Voltooid tegenwoordige tijd

Present perfect
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Present perfect

Slide 1 - Slide

Present perfect vorm
Voltooid tegenwoordige tijd: NL: Zijn of hebben + voltooid deelwoord
- Ik heb pizza gegeten
- Zij heeft haar haar geverfd
- Wij hebben samen gewerkt
- Jullie zijn aangekomen.
- Het is gebeurd

Slide 2 - Slide

Present perfect vorm
NL : hebben of zijn + voltooid deelwoord
ENG: have / has + voltooid deelwoord

- I have eaten pizza                               - You have arrived                      
- She has dyed her hair                        - It has happened
- We have worked together

Slide 3 - Slide

Vertaal naar het Engels:
Joshua heeft een nieuwe auto gekocht.

Slide 4 - Open question

Vertaal naar het Engels:
Zij hebben dit huis gebouwd.

Slide 5 - Open question

Present perfect gebruik
"Toen en vaag"
  • Het is onduidelijk wanneer in het verleden het is gebeurd. 
I have seen that movie with Emily. 

  • Er is een link naar het heden.
They have never been to France. 
I have lost my keys, I can't enter my house!

Slide 6 - Slide

Present perfect gebruik
FYNE JAS
For - I have lived here for  15 years. 
Yet - Abdul hasn't finished his homework yet
(N)ever - Have you ever been to a football match?
Just - I have just finished my book. 
Already - They have already gone home. 
Since - We have been together since  2013. 

Slide 7 - Slide

Verleden tijd

Toen en precies
Exact vermeld wanneer



Voltooide tijd

Toen en vaag
Niet exact vermeld wanneer
ALTIJD have of has in de zin

Slide 8 - Slide

They have adopted a new puppy
A
verleden tijd
B
voltooid tegenwoordige tijd

Slide 9 - Quiz

I drove my grandma to her best friend yesterday.
A
verleden tijd
B
voltooid tegenwoordige tijd

Slide 10 - Quiz

We travelled to Morocco by car last year.
A
verleden tijd
B
voltooid tegenwoordige tijd

Slide 11 - Quiz

We have travelled to Morocco by car before.
A
verleden tijd
B
voltooid tegenwoordige tijd

Slide 12 - Quiz

NOW WHAT?
- Can do Online >  unit 4 >
   grammatica > voltooide tijd <>verleden tijd.

Unit 4 grammatica: onregelmatige werkwoorden
FACE: onregelmatige werkwoorden B1

Slide 13 - Slide