V2 H7 Exponentiële groei

H7
Procentuele groei
H7
Procentuele groei
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H7
Procentuele groei
H7
Procentuele groei

Slide 1 - Slide

7.1 Van procent naar factor
Lesdoel: 
Je kunt van procent naar factor omrekenen
Je kunt rekenen met procenten en factoren

Slide 2 - Slide

Op een school zitten 570 leerlingen. 80% is lid van een sportvereniging, hoeveel leerlingen zijn dat?

Slide 3 - Open question

Wat is de breuk die hoort bij 70%?
A
70/100
B
70/10
C
30/100
D
7/10

Slide 4 - Quiz

70/100 is hetzelfde als ….
A
0,7
B
0,07
C
7
D
0,70

Slide 5 - Quiz

80% van de 570 leerlingen
10080=0,80
0,80570=
80% betekent 80 van de 100, 
dus 80/100 deel
 
Berekening ipv verhoudingstabel

Slide 6 - Slide

7.1 van procent naar factor
2% ----> 2/100  ---> factor=0,02
12%----> 12/100 ---> factor=0,12

exclusief BTW ----> inclusief BTW
100% ----> 121%
factor=1,21
(incl ---> excl ,   delen door 1,21)

Slide 7 - Slide

erbij en eraf!
2% rente ---> 102% ---> factor = 1,02

8% afname ---> 92% ---> factor = 0,92


factor = 1,13 -----> 113% ----> dus 13% toename
factor = 0,69 ---> 69% ---> dus 31% afname
Let op de woorden : afname, toename, 
rente, 
korting etc)
en dus niet 0,02

Slide 8 - Slide

Groeifactor bepalen

Slide 9 - Slide

Check

Doel: ik kan procenten omzetten naar factoren 
en er mee rekenen.

Zorg dat je je rekenmachine klaar hebt liggen.
Ook boek en schrift natuurlijk.

Slide 10 - Slide

Check!
Pak je rekenmachine en doe mee!

Slide 11 - Slide

Jan krijgt 12% korting op zijn broek. Met welke factor rekent hij de nieuwe prijs uit?
A
0,12
B
0,88
C
1,12
D
1,2

Slide 12 - Quiz

Hoe duur wordt een artikel van €28.90 wanneer de prijs het 22% hoger wordt?
A
€33,50
B
€35,38
C
€35,26
D
€22,54

Slide 13 - Quiz

Bereken:
5% van 15% van €380,-
A
€2,85
B
€306,85
C
€5,07
D
€28,50

Slide 14 - Quiz

Vragen over het huiswerk?
Vraag 5?

Slide 15 - Slide

huiswerk 
maak opgave 4 t/m 10 van 7.1

Slide 16 - Slide

             hfd 1 functies           3 vwo
Wiskundige Denk Activiteit

Slide 17 - Slide

airpods kosten 119 euro exclusief btw
wat is de prijs inclusief 21 % btw?

Slide 18 - Open question

de prijs van de telefoon is 115,- incl btw
bereken de prijs exclusief btw

Slide 19 - Open question

Slot
Rekenen met een factor is dus een handige en snelle manier om te rekenen met procenten.

Je krijgt 15% korting. Hoeveel procent moet je dan nog betalen?
Wat is dan de factor om de nieuwe prijs te berekenen?

Slide 20 - Slide

kort oefenen met de factor
40% van 215 = ..... x 215 =
13% van 342 = .....................

Wat is de factor bij:
toename met 26%
afname met 5%
toename met 12,5%

Slide 21 - Slide

Onthoud!
hoe bereken je de factor?

factor =  


Slide 22 - Slide

7.2 Exponentiële groei
Doel:

Je kunt exponentiële groei herkennen in een 
verhaaltje, tabel en grafiek.

Je kunt bij een exponentiële groeide groeifactor berekenen.

Slide 23 - Slide

7.2 Exponentiële groei
Stel je hebt een schaakbord en op het eerste vakje leg je een euro en op het tweede vakje 2 euro. Iedere keer wordt het verdubbeld, dus op het derde vakje ligt 4 euro, etc 

 
               Hoeveel geld heb je ongeveer op vakje 64?

Slide 24 - Slide

Op vakje 64 ligt ongeveer
A
90.000 euro
B
9.000.000 euro (9 miljoen)
C
9.000.000.000 euro (9 miljard)
D
9.000.000.000.000.000 euro (9 triljoen)

Slide 25 - Quiz

Exponentieel?
Zal een trein die je elke keer de helft van de afstand die daarvoor is afgelegd laat rijden ooit het eindpunt halen ?

Slide 26 - Slide

Wanneer groeit iets exponentieel?
Als de factor waarmee je vermenigvuldigt steeds hetzelfde is.
Die factor noemen we ook wel een groeifactor.

Toename?   groeifactor>1
Afname?     groeifacor<1

Slide 27 - Slide

Groeifactor in een tabel
oudnieuw=groeifactor

Slide 28 - Slide

             hfd 1 functies           3 vwo

Slide 29 - Slide

x
0
1
2
3
y
50
25
12,5
...
t
1
2
3
4
b
36
12
4
...
t
0
1
2
3
b
25
34
43
52
t
0
1
2
3
b
250
350
490
686
Tabel:
Exponentiele groei?
Groeifactor?
1,5
Geen
0,33
3
1,36
1,4
0,5
2

Slide 30 - Drag question

Huiswerk maken
Maak opgave 12 t/m 19 van 7.2

Slide 31 - Slide

7.3 Exponentiële formule
Doel:


Slide 32 - Slide