3VM - NaSk2 4.5 Atomen tellen (en herhaling!!)

4.5 Atomen tellen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

4.5 Atomen tellen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Aan het eind van deze les:
  • Weet je wat het verschil is tussen een reactieschema en een reactievergelijking
  • Ken je de 4 aanduidingen die achter een formule staan in een reactievergelijking

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag.
Informatie terug halen van de vorige les
Filmpje
Tekst lezen
Extra informatie
Vragen maken digitaal maken (evt in het wb)
Evaluatievragen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat gebeurt er bij ontleden?
A
Uit 1 beginstof ontstaan 2 of meer reactieproducten
B
Je laat een mengsel reageren
C
Je sorteert de stoffen uit het mengsel op stofeigenschap
D
Je splitst de elementen

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er bij scheiden?
A
Uit een beginstof ontstaan meerdere reactieproducten
B
Je laat een mengsel reageren zodat er meerdere stoffen ontstaan
C
Je sorteert de stoffen uit het mengsel op stofeigenschap
D
Je voert een reactie uit waarbij de elementen weer ontstaan

Slide 6 - Quiz

Uit hoeveel atoomsoorten bestaat een niet-ontleedbare stof?
A
1
B
2
C
3
D
meer dan 3

Slide 7 - Quiz

Met het toestel van Hofmann kun je water ontleden. Welk type ontledingsreactie wordt er gebruikt?
A
Thermolyse
B
Elektrolyse
C
Fotolyse
D
Fotosynthese

Slide 8 - Quiz

Waar denk je wordt de ontleding van water correct weergegeven?
A
H2O2H+O
B
H2OH2+O2
C
2H2O2H2+O2
D
2H2+O22H2O

Slide 9 - Quiz

Doelen van deze les,
je leert
  1. wat een molecuulformule is
  2. 4 toestandsaanduidingen
  3. wat kloppend maken is
  4. hoe je moet kloppend maken

Slide 10 - Slide

Lezen
Blz 90 t/m 93 uit je tekstboek

Slide 11 - Slide

Molecuulformule: H2SO4
  1. symbolen van de elementen achter elkaar
  2. hoeveel van elk atoom:
    rechtsonder het symbool (dat getal heet de index)
  3. de 1 schrijven we niet
  4. In voorbeeld:  1 molecuul H2SO4 bevat
                           2 H-atomen, 1 S-atoom en 4 O-atomen 

Slide 12 - Slide

waar komen de namen vandaan?
koolstofdioxide = CO2                        koolstofmono-oxide = CO
di = twee                                                           mono= één
1 koolstof en 2 zuurstof                         1 koolstof en 1 zuurstof
1 C en 2 O                                                     1 C en 1 O
samen maakt dat CO2                           samen maakt dat CO

Slide 13 - Slide

verbindingen van 2 atoomsoorten met: 
zuurstof
zwavel
chloor
fluor
broom
jodium
voorbeeld: CO2  

heten:
.....oxide
.....sulfide
.....chloride
.....fluoride
....bromide
....jodide
koolstofdioxide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

7 twee-atomige elementen:

Claire Fietst Naar Haar Oma In Breukelen

of Br-I-N-Cl-H-O-F

BrONClIFH-groep

Slide 16 - Slide

deze moet je uit je hoofd leren! Staan op blz 91

Slide 17 - Slide

de fase wordt achter een molecuulformule geschreven tussen haakjes
.

vaste fase (solid)                 = (s)
vloeibare fase (liquid)       = (l)
gas fase (gas)                       = (g)
in water opgelost (aqua) = (aq)

Slide 18 - Slide

reactieschema en reactievergelijking

reactieschema = in woorden

reactievergelijking = in symbolen en molecuulformules

Slide 19 - Slide

reactievergelijking
  • bijvoorbeeld:
  • methaan -->  koolstof + waterstof
  • CH-->  C  +  H
  • maar waterstof komt niet los voor dus:
  • CH4 --> C  +  H2

Slide 20 - Slide

Wet van behoud van massa (Atomen)

  • er moeten altijd evenveel atomen voor en na de pijl staan dus:
  • CH4 -->  C  + H2    moet worden:
  •  CH4 -->    C  +  2H2
  • de 2 voor de Hnoem de coëfficient

Slide 21 - Slide

0

Slide 22 - Video

Regels kloppend maken
  • voor en na de pijl moeten van elke 
      atoomsoort evenveel atomen zijn
  •  aan de moleculen zelf
       mag je niets veranderen
       (de index verandert niet)
  •  als je op een half getal uitkomt
       voor de moleculen, doe je alle
       getallen (coefficienten) keer 2 

Slide 23 - Slide

0

Slide 24 - Video

0

Slide 25 - Video

Slide 26 - Link

Twee herhalingsfilmpjes
Niet alleen goed om naar te luisteren en bekijken 
als je de theorie niet snapt
Ook goed om de begrippen te herhalen
en voor jezelf goed op een rijtje te krijgen

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Wat is het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking?

Slide 30 - Open question

Welke 4 toestandsaanduidingen zijn er?

Slide 31 - Open question

g
l
aq
s
vaste fase
vloeibare fase
gasfase
in water opgelost

Slide 32 - Drag question

Opdrachten
Maken paragraaf 4.5 in de digitale omgeving van nova

Slide 33 - Slide