paragraaf 3.1 stad en platteland

Lesdoelen paragraaf 3.1: Stad en platteland
- je kunt verschillen tussen stad en platteland noemen.
- je kunt de krimp-en groeigebieden van Nederland noemen en uitleggen waarom dit krimpgebieden zijn.
-je kunt de gevolgen voor het woningbestand noemen a.g.v. de toename van het aantal huishoudens.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lesdoelen paragraaf 3.1: Stad en platteland
- je kunt verschillen tussen stad en platteland noemen.
- je kunt de krimp-en groeigebieden van Nederland noemen en uitleggen waarom dit krimpgebieden zijn.
-je kunt de gevolgen voor het woningbestand noemen a.g.v. de toename van het aantal huishoudens.

Slide 1 - Slide

Je kent de betekenis van de volgende begrippen:
Bevolkingsdichtheid-bevolkingsspreiding-verstedelijkingsgraad-adressendichtheid-agglomeratie-stadsgewest-stedelijk gebied-natuurlijke bevolkingsgroei-sociale bevolkingsgroei-vergrijzing-draagvlak-drempelwaarde-reikwijdte-suburbanisatie-functie van de ruimte-geografisch schaalniveau.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

1a. Leeuwarden is het primair regionaal centrum dat het dichtsbij ligt
GB 54A

Slide 5 - Slide

1b. Leeftijdsopbouw in Friesland
Gebruik GB kaartbladzijde 49/AL 40

opdracht 1c: Beredeneer of de leefbaarheid in het dorp Tzummarum zal toe-of afnemen a.g.v toenemende vergrijzing.

Oorzaak-Gevolg
(gebruik evt. termen als drempelwaarde en draagvlak)

Slide 6 - Slide

Verzorgings-
gebied = het gebied dat door één stad of dorp wordt voorzien van goederen en diensten.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Slide 12 - Map

opgave 6
6a/6b
vergrijzing
ontgroening
vergroening

6d. Jongeren en gezinnen urbaniseren. Hierdoor is sprake van vergroening.
Dit is van invloed op voorzieningen en woningvoorraad

Vraag: verklaar C in 2015

Slide 13 - Slide

6f: verband tussen gewijzigde leeftijdsopbouw en figuur 3.7
Het aantal 1-persoonshuishoudens neemt toe.

In Utrecht komt dit doordat jongeren vaker alleen wonen.

Slide 14 - Slide

Migratiesaldo
Inkomens

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Een voorbeeld van een meergezinswoning is....
A
een stacaravan
B
een rijtjeswoning
C
een vrijstaande villa
D
een flat

Slide 17 - Quiz

Afgebeeld is een.......
A
Stadsgewest
B
Stedelijk gebied

Slide 18 - Quiz

Bevolkingsgroei veroorzaakt door een hoger geboortecijfer is......
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei
C
Positieve bevolkingsgroei
D
Demografische bevolkingsgroei

Slide 19 - Quiz

Welk gebied is geen krimpgebied?
A
Noord-Groningen
B
Zeeuws-Vlaanderen
C
Flevoland
D
Zuid-Limburg

Slide 20 - Quiz

De bevolkingsdichtheid =...
A
gem. aantal inwoners per vierkante meter
B
gem. aantal inwoners in een stad
C
gem. aantal inwoners per vierkante km
D
De manier waarop de bevolking is verdeeld

Slide 21 - Quiz

De bevolkingsspreiding geeft aan...
A
Dat mensen verspreid wonen
B
Hoe de mensen verdeeld zijn over een gebied
C
Dat mensen geconcentreerd wonen
D
Dat er geen steden zijn.

Slide 22 - Quiz

In Nederland is momenteel sprake van...
A
suburbanisatie
B
urbanisatie
C
re-urbanisatie

Slide 23 - Quiz

De afstand die men af wil leggen om gebruik te maken van een dienst noemen we....
A
drempelwaarde
B
hoogwaardigheid
C
reikwijdte
D
draagvlak

Slide 24 - Quiz

Dit is een voorbeeld van een...
A
hoogwaardige voorziening
B
laagwaardige voorziening

Slide 25 - Quiz

Wat is een verzorgingsgebied?
A
Gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten
B
Gebied waar verzorgingshuizen staan
C
Een winkelcentrum
D
Een woonwijk

Slide 26 - Quiz

Welke voorziening heeft een groter verzorgingsgebied?
A
Huisarts
B
Academisch ziekenhuis
C
Supermarkt
D
Bouwmarkt

Slide 27 - Quiz