H4.3 - Les 5: De verstedelijking van Nederland

4 MAVO
Hoofdstuk 4
Bevolking en ruimte
Paragraaf 3
De verstedelijking van NL
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4 MAVO
Hoofdstuk 4
Bevolking en ruimte
Paragraaf 3
De verstedelijking van NL
---
M. Zeelenberg
zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling van belangrijke begrippen uit H4.1 + H4.2
  • Start aan paragraaf 3: De verstedelijking van Nederland

Slide 2 - Slide

Regels in de les
  • Er is maximaal één iemand aan het woord.
  • Je steekt altijd je vinger op als je iets wilt zeggen.
  • We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.
  • Telefoons staan op stil en zitten in je tas of broekzak.
  • Zorg dat je al je spullen bij je hebt: Schrift, werkboek & lesboek.

Slide 3 - Slide

PAK JE TELEFOON
Ga naar lessonup.app en vul de volgende code in;

Slide 4 - Slide

Leg uit hoe je de sociale bevolkingsgroei van een land uitrekent.

Slide 5 - Open question

Wat is GEEN oorzaak van vergrijzing
A
Babyboomgeneratie wordt 65+
B
Mensen krijgen minder kinderen
C
Toename van ziektekosten
D
Levensverwachting neemt toe

Slide 6 - Quiz

Leg uit waarom de natuurlijke bevolkingsgroei in de toekomst in Nederland afneemt.

Slide 7 - Open question

Leg uit waarom de totale bevolkingsgroei in Nederland tóch positief blijft.

Slide 8 - Open question

Welke van deze voorzieningen heeft de grootste reikwijdte?
A
Bioscoop
B
Bijenkorf
C
Efteling
D
Jumbo Supermarkt

Slide 9 - Quiz

Welke van deze voorzieningen heeft de laagste drempelwaarde?
A
Bijenkorf
B
Luchthaven Schiphol
C
Sint Maartenscollege
D
Museon Den Haag

Slide 10 - Quiz

DOE JE TELEFOON WEER IN JE TAS/ZAK OP STIL/UIT

Slide 11 - Slide

Lesdoelen van vorige les
  1. Je kan uitleggen hoe bevolkingskrimp in Nederland ontstaat.
  2. Je kan 2 gevolgen van bevolkingskrimp noemen.
  3. Je kan de begrippen verzorgingsgebied, drempelwaarde en reikwijdte uitleggen in je eigen woorden.
  4. Je kan uitleggen waarom de ene voorziening een grotere reikwijdte en verzorgingsgebied heeft dan de andere voorziening.
  5. Je kan uitleggen waarom de ene voorziening een grotere drempelwaarde heeft dan de andere voorziening.
  6. Je kan 5 voorbeelden geven van herinrichting in gebieden met krimp.

Slide 12 - Slide

Verzorgingsgebied, reikwijdte en drempelwaarde 

Verzorgingsgebied - "Het gebied waar de klanten van  een voorziening vandaan komen."
Reikwijdte - "De maximale afstand die mensen willen afleggen om van een voorziening gebruik te maken."
Drempelwaarde - "Het minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan."

Slide 13 - Slide

Lesdoelen van deze les
  1. Je kunt aangeven wanneer urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie in Nederland plaatsvond.
  2. Je kunt uitleggen waarom urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie  plaatsvond.
  3. Je kunt de gevolgen van urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie voor stad en platteland benoemen.
  4. Je kunt de volgende begrippen in je eigen woorden uitleggen: mobiliteit, agglomeratie, stedelijke zone.

Slide 14 - Slide

TIJDLIJN
1870 - 1960   |   1960 - 1980   |   1980 tot heden

Urbanisatie | suburbanisatie | re-urbanisatie

Slide 15 - Slide

URBANISATIE

Stijging van het percentage mensen dat in de stad woont.

1870 --> industrialisatie

Slide 16 - Slide

URBANISATIE
URBANISATIE

Slide 17 - Slide

SUB
URBANISATIE

De verstedelijking van het landelijk gebied door migratie vanuit de stad

1960 - 1980

Slide 18 - Slide

SUBURBANISATIE
Mensen verlaten de stad op zoek naar een betere leefbaarheid.

 Dorpen groeien vast aan steden
                     -- GEVOLG --
     Er ontstaan agglomeraties.

Slide 19 - Slide

AGGLOMERATIES

Door bevolkingsgroei ontstaat een stedelijke zone.

Bekendste voorbeeld?

Slide 20 - Slide

RE-URBANISATIE

"Re-" betekent "her"
--
Mensen komen weer terug naar de stad omdat deze mooier zijn geworden door herinrichting.

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
  • Lees de tekst op pagina 56/57 in je tekstboek.
  • Maak de kennen- en kunnenlijst; 26 t/m 29.
Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.
  • GEEN TELEFOONS.

Slide 22 - Slide

Lesdoelen van deze les
  1. Je kunt aangeven wanneer urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie in Nederland plaatsvond.
  2. Je kunt uitleggen waarom urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie  plaatsvond.
  3. Je kunt de gevolgen van urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie voor stad en platteland benoemen.
  4. Je kunt de volgende begrippen in je eigen woorden uitleggen: mobiliteit, agglomeratie, stedelijke zone.

Slide 23 - Slide

HUISWERK VOOR DINSDAG
Maak H4.3 kennen- en kunnenlijst;
26 t/m 29

Slide 24 - Slide

Zijn er nog vragen?
Je kunt ze klassikaal stellen
Je kunt mij mailen; zlb@st-maartenscollege.nl
Je kunt me altijd opzoeken op school; 
aanwezig op maandag t/m donderdag

Slide 25 - Slide