19.3 Energieproductie zonder zuurstof 6V 2223

Wat zijn myosine en actine voor biomoleculen?
A
koolhydraten
B
vetten
C
vitaminen
D
eiwitten
1 / 30
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat zijn myosine en actine voor biomoleculen?
A
koolhydraten
B
vetten
C
vitaminen
D
eiwitten

Slide 1 - Quiz

Bekijk BINAS 90C.
Myosine-filamenten zijn.....
A
dikker dan actine filamenten
B
dunner dan actine filamenten
C
ongeveer even dik als actine filamenten
D
afhankelijk van de getraindheid, dikker of dunner dan actine

Slide 2 - Quiz

Bij spiercontractie 'wandelt' myosine langs actine oa dmv
A
loslaten van myosine aan actine door ATP binding aan myosine
B
binden van myosine aan actine door omzetten van ADP in ATP
C
Het loslaten van ADP van myosine door middl van hydrolyse
D
het omslaan van de myosinekop door het omzetten van ADP in ATP

Slide 3 - Quiz

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
19.3 Energieproductie zonder zuurstof

Slide 4 - Slide

ENERGIE

Slide 5 - Mind map

Doel 19.3
Je leert hoe je lichaam energie vrijmaakt zonder zuurstof te gebruiken


Slide 6 - Slide

Stappen vrijmaken energie
1. ATP
2. CP
3. anaerobe
dissimilatie
4. aerobe 
dissimilatie (19.4)

Slide 7 - Slide

1. ATP
In cellen zit een voorraad ATP.

De energie uit ATP wordt voor veel celprocessen gebruikt:
  • loskoppelen myosine van actine
  • actief transport
  • bouw RNA, DNA, eiwitten
  • enz

Slide 8 - Slide

1. ATP





Hydrolyse van ATP levert energie. Hydrolyse is afbraak van grotere moleculen waarbij water wordt verbruikt.

Slide 9 - Slide

Stappen vrijmaken energie
1. ATP
2. CP
3. anaerobe
dissimilatie
4. aerobe 
dissimilatie (19.4)

Slide 10 - Slide

2. Creatinefosfaat (CP)
Spiercellen bevatten een voorraad Creatinefosfaat waarvan de fosfaatgroep weer aan ADP gekoppeld kan worden om nieuw ATP te maken: fosfaataccu.
CP + ADP -> C + ATP

Slide 11 - Slide

Stappen vrijmaken energie
1. ATP
2. CP
3. anaerobe
dissimilatie
4. aerobe 
dissimilatie (19.4)

Slide 12 - Slide

3. Anaerobe dissimilatie
Nieuwe ATP kan de cel snel vrijmaken uit de afbraak van glucose zonder zuurstof.

2 stappen: 
A. Glycolyse 
B. Melkzuurgisting 

Slide 13 - Slide

3A. Glycolyse (BINAS 68A)

Slide 14 - Slide

Waar vindt de anaerobe dissimilatie plaats?
A
Grondplasma
B
Mitochondrium
C
Grondplasma en mitochondrium
D
Buiten de cel, in het grondplasma en mitochondrium

Slide 15 - Quiz

Glycolyse 
BINAS 68B

Slide 16 - Slide

Glycolyse

Slide 17 - Slide

NAD+ en NADH,H+
De rol van NAD+ is het opnemen van H-atomen in de vorm van een H+ en een electron.
Elke NAD+ kan 2 H-atomen opnemen, dus 2 H+ (protonen) en 2 electronen.


NAD+ + 2H+ + 2e- -> NADH,H+

Slide 18 - Slide

NAD+ en NADH,H+
Om het stofwisselingsproces gaande te houden is het van belang om NAD+ weer terug te vormen. Anders zou het stoppen zodra alle NAD+ is omgevormd tot NADH, H+
Dit gebeurt bij mensen met behulp van de melkzuurgisting.
Hierbij wordt uiteindelijke melkzuur gevormd en NAD+.

Slide 19 - Slide

3B. Melkzuurgisting 

Slide 20 - Slide

Melkzuurgisting BINAS 68B

Slide 21 - Slide

Melkzuurgisting BINAS 68B


       
Deze pijl staat verkeerd om in je boek

Slide 22 - Slide

Recycling

Slide 23 - Slide

Bacteriën
Bij melkzuur-bacteriën eindigt de afbraak
van glucose bij de vorming van melkzuur
(yoghurt, karnemelk).

Andere bacteriën vormen juist alcohol als
eindproduct (bier, wijn).

Slide 24 - Slide

3B. Alcoholische gisting

Slide 25 - Slide

Alcoholgisting BINAS 68B


       

Slide 26 - Slide

Alcoholgisting BINAS 68B


       
Deze pijl staat verkeerd om in je boek

Slide 27 - Slide

Bij de anaerobe dissimilatie van glucose in gist ontstaat...
A
Melkzuur en ATP
B
Melkzuur, koolstofdioxide en ATP
C
Ethanol en ATP
D
Ethanol, koolstofdioxide en ATP

Slide 28 - Quiz

Doel 19.3
Je hebt geleerd hoe je lichaam energie vrijmaakt zonder zuurstof te gebruiken

BINAS 68A Overzicht dissimilatie van glucose
BINAS 68B Glycolyse en gisting
BINAS 90A Energiebronnen van een spier bij lichte training

Slide 29 - Slide

Begrippen 19.3
ATP, ADP, creatinefosfaat (CP), fosfaataccu, dissimilatie, glycolyse, pyrodruivenzuur, protonen- en elektronenacceptator, NAD+, NADH,H+, melkzuur, alcohol, anaeroob

AAN DE SLAG: opdracht 1 t/m 6 + 8

Slide 30 - Slide