14.1 werken met hefbomen 4GT

Werken met hefbomen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Werken met hefbomen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 14.1
  • Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het moment van een kracht.
  • Je kunt berekeningen uitvoeren met het moment, de kracht en de arm.
  • Je kunt uitleggen waar het van afhangt of een hefboom in evenwicht is.
  • Je kunt krachten en krachtarmen berekenen met behulp van de momentenwet.
  • Je kunt herkennen of een werktuig een enkele of een dubbele             hefboom is.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is een hefboom?


Een draaipunt met een korte en een lange krachtarm. 

Slide 4 - Slide

Draaipunt, kracht en arm
draaipunt
kracht
lengte 
van arm

Slide 5 - Slide

Moment van een kracht
     linksom                                                                                          rechtsom




                                                  evenwicht

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hefboom
Een hefboom heeft:
  • Een draaipunt
  • Een korte arm (geeft grote kracht)
  • Een lange arm (geeft kleine kracht)

Slide 8 - Slide

Moment = Kracht x arm

Het moment van een kracht is gelijk aan:

 de grootte van de kracht x de lengte van de arm.


De arm van een kracht is de afstand tussen de werklijn van de kracht en de draaias van de hefboom.


Een hefboom is in evenwicht als de optelling  van de momenten linksom gelijk is aan de optelling van de momenten rechtsom.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Waar zit het draaipunt? 

Slide 12 - Slide

Bereken het moment, links en rechts. (M = F x l) 

Slide 13 - Slide

Hefboom in evenwicht
Kracht 1   x   arm 1  =  Kracht 2   x   arm 2
F1 x l1 = F2 x l2



F = kracht in N (Newton)
l = Lengte van de arm in m (meter)

Slide 14 - Slide

Is deze hefboom in evenwicht?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Verklaar dit?

Slide 18 - Slide

het moment van de kracht van 100 N is
A
60 Nm
B
60 N
C
60 m
D
0,0060 Nm

Slide 19 - Quiz

Wat is de eenheid van moment?
A
newton
B
meter
C
newton.meter
D
newton per meter

Slide 20 - Quiz

Het moment van de spierkracht is
A
0,46 Nm
B
0,56 Nm
C
52 Nm
D
5,7 Nm

Slide 21 - Quiz

Een hefboom heeft in natuurkundige beschrijving de volgende items. Welke hoort er niet bij?
A
Draaipunt
B
Kracht
C
Massa
D
Arm

Slide 22 - Quiz

De arm van de werkkracht is 4x zo klein als die van de spierkracht. Bij evenwicht is de spierkracht is dus:
A
4x zo groot als de werkkracht
B
4x zo klein als de werkkracht
C
2x zo groot als de werkkracht
D
2x zo klein als de werkkracht

Slide 23 - Quiz

De eenheid van kracht is:
A
N
B
F
C
kg
D
Nm

Slide 24 - Quiz

De eenheid van krachtmoment is:
A
N/m
B
Nm
C
N
D
Ncm

Slide 25 - Quiz

Een kracht van 750N grijpt loodrecht aan op een hefboom. De arm is 3780mm. Hoe groot is het krachtmoment?
A
3215 Nm
B
2780 Nm
C
2835 Nm
D
2935 Nm

Slide 26 - Quiz

Om bij een hefboom evenwicht te krijgen moet:
A
De kracht aan de linkerkant gelijk zijn aan de kracht aan de rechterkant.
B
Het krachtmoment aan de linkerkant gelijk zijn aan het krachtmoment aan de rechterkant.
C
De massa aan beide zijden gelijk zijn.
D
Geen van bovenstaande antwoorden.

Slide 27 - Quiz

Vragen over de les?

Slide 28 - Slide

Aan de slag!


Maken 14.1 vanaf blz 78 de vragen 1 t/m 9 (GT)
timer
20:00

Slide 29 - Slide