Werk 1. Waarom werken we?

Programma
Neem zelfstandig de lessonup door en beantwoord de vragen die hierin voorkomen.
1. Waarom werken we?
Leerdoelen
Uitleg en video.
Opdrachten
Maak de evaluerende vragen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programma
Neem zelfstandig de lessonup door en beantwoord de vragen die hierin voorkomen.
1. Waarom werken we?
Leerdoelen
Uitleg en video.
Opdrachten
Maak de evaluerende vragen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kan het verschil uitleggen tussen werk en hobby
  2. Je kent de vijf basisbehoeften en je kan dat uitleggen met voorbeelden aan de hand van de piramide van maslow.
  3. Je kunt een aantal voorbeelden noemen wat de overheid doet met belastinggeld

Slide 2 - Slide

Reageer op de stelling: "Als ik 1 miljoen euro won in de loterij, stop ik meteen met werken" Leg uit waarom

Slide 3 - Open question

Werk is belangrijk omdat
Inkomen
Zekerheid
Regelmaat
Sociale contacten
Waardering van anderen
Zelfontplooiing
Identiteit
Je werk wordt een stukje van jezelf. Mensen zeggen dan ook: 'ik ben kapper' en niet 'ik werk als kapper'.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Op welke manier haal je de top van de piramide volgens maslow?

Slide 6 - Open question

Pas als alle lagen hieronder voor elkaar zijn dan kunnen we gaan denken aan zelfontwikkeling. Bijvoorbeeld zin hebben om de allerbeste monteur of kapper te worden die er is!
We willen zo nu en dan horen dat we welkom zijn en dat we het goed doen. Een schouderklopje dus.
We willen graag het gevoel hebben bij een groep te horen. We worden ongelukkig als we te lang alleen zijn
We voelen ons nog beter als we weten dat we morgen en overmorgen ook nog een dag boven ons hoofd hebben.
Zoals eten, drinken en een dak boven je hoofd. Pas als je dit hebt ga je eens denken aan andere dingen.

Slide 7 - Slide

Werk
Alle bezigheden die iets nuttigs opleveren voor degene die het werk verricht, maar ook voor zijn anderen.
Er zijn ook mensen die "kiezen" om niet te werken bekijk daar de video op de volgende pagina

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Evaluatie
Beantwoord voor de les de volgende vier vragen op de volgende dia's 
Daarnaast maak je het huiswerk van deze week. Dit staat op de laatste gele dia en in jullie weekplanner. 

Slide 10 - Slide

Welke van de vijf basisbehoeften uit de piramide van maslow vind jij het meest belangrijkst? leg uit waarom

Slide 11 - Open question

Noem twee voorbeelden wat de overheid doet met belastinggeld die wij als werkenden betalen

Slide 12 - Open question

Als je een bepaalde status verdient hebt, bij welke van de 5 basisbehoeften sluit daar het best bij aan

Slide 13 - Open question

Als je een extra training of cursus volgt voor je werk. Bij welke basisbehoefte past dit het best
A
Jezelf ontwikkelen
B
Behoefte om ergens goed in te worden
C
Behoefte om erbij te horen
D
Behoefte aan waardering

Slide 14 - Quiz

Wat ga je doen?
Paragraaf 1 Waarom werken we
Lezen blz. 112 en 113 (tekstboek)
Maken blz. 130 t/m 132 (werkboek)
Opdracht: 1 t/m 12

Slide 15 - Slide

Klimmen op de ladder
Maatschappelijke ladder => alle maatschappelijke 
posities van hoog naar laag.

Je maatschappelijke positie wordt onder andere 
bepaald door: 
  • je kennis of vaardigheden (leerling staat lager dan meester)
  • hoeveel macht of verantwoordelijkheid je hebt (werkgever staat boven werknemer) 
  • je inkomen (chirurg heeft een hogere status dan een schooldirecteur) 

Maar dit telt niet voor iedereen: Wie staat hoger op de ladder:  Messi of Rutte? 



Slide 16 - Slide

Een vuilnisman heeft staat hoger op de maatschappelijke ladder dan een chef kok.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Sociale mobiliteit betekent:
A
Je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder
B
Macht, kennis en geld zijn niet gelijk verdeeld over de samenleving.
C
Alle maatschappelijke posities van hoog naar laag
D
Je kunt bewegen, zoals dansen, waardoor je een betere positie hebt.

Slide 18 - Quiz

Welk van de volgende is een waarde?
A
Opstaan voor ouderen in de bus
B
Niet discrimineren
C
Niet wildplassen
D
Gelijkheid

Slide 19 - Quiz