzetten in ureum

Slide 36 - Quiz

Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop
D
De kringloop van het leven

Slide 37 - Quiz

Leerdoelen 8.3

Slide 38 - Slide

  • Doorlezen 8.4 (5 min!)
  • Maken 8.3: opdracht 40, 41, 44, 45, 47, 48, 51, 52, 54
Aan het werk

Slide 39 - Slide