2.3

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b, k, g, vwo
• Leerjaar 3

H2: Stoffen en Materialen

Wat gaan we vandaag doen?

Opstarten	05 min
Bespreken opdrachten 2.2	10 min
Uitleg Faseovergangen	10 min
Maken opdracht 63 t/m 69	15 min
Uitleg Moleculen en faseovergangen	10 min
Maken opdracht 70 t/m 77	10 min
Lesafsluiting	05 min

Lesplanning klas 3:

• Dinsdag 25 nov:      Paragraaf 2.1
  
• Vrijdag 28 nov:         Paragraaf 2.2  
• Dinsdag 2 dec:         Paragraaf 2.3
• Vrijdag 5 dec:           Paragraaf 2.4  
• Dinsdag 9 dec:         Paragraaf 2.5
• Vrijdag 12 dec:         Herhalingsles
• Dinsdag 16 dec:      SO H2 Stoffen en Materialen Paragraaf 1 t/m 5

Vraag 39 a:
In een bekerglas zit 100 cm3 spiritus met een dichtheid van 0,84 g/cm3. Bereken de massa.

Vraag 40:
Voor het bakken van een cake is 200 g meel nodig. Je hebt geen weegschaal, maar wel een maatbeker. Volgens internet is de dichtheid van meel
0,53 g/cm3.
Bereken het volume van het meel.

2.3 Fasen en moleculen

Leerdoelen

Je leert welke eigenschappen van een stof veranderen als je de temperatuur verandert.

Je leert hoe je dit kunt begrijpen met de deeltjes waaruit stoffen zijn opgebouwd.

Drie keer water maar dan anders!

IJs is hard = vaste stof

Water is beweeglijk = vloeistof

Waterdamp is niet zichtbaar

= gas

Waar is de waterdamp?

Faseovergangen

smeltpunt: de temperatuur waarbij de faseverandering tussen vast en vloeibaar plaatsvindt

1

stolpunt: de temperatuur waarbij de faseverandering tussen vast en vloeibaar plaatsvindt

2

kookpunt: de temperatuur waarbij de fase overgaat van vloeibaar naar gasvormig door verdamping in de gehele vloeistof

3

Kelvin vs. Celsius

Kelvin:

de schaal Kelvin wordt toegepast in de wetenschap.

0 Kelvin is het absolute nulpunt.

De schaal Kelvin wordt niet negatief!

Absolute nulpunt & kelvin

Kelvin --> Celsius -273

Celsius --> Kelvin +273

Kelvin --> Celsius -273

Celsius --> Kelvin +273

Absolute nulpunt & kelvin

Aan de slag 

• Wat? Maak 2.3 opdracht 53 t/m 55 + 59 t/m 64 
• Hoe? Binnen je groep
• Tijd? 15 min
• Klaar? Maak opdracht 56 t/m 58 en 65 t/m 69

Moleculen

Alle stoffen bestaan uit zeer kleine deeltjes

Moleculen kun je niet kleiner maken zonder de stof te veranderen.

Moleculen in een vaste stof

• vaste plaats

• zeer kleine afstand tussen de moleculen

• weinig beweging

Moleculen in een vloeistof

moleculen kunnen langs elkaar bewegen

iets meer afstand tussen de moleculen

Moleculen in een gas

moleculen kunnen vrij bewegen

grote afstand tussen de moleculen

De 3 verschillende fasen 

Drie keer water maar dan anders

Dilatatievoeg

Hoe moleculen bewegen

Bekijk in de applet hoe moleculen bewegen in de verschillende fasen. 

Kijk ook wat er gebeurt als je de stoffen verwarmt of afkoelt.

https:

De aantrekkingskrachten

tussen moleculen hebben verschillende namen:

cohesiekrachten, Vanderwaalsbinding of molecuulbinding

Hiermee wordt steeds de aantrekkingskracht tussen de moleculen bedoeld.

De temperatuur

Is eigenlijk de snelheidsmeter van moleculen:

Hoe sneller moleculen bewegen, hoger de temperatuur.

De fase maakt niets uit.

Huiswerk:

• Wat? Maak 2.3 opdracht 53 t/m 55 + 59  t/m 73 
• Hoe? Binnen je groep
• Tijd? 15 min
• Klaar? Maak opdracht 56 t/m 58