Examentraining: examentermen 1.7 t/m 1.8

1 / 29
next
Slide 1: Slide
MarketingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
  • kun je het begrip positionering beschrijven en uitleggen,
  • kun je de onderdelen van de portfolioanalyse benoemen en uitleggen
  • ken je de verschillende segmentatiecriteria
  • herken je de verschillende marketingstrategieën. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Positioneren
Positioneren is het verkrijgen van een duidelijk herkenbare plaats in de ogen van de afnemer ten overstaan van het aanbod van de concurrent

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

USP
USP staat voor: Unique selling point.
 Met een USP laat jij zien aan de markt wat jouw product speciaal maakt en kun je je onderscheiden van de concurrent

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Core business en propositie
  • De core business betreft de kernactiviteiten (hoofdactiviteiten) van een onderneming.
  • Propositie is de belofte over de waarde die van een product of dienst verwacht mag worden. Het is het totaalpakket aan oplossingen en voordelen voor de klant. Vaak aangeduid in een korte zin. (Just do it, van Nike)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met een 'propositie'?
A
De eerste die een product op de markt brengt heeft de propositie
B
de belofte aan de klant
C
De impact van het product op klanten
D
de positie t.o.v. concurrentie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het hebben van een Unique Selling Point belangrijk?
A
Het is een goede kapstok voor je bedrijf
B
Het geeft de unieke positie van je bedrijf in de markt weer
C
Elk bedrijf wil anders zijn
D
Herkenbaarheid

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waarom zit er een USP in een ondernemersplan/marketingplan?
A
Het is een manier om geld te genereren
B
Om de betrokkenen er bewust van te maken
C
Het is een fundamenteel onderdeel van een solide marketing campagne

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

"Echt Hema"
A
Goed
B
Slecht

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor core business?
A
Basisprincipes
B
Kernactiviteiten
C
Doelstelling
D
Marketingbeleid

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Marktdefinitie
Uitgaan van drie elementen:
  • Wie: op welke afnemersgroepen richt het bedrijf zich?
  • Wat: de wensen en behoeften van de doelgroep.
  • Hoe: de manier waarop het bedrijf voldoet aan de wensen door middel van techniek en/of technologie. 

Slide 11 - Slide

Marketing is het inspelen op de wensen en behoeften van de klant, ook wel de markt. Maar wat is de definitie van de markt?
Ondernemingen en SBU’s 
  • Grote ondernemingen opgedeeld in dochterondernemingen​
          -Strategic Business Unit (SBU)​

  • Dochterondernemingen (SBU’s) kent PMC’s ​
         -ProductMarktCombinatie​
         -Product





Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Portfolio analyse
Marktgroei is het jaarlijkse percentage groei van de markt waarop het product verkocht. Hoe hoger het percentage hoe aantrekkelijker de markt. 

Door middel van de marktgroei en het RMA maak je een portfolio analyse ook wel BCG analyse genoemd.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

BCG-matrix

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Portfolio analyse
  • STAR: een product waarvan je marktleider bent en bevindt zich in een groeiende markt.
  • Cash cow: een product waarvan je marktleider bent en bevindt zich in een stagnerende markt. 
  • Question mark (problem child): een product waarvan je geen marktleider bent, maar bevindt zich wel in een groeimarkt. 
  • Dog: een product waarvan je geen marktleider bent en ook niet in een groeimarkt.  

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

1. Teken de BCG-matrix, inclusief assen en juiste benamingen in de kwadranten.
2. Zet de juiste letters in het juiste kwadrant. 
Product
marktgroei
relatief marktaandeel
eigen marktaandeel
A
19%
1,4
20%
B
18%
0,1
3%
C
2%
0,5
5%

Slide 16 - Slide

A = Dog
B = Question mark
C = Star
Segmentatiecriteria b2c
Doelgroep indelen naar gemeenschappelijke kenmerken:
  1. demografische criteria (leeftijd, geslacht, godsdienst, gezin)
  2. geografische criteria (gebied)
  3. socio-economische criteria (inkomen, beroep, kennis)
  4. psychografische criteria (Leefstijl en smaak)
  5. gedragscriteria
Redenen die klanten hebben 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Segmentatiecriteria B2C

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Segmentatiecriteria B2B
  1. Geografische ligging
  2. Soort bedrijf (branche/sector)
  3. Bedrijfsgrootte

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Doelgroep
Bij het opdelen van de markt in segmenten moet er rekening gehouden worden met een aantal eisen:
  • Er moet voldoende omzet gegenereerd worden (voldoende groot)
  • De segmenten moet van andere segmenten te onderscheiden zijn (meetbaar)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Definitie doelgroep
  • Segment moet duidelijk te onderscheiden zijn. 
  •  Je moet de doelgroep gericht kunnen bereiken door middel van promotie (bereikbaarheid).
  • De doelgroep moet met behulp van de marketingmix te bewerken zijn (bewerkbaarheid).  

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat is een doelgroep?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Segmentatie
  • Doelgroep = nauwkeurig omschreven groep potentiële klanten met dezelfde voorkeuren waarop je je marketinginstrumenten richt
  • Segmenteren = Opsplitsen van de totale markt in segmenten op basis van kenmerken.

  • Marktsegment = groep klanten met gemeenschappelijke kenmerken



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Segmentatiestrategie
We onderscheiden drie segmentatie strategieën:
  • Geconcentreerde segmentatiestrategie
  • Gedifferentieerde segmentatiestrategie
  • Ongedifferentieerde segmentatiestrategie

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen gedifferentieerde en ongedifferentieerde marktbenadering?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Handelsonderneming Bruinsslot richt zich op afro-kapsalons. Ze levert kappersbenodigdheden die speciaal bedoeld zijn voor afro-kapsalons. Welke marktbewerkingsstrategie gebruikt deze handelsonderneming?
A
De gedifferentieerde strategie
B
De ongedifferentieerde strategie
C
De geconcentreerde strategie

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Een winkel in voetbalschoenen heeft als doelgroep mannen uit Amsterdam in de leeftijdsklasse van 16 jaar en ouder. Op welke kenmerken segmenteert deze sportzaak?
A
Geografische en demografische kenmerken
B
Socio-economische en demografische kenmerken
C
Socio-economische en gedrag

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions