3H - oefenen H5 + H7 deel 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

"Waar wil je meer uitleg over?"

Is er hier sprake van een lineair verband?

B=20t+7​2​​

1. Ja
2. Nee

In welke tabel is er geen lineair verband?

1. Tabel A
2. Tabel B
3. Tabel C
4. In elke tabel zit een lineair verband

Is deze grafiek recht evenredig?

1. JA
2. NEE

Is deze 

tabel 

recht evenredig?

1. JA
2. NEE

Welke tabel hoort bij een
recht evenredig verband?

1. Tabel A
2. Tabel B
3. Geen van beide
4. Allebei

Is dit een recht evenredig verband?

1. Ja
2. Nee

Asymptoot

Hoe vind je de asymptoten?

Verticale asymptoot:  x = .....         Welk getal voor x bestaat niet? 

Horizontale asymptoot: y = ....      Vul een heel groot getal in voor x.

y=​x−2​​1​​+1

Hoe vind je de asymptoten?

Verticale asymptoot:  x = .....         Welk getal voor x bestaat niet? 

Verticale asymptoot in dit geval:   x = 2

Horizontale asymptoot: y = ....      Vul een heel groot getal in voor x.

Horizontale asymptoot in dit geval:  y = 1

y=​x−2​​1​​+1

Wat is de verticale asymptoot?

Wat is de horizontale asymptoot?

Wat is de horizontale asymptoot?

Wat is de verticale asymptoot?

Wat is de verticale asymptoot?

Eigenschappen

1. Wortel uit een negatief getal bestaat niet

2. Formule heeft een randpunt

Wat moet je kunnen:

1. Randpunt berekenen

Randpunt berekenen

1. Stel de uitdrukking onder de wortel gelijk aan 0

2. Bereken de X

3. Voer de X in de formule in om de Y te berekenen.

4. Schrijf de coördinaten op

Gegeven is de formule:

Wat is het randpunt?

y=−1+2√​x+3​​​

1. (3, -1)
2. (3, 1)
3. (-3, -1)
4. (2, 3)

In de formule                              is de coördinaat van het randpunt .........................

y=2√​x−3​​​+4

1. (2,3)
2. (−3,4)
3. (3,4)
4. (0,4)

Geef de coördinaten van het randpunt bij de formule

y=√​(x+6)​​​

1. (-6,0)
2. (0,6)
3. (0,-6)
4. (6,0)

Geef het randpunt van de wortelformule

y=√​x−2​​​

1. (0,-2)
2. (-2,2)
3. (2,0)
4. (-2,0)

Wat is de amplitude?

1. 10 meter
2. 5 meter
3. 3 seconden
4. 6 seconden

Wat is de amplitude?

Wat is de evenwichtsstand?

1. 18m
2. 45 seconden
3. 90 seconden
4. 9m

Wat is de evenwichtsstand?

Wat zijn de periode, de evenwichtsstand en de amplitude van de periodieke beweging hiernaast?

1. Periode = 5 Evenwichtsstand = 4,5 Amplitude = 3
2. Periode = 5 Evenwichtsstand = 7,5 Amplitude = 3
3. Periode = 5 Evenwichtsstand = 4,5 Amplitude = 6
4. Periode = 2,5 Evenwichtsstand = 4,5 Amplitude = 3

Wat is de periode?

1. 0,5
2. 1
3. 4
4. 8

Bij welk verband
hoort deze formule

1. Lineair verband
2. Kwadratisch verband
3. Wortel verband
4. Exponentieel verband

Welk verband hoort bij de tabel?

1. Kwadratisch verband
2. Wortelverband
3. Lineair verband
4. Periodiek verband

Is deze tabel een kwadratisch verband?

1. ja
2. nee

x	-2	-1	0	1	2
y	5	2	1	2	5

1. Kwadratisch verband
2. Lineair verband
3. Wortelverband
4. Geen verband

1. machtsverband
2. Kwadratisch verband
3. lineaire verband
4. Wortelverband

De verschilformule van deze formules b = 12t + 50
30 + 8t = b

1. 4t + 50 = b
2. b = 20t + 20
3. b = 20t + 4
4. b = 4t + 20

Maak van de 2 formules een verschilformule.
A: y = 10 - 7x
B: y = 5 + 3x
Wat is de verschilformule A - B

1. y = 15 + 10x
2. y = 5 - 4x
3. y = 5 - 10x
4. y = -5 - 10x

Wat is de verschilformule
die hoort bij formules
A en B?

1. b = 6a + 4
2. b = 10 a + 4
3. b = -6a -4
4. b=10a​2​​+4

Machtsformule met een even macht. 

Machtsformule met een oneven macht. 

Machtsformule...
ja of nee

1. ja
2. nee

Machtsformule...
ja of nee

1. ja
2. nee