Lesson goal: at the end of the class you can correctly implement the grammar
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
What are we going to do today?
- Homework check
- Words check
- Grammar revision
- Exercises
- Afsluiting
Lesson goal: at the end of the class you can correctly implement the grammar
Slide 1 - Slide
Exercise 12/13/14
12:
1. were fighting; arrived 5. were watching
2. were you doing ; heard 6. were walking; came
3. was Vernon singing 7. watched
4. opened 8. wasn't playing; asked.
13:
1. have finally find/finally found. 5. has never visited
2. hasn't been 6. haven't you heard
3. Have you read 7. has sprained
4. signed 8. made/ has made
Slide 2 - Slide
Exercise 12/13/14
14:
1. banned 6. recently gave/ has recently given
2. was relaxing 7. have experienced
3. told 8. missed
4. have quenstioned 9. was preparing
5. didn't have 10. did they do
Slide 3 - Slide
Verstoren
A
Disrupt
B
Fail
C
Protester
D
Report
Slide 4 - Quiz
Uitroepen tot
A
Challenge
B
Declare
C
Giant
D
In common
Slide 5 - Quiz
Verantwoordelijkheid
A
Refugee
B
Responsibility
C
Wealthy
D
Reusable
Slide 6 - Quiz
Uitschakelen
A
Fail
B
Disrupt
C
Numerous
D
Shut off
Slide 7 - Quiz
Treatment
A
Behandeling
B
Mishandeling
C
Uitvoeren
D
Bevrijden
Slide 8 - Quiz
Endangered
A
Vervuilen
B
Ongelijkheid
C
Bijdragen
D
Bedreigd
Slide 9 - Quiz
Ban
A
Daarnaast
B
Zweep
C
Verbod
D
Afval
Slide 10 - Quiz
Proper
A
Goed, juist
B
Doneren
C
Leerzaam
D
Overdrijven
Slide 11 - Quiz
Past Simple, Present Perfect & Past Continuous
Past Simple:
Je maakt de Past Simple: door -ed achter het werkwoord te zetten. (of eerste rijtje onregelmatige ww.)
Je gebruikt hem als: iets in het verleden gebeurd is en nu afgelopen. Vaak staat er een tijdsbepaling in de zin: yesterday.
On Wednesday we had dinner at a restaurant.
Slide 12 - Slide
Present Perfect:
Je maakt de PP met have/has + voltooid deelwoord (of 3de van het rijtje onregelmatige ww.)
Je gebruikt hem als: iets in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is, te praten over ervaringen tot nu toe of om te zeggen dat iets in het verleden begonnen is en je daar nu resultaat van merkt.
They won't come because they have missed the bus.
Slide 13 - Slide
Past Continuous:
Je maakt hem met was/were + hele werkwoord + ing. Je gebruikt de PS om te benadrukken dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was. In NL: waren aan het/ zaten te.
The aircraft was flying low.
Slide 14 - Slide
Je gebruikt de Past Simple en de Past Continuous samen in 1 zin om aan te geven dat er iets gebeurde (past simple) terwijl iets anders al aan de gang was (past continuous)
I was studying for my exams when my mom knocked on the door.