This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
6.3 Koolstofkringloop
Thema 6 Ecologie
Slide 1 - Slide
Wat weten we al?
Slide 2 - Slide
Wat gebeurt er met het aantal organismen in een voedselketen?
A
Meestal wordt het aantal organismen in elke volgende schakel groter.
B
Het aantal organismen blijft constant in elke schakel.
C
Het aantal organismen neemt toe in elke volgende schakel.
D
Meestal wordt het aantal organismen in elke volgende schakel kleiner.
Slide 3 - Quiz
Waarom heeft de piramide van biomassa altijd een piramidevorm?
A
Omdat het zo in de natuur is vastgesteld
B
Omdat de biomassa in elke volgende schakel kleiner wordt
C
Omdat het een wiskundige regel volgt
D
Omdat het er visueel aantrekkelijker uitziet
Slide 4 - Quiz
Wat is de definitie van biomassa in een organisme?
A
De totale hoeveelheid aan energierijke stoffen
B
Het aantal cellen in een organisme
C
De hoeveelheid aan water in een organisme
D
De grootte van een organisme
Slide 5 - Quiz
Welke stoffen worden gebruikt voor groei en verbranding in planten?
A
Koolstofdioxide en water
B
Mineralen uit de bodem
C
Energierijke stoffen
D
Zonne-energie
Slide 6 - Quiz
Wat gebeurt er met de energie uit de biomassa als planten sterven?
A
Het verdwijnt uit de voedselketen.
B
Het wordt gebruikt door de reducenten.
C
Het wordt omgezet in groei (biomassa).
D
Het wordt doorgegeven aan de volgende schakel.
Slide 7 - Quiz
Begrippen 6.2
Biomassa
Piramide van aantallen
Piramide van biomassa
Slide 8 - Slide
Leerdoelen 6.3
Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.
Slide 9 - Slide
Koolstof in planten
Planten nemen koolstofdioxide op uit de lucht.
In koolstofdioxide zit koolstof.
Bij fotosynthese wordt met deze koolstof glucose gemaakt.
Een deel van de glucose verbruiken planten bij de verbranding. De koolstof uit de glucose wordt dan omgezet in koolstofdioxide, dat vervolgens wordt afgegeven aan de lucht.
Een ander deel van de glucose gebruikt de plant om energierijke stoffen (koolhydraten, eiwitten en vetten) te maken.
Zo komt de koolstof terecht in alle plantaardige energierijke stoffen.
Slide 10 - Slide
Wat wordt er gemaakt tijdens fotosynthese met koolstof?
A
Zuurstof
B
Glucose
C
Stikstof
D
Water
Slide 11 - Quiz
Koolstof in dieren
Dieren die planten eten, nemen de plantaardige energierijke stoffen op in hun lichaam.
Een deel van deze stoffen wordt als brandstof gebruikt. Hierbij ontstaat koolstofdioxide dat aan de lucht wordt afgegeven.
Een ander deel van de plantaardige energierijke stoffen wordt gebruikt om dierlijke energierijke stoffen te maken.
Vleeseters nemen deze energierijke stoffen op als ze planteneters opeten.
zo gaat koolstof van het ene organisme naar het andere.
Slide 12 - Slide
Wat gebeurt er met koolstofdioxide dat ontstaat bij het gebruik van brandstof?
A
Het wordt omgezet in zuurstof.
B
Het wordt omgezet in water.
C
Het blijft in het lichaam opgeslagen.
D
Het wordt aan de lucht afgegeven.
Slide 13 - Quiz
Koolstof in reducenten
Planten en dieren kunnen ook doodgaan zonder dat ze worden opgegeten.
En dieren poepen een deel van de energierijke stoffen uit hun voedsel weer uit.
De energierijke stoffen in dode planten en dieren en in poep worden door reducenten (bacteriën en schimmels) opgenomen.
De reducenten gebruiken de energierijke stoffen vooral als brandstof.
Hierbij komt de koolstof weer terecht in koolstofdioxide dat weer wordt afgegeven aan de lucht.
Slide 14 - Slide
Wat doen reducenten met de energierijke stoffen?
A
Produceren zuurstof
B
Gebruiken als brandstof
C
Verdampen in de lucht
D
Maken nieuwe planten aan
Slide 15 - Quiz
Koolstofkringloop
De verschillende stoffen waarin koolstof kan voorkomen en van het ene organisme naar het andere gaat, noem je de koolstofkringloop.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Begrippen 6.3
koolstofkringloop
Slide 18 - Slide
Ik kan nu
Je kunt de koolstofkringloop beschrijven.
Slide 19 - Slide
Aan het werk!
Maken opdrachten 6.3 : 1 t/m 7
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.