H3 GR

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

H3

Aan de slag met grafische rekenmachine

Bij het gebruik van de GR noteer je:

1) De formules die je invoert

2) De optie die je gebruikt + het resultaat

3) Je geeft antwoord op de vraag in een zinnetje

Als je een grafiek moet schetsen op een toets, is stap 1: je voert de formule in bij y1 en schrijft dit op je toetsblaadje, y1=....

1. waar
2. niet waar

Met welke optie bereken ik een y-waarde?

1. zero
2. trace
3. intersect
4. maximum

Met welke optie bereken ik een snijpunt van 2 grafieken?

1. zero
2. trace
3. intersect
4. maximum

Een fabrikant van tuinstoelen hanteert voor de dagopbrengst R van het model 'Easy' de formule 

Hierin is R in euro's en q is het aantal verkochte stoelen per dag.

Een geschikt is Xmin=0, Xmax=1500, Ymin=0 en Ymax=60000.

Voer de formule in en pas je window aan en druk op graph

Schets de grafiek van

De juiste schets is

1. 
2. 
3. 
4. 

Schets de grafiek van

Bij de grafiek zet je de letters ...

1. x (horizontaal) en y (verticaal)
2. x (verticaal) en y (horizontaal)
3. q (horizontaal) en R (verticaal)
4. q (verticaal) en R (horizontaal)

Met welke optie bereken ik een maximum?

1. zero
2. trace
3. intersect
4. maximum

Voor welke q is de dagopbrengst maximaal?

Hierin is R de dagopbrengst in euro's en q is het aantal verkochte stoelen per dag.

1. 555
2. 51888
3. 667
4. 53333

Optie maximum

optie maximum geeft 

x=666,66.. en y=53333,33...

Dus voor q=667 is 

de dagopbrengst maximaal

Hoeveel is die maximale dagopbrengst?

Hierin is R de dagopbrengst in euro's en q is het aantal verkochte stoelen per dag.

1. 555
2. 51888
3. 667
4. 53333

Op een dag heeft de fabrikant een opbrengst van 40 000 euro. Hoeveel stoelen zijn er verkocht?
Ik pak dit aan als volgt:

1. optie trace x=40 000
2. y2 = 40 000 en optie intersect

Op een dag heeft de fabrikant een opbrengst van 40 000 euro.
Hoeveel stoelen zijn er verkocht?

1. 333
2. 333 of 667
3. 1000
4. 333 of 1000

333 of 1000 stoelen

Het bedrijf heeft ook kosten.

Per dag zijn de kosten gegeven door de formule K=15000+30q.

De grafieken van K (kosten) en R (dagopbrengst) hebben 2 snijpunten. Wat is de praktische betekenis van deze snijpunten?

Het bedrijf verkoopt 500 tuinstoelen.
Hoeveel euro zijn de kosten die dag?
K=15000+30q met q = aantal stoelen

1. 15 000 euro
2. 150 000 euro
3. 30 000 euro
4. 300 000 euro

Het rekenen met de grafische rekenmachine gaat

1. goed
2. redelijk
3. slecht
4. rampzalig

Zelfstandig werken

Nu maken opgave 8 en 11

Let op je notatie, altijd 3 stappen

1) de formules die je invoert, 2) de optie + resultaat

3) geef antwoord op de vraag