Louis XIV

• Geschiedenis

HOOFDSTUK 3:

Vorstelijk absolutisme in Frankrijk

Lodewijk XIV (1643-1715)

1. Centralisatie van de macht

Louis XIV door Hyacinthe Rigaud (1701)

Wanneer was Louis XIV koning van Frankrijk?

1. 1638-1715
2. 1643-1715
3. 1661-1715
4. 1638-1815

Vraag a, p. 104

- koning van 1643-1715

- 72 jaar op de troon

Waarom klonk er bij zijn dood vioolmuziek, gezang en gelach in de straten?

1. door vele oorlogen en uitgeholde economie
2. Lodewijk XIV wou dat het volk zou feesten bij zijn dood
3. er was een Russisch circus neergestreken in Parijs
4. het lachgas was net uitgevonden

Louis XIV arriveert bij het beleg van Rijsel

 (door A.F. van der Meulen, ca. 1680)

Louis XIV was bij zijn dood onpopulair wegens:

- vele oorlogen

- zware belastingen

- uitgeholde economie

Vraag b, p. 104

J.A. Watteau, 1720

Louis XV door Hyacinthe Rigaud 

Waarom kwam Louis XIV pas in 1661 echt aan het bewind?

1. Voordien was er te weinig 'wind'
2. hij lag enkele jaren in coma
3. de regent, kardinaal Mazarin stierf
4. in dat jaar kreeg hij eindelijk baardgroei

1661: kardinaal Mazarin sterft

Ten koste van wie trok Louis XIV alle macht naar zich toe?

1. gewone volk
2. de adel
3. zijn vrouw Maria-Theresia
4. kardinaal Mazarin

Hoe trok hij alle macht naar zich toe? Welke stelling is fout?

1. regeerde zonder 1ste minister
2. nam alle politieke beslissingen zelf
3. nam alle economische beslissingen zelf
4. hij gebruikte een stevig touw

Vraag d, p. 104

trok alle macht naar zich toe

> ten koste van de adel

Hoe?

> regeerde zonder 1ste minister

> nam alle politieke en 

economische beslissingen zelf

2. De koning, God op aarde

Als wie of als wat wordt Lodewijk XIV hier afgebeeld?

1. de maan
2. de sterren
3. de zon
4. een pompoen

Waarop is de macht van de vorst gebaseerd?

1. op God
2. op de zon
3. op de stem van het volk
4. op de vrieskou

vraag b, p. 106

- de koning zijn macht is gebaseerd op God

- hij moet aan niemand verantwoording afleggen

vraag c, p. 106

- vorst streeft eenheid van geloof na

- godsdienstvrijheid brengt de basis (=God) van zijn macht in gevaar

Versailles in 1668, door Pierre Patel

3. Versailles, een 'gouden kooi'

Maria-Theresia van Spanje 

= vrouw van Louis XIV

Henriëtta Anne van Engeland

= schoonzus

Louise de La Vallière

Madame de Montespan

> 7 kinderen

Madame de Maintenant

Een gouden kooi

Wie moest het 'hof' tot zijn vaste verblijfplaats maken?

1. de adel
2. de burgerij
3. enkel de familie van de koning
4. de Rode Duivels

Waarom moest de adel in Versailles komen wonen?

1. koning was eenzaam
2. adel was arm
3. zo kon de koning ze in het oog houden
4. de koning was fan van Adele

schrijver Molière mocht op kruk kijken hoe koning at

Vragen p. 108

a) de adel en de ministers

b) zo kon hij ze beter controleren en konden ze geen staatsgreep plegen

Lokaal bestuur?

> adel werd vervangen door ambtenaren uit de 3de stand (burgerij)

> lettre de cachet

                STAATSCENSUUR

Beleg van Doornik (1667), door A.F. van der Meulen

4. Remmen op de koninklijke macht

Was was de belangrijkste rem op de vorstelijke macht?

1. de handrem van zijn koets
2. zijn minnaressen
3. de rockgroep R.E.M.
4. geld

Beleg van Doornik (1667), door A.F. van der Meulen

Belangrijkste rem = GELD

> voor hofhouding, ambtenaren, leger, oorlogen, Versailles,...

> leidde tot COLBERTISME

Colbertisme =

invoer beperken en 

uitvoer stimuleren

5. Besluit

- absolutisme = hoogtepunt

- vorst geeft te veel geld uit

- ondanks terreinwinst zijn veroveringsoorlogen desastreus

- colbertisme = kortstondig succes

- ontevredenheid groeide

         leidde tot ??????????

Beleid Louis XIV leidde mee tot?

1. de Verlichting
2. de industriële revolutie
3. de betogingen van de gele hesjes
4. de Franse Revolutie

5. Besluit

- absolutisme = hoogtepunt

- vorst geeft te veel geld uit

- ondanks terreinwinst zijn veroveringsoorlogen desastreus

- colbertisme = kortstondig succes

- ontevredenheid groeide

         leidde tot de Franse Revolutie (1789)

HOOFDSTUK 4:

De Verlichting

John Locke

(1632-1704)

John Locke

- tegen standensamenleving

- ieder individu is gelijk

- volkssoevereiniteit

Montesquieu (1689-1755)

Montesquieu 

> scheiding der machten

1. Wetgevende macht

- stemt de wetten

= het parlement

2. Uitvoerende macht

- voert de wetten uit

= de regering 

(ministers + koning of president)

3. Rechterlijke macht

- spreekt recht

- de rechtbanken

diplomaat Thomas Foster bezoekt Versailles ('Hou'...)