ST 2 Writing a formal letter

ST 2 writing a formal letter
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

ST 2 writing a formal letter

Slide 1 - Slide

Introduction
Dear Students,

Next ST you are going to write a formal letter. Remember what you did at the end of last year? Well this time we expect a bit more from you. 
Work through this Lesson Up and learn all you have to know about writing a formal letter.
Good Luck,
Mrs Drost & Mrs Schuld

Slide 2 - Slide

Scores
1 pnt. voor specifieke conventies (layout, aanhef en afsluiting)
2 pnt. voor inhoud (ontbreekt 1 onderdeel =-1, 2 onderdelen =-2)
0-2-4-6-8 pnt. voor taalgebruik (vocabulary, grammar, wordorder)
2 pnt. Communicatieve effectiviteit (hoe goed komt jouw brief over bij de lezer)
Totaal te behalen punten= 13

Slide 3 - Slide

Writing a Formal Letter
  • Watch the instruction video in the next slide
  • Have a look at page 127 -128 of your textbook. Here you will find all the information you need to write a formal letter
  •  Practice makes perfect  
  1. www.examenblad.nl
  2. Choose Vmbo tl 
  3. Choose an exam pre-2017 (formal letters haven't been tested in examen since 2017)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Specifieke conventies
1 pnt
Address (not your name)
Date: 20 October 2020
Addressee: Address and person/organisation you are addressing
Salutation: Dear Sir/Madam,

+9-+*
                        Dear Mr Brown,
                        Dear Mrs Brown,
Closing: Yours faithfully
                  Yours sincerely
Signature
Name in full
Tekst

Slide 6 - Slide

Inhoud 1.0
2 pnt.
De inhoud bestaat vaak uit 8-9 onderdelen. Alle onderdelen dienen in de brief opgenomen te zijn. 
  • Ontbreekt 1 onderdeel -1 pnt
  • Ontbreken 2 onderdelen -2 pnt 
  • Controleer dit goed!

Zie volgende dia!!

Slide 7 - Slide

Inhoud 2.0
  • Lees voordat je gaat schrijven de inleiding goed door. Deze informatie heb je nodig om de opdracht correct uit te voeren!
  • Maak ook gebruik van de tekst die bij het examen hoort voor extra informatie en vocabulary

Slide 8 - Slide

Taalgebruik
Bij taalgebruik letten op de volgende zaken:
  • Spelling (gebruik bij twijfel een woordenboek)
  • Grammatica 1. Let op tijden: verleden tijd
                                                               tegenwoordige tijd 
                                                               toekomende tijd
  • Grammatica 2. Let op woordvolgorde  (bijvoorbeeld: bijvnw/bijw/ Plaats voor Tijd, Tijd achteraan)

Slide 9 - Slide

Communicatieve Effectiviteit 2pnt
Hoe goed begrijpt de lezer jouw brief? Als alles in de brief staat wat er in moet staan én de lezer heeft jouw brief "begrepen", dan scoor je al snel 1 punt. Maak je de brief mooier door ook de informatie uit de tekst die erbij hoort te lezen  en te gebruiken, je gebruikt de woorden in de juiste context en je brief is mooi en overzichtelijk met de juiste alinea indeling. Dan scoor je 2 punten.

Slide 10 - Slide

I have studied the instruction for writing a formal letter
A
YES
B
NO

Slide 11 - Quiz

Which is the one you can't use when writing a formal letter?
A
Dear Sir/Madam,
B
Hi Potter,
C
Dear Mr Potter,

Slide 12 - Quiz

You are writing a letter to the author. Do you think it is it formal or informal?
A
More formal
B
More informal

Slide 13 - Quiz

Grammar
  • Present Simple TT        slide 15
  • Present Continuous (progressive) of duurvorm  TT   slide 15
  • Past Simple  VT1    slide 16-17
  • Past Continuouse (progressice) of duurvorm   VT  Slide 16
  • Present Perfect  VT2   slide 16-17
  • Future  slide 18

Slide 14 - Slide

Present Simple TT

Feit - gewoonte - Regelmaat

SHIT + S/ES (sis-klanken)
  1. I walk to school every day
  2. She walks to school every day
  3. He watches football every Sunday
Present Continuous TT Duur

  1. "Aan het doen"
  2. Van plan
  3. ergernis

To be + ww+ ing
(to be = am-is of are)

Slide 15 - Slide

Past Simple VT

Er staat altijd een  VT Bep in de zin.
Formule: 
+ed of 2e rijtje onrww
  • I walked to school this morning
  • I bought a bike yesterday

Past Continuous VT Duur

  1. Was iets aan het doen
  2. Was van plan iets te gaan doen (afspraak)
  3. Was je aan het ergeren

I was kissing my boyfriend.

Slide 16 - Slide

Past Simple VT


Er staat altijd een VT Bep in de zin.

Formule:
+ed of 2e rijtje onrww
I walked to school this morning
I bought a bike yesterday
Present Perfect

  • Geen Vt Bep in de zin
  • Resultaat is zichtbaar
  • In verleden begonnen, duurt voort
  • JUF en SYSA of FYNE JAS
  • Formule: have/has + voltdw
  • Voltdw= +ed of 3e rijtje onrww 

Slide 17 - Slide

Future
  • Present Simple bij aankomst- en vertrektijden
  • Present Continuous bij afspraken (tandarts)
  •  Am/is/are + going to+ hele ww : Van plan zijn iets te gaan doen
  • Shall + hele ww bij voorstellen en vragen met I en we
  • Will + hele ww gebruik je in alle andere gevallen

Slide 18 - Slide