Procentuele toe- en afname

Procentuele toe- en afname
1 / 16
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Procentuele toe- en afname

Slide 1 - Slide

Doelen van de les
Aan het einde van de les:

* kun je het nieuwe totaal uitrekenen
* kun je afname en toename uitrekenen in procenten

Slide 2 - Slide




Procenten worden vaak gebruikt om een afname aan te geven. Een afname betekent dat een hoeveelheid kleiner wordt. Een afname in procenten noem je een procentuele afname.



Je kunt bij een procentuele afname uitrekenen wat de nieuwe hoeveelheid is. De nieuwe hoeveelheid noem je het nieuwe totaal, dit is het oude totaal min de afname. Het oude totaal is de oude hoeveelheid, dit is 100%.
Het nieuwe totaal uitrekenen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

In week 46 verkoopt pizzeria Italia 410 pizza's.
In week 47 verkoopt de pizzeria 10% meer pizza's.

Hoeveel pizza's verkoopt pizzeria Italia in week 47?
A
451
B
410
C
420
D
461

Slide 6 - Quiz

Theorie (2)
Procenten worden ook vaak gebruikt om een toename aan te geven. Een toename betekent dat een hoeveelheid groter wordt. Een toename in procenten noem je een procentuele toename.
Toename of afname kun je berekenen met de volgende formule:
(nieuw - oud) : oud x 100 =

Slide 7 - Slide

(nieuw - oud) : oud x 100 =

Slide 8 - Slide

(nieuw - oud) : oud x 100 =

Slide 9 - Slide

Meervoudige afname of toename
Bij meervoudige afname of toename is er na iedere afname of toename een nieuw totaal

Je kunt de percentages niet bij elkaar optellen om het nieuwe totaal uit te rekenen!

Slide 10 - Slide

Percentage meervoudige afname of toename berekenen

Stap 1: Reken uit hoeveel je moet betalen.
Stap 2: Reken de totale korting uit.
Stap 3: Reken uit welk percentage bij de totale korting hoort. 
120 euro 
Actie
-30 %!
Je krijgt 20% korting op de actieprijs. Hoeveel procent korting krijg je in totaal?

Slide 11 - Slide

Opgave
Marco zet €2.000 op zijn spaarrekening. Hij krijgt elk jaar 2,5% rente.

Hoeveel staat er na drie jaar op zijn spaarrekening?

Slide 12 - Slide

Ik denk dat ik het snap en ga nu liever aan het werk.
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

Wat vond je van deze les?
-1100

Slide 14 - Poll

1. Dit heb ik vandaag geleerd en wist ik nog niet.
2. Dit vind ik nog lastig en wil ik meer over leren.

Slide 15 - Open question

Aan de slag!!
Stuur je printscreen naar:

t.krus@rijnijssel.nl

Slide 16 - Slide