Grammatica zinsdelen - HAD

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Grammatica zinsdelen H2 les 1

10 minuten lezen uit je leesboek

Wat gaan we vandaag doen?

- Stillezen uit je leesboek

- Herhaling persoonsvorm & zinsdelen

- Uitleg over het onderwerp

- Werken aan de opdracht 

Helaas zakte ik afgelopen jaar voor het examen 

• Persoonsvorm: zakte
• Helaas / zakte / ik / afgelopen jaar / voor het examen 

Herhaling persoonsvorm

De persoonsvorm geeft het getal aan en de tijd

- Maak van de zin een vraag

- Zet de zin in een andere tijd

- Verander het getal van de zin 

Herhaling zinsdelen

Probeer welke woorden je samen voor de persoonsvorm kan zetten. Die woorden vormen samen een zinsdeel. 

Kijk welke woorden altijd in dezelfde volgorde blijven staan als je de zin verandert. Die woorden zijn samen een zinsdeel. 

Onderwerp

Het onderwerp is een zinsdeel.

Er zijn twee manieren om het onderwerp te vinden. 

Manier 1:

1. Zoek de persoonsvorm.

2. Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin. 

3. Stel de vraag Wie/Wat + persoonsvorm?

4. Het antwoord op die vraag is het onderwerp. 

Manier 2:

1. Zoek de persoonsvorm

2. Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin.

3. Verander de persoonsvorm van getal.

4. Het zinsdeel dat mee verandert, is het onderwerp

In zijn ondergrondse gangenstelsel zoekt de mol zijn voedsel: wormen.

• Persoonsvorm: zoekt 
  
• Onderwerp: de mol 
• In zijn ondergrondse gangenstelsel / zoekt / de mol / zijn voedsel: wormen. 

Werken aan de opdracht

Wat? Opdracht 1 en 2 op bladzijde 58 - 59. Gebruik de geprinte zinnen om de zinsdelen aan te geven. 

Hoe? Zelfstandig 

Tijd? 10 min

Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je

Klaar? Werk verder aan ander huiswerk

Huiswerk

Volgende week maandag (15/11) moet opdracht 1 en 2 van grammatica zinsdelen H2 af zijn.

Schrijf dit op in je plenda