Zouten (les 3)

• Scheikunde
• MBO
• Studiejaar 1

Onderwerp van de les

Hoofdstuk 7 Chemische binding

7.6 ionbinding

7.7.Naamgeving ionen

(blz. 96 t/m 100)

Aan het einde van de les weet je...

• dat EN waarde >1.6 is bij ionbinding (zout)
• Zouten bestaan uit positieve en negatieve ionen
• Zouten bestaan uit een metaal en een niet-metaal
• het verschil tussen enkelvoudige ionen en samengestelde ionen

Zouten

Wat is het verschil tussen een molecuul en een zout?

Hoe noteer ik Bariumchloride

1. BAC
2. Ba2Cl
3. BaCl
4. BaCl2

Hoe weet je de lading van het zuurstof ion?

Geef 3 voorbeelden van een samengesteld ion (naam en ion)
Voorbeeld Chlorietion:

ClO​2​−​​

IJzer kan verschillende ladingen hebben. Welke?
(Zoek op in tabel 7.1 blz. 98)

1. Fe 2+ en Fe 4+
2. Fe 2+ en Fe 3+
3. Fe 1+ en Fe 2+
4. Fe 3+ en Fe 4+

Maak opgave 8a,b,c&d
(maak hier een foto van)

Geef de naam van de stof en geef aan of het een zout is of een molecuul

Vul de formule in van de volgende zouten

Maak opgave 9a,b&c
(maak hier een foto van)

Stel 1 vraag over iets wat je nog niet zo goed begrepen hebt