This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 5 min
Items in this lesson
Relationele databanken
Slide 1 - Slide
1) Stel je voor dat je een lijst wilt bijhouden van de telefoonnummers van je vrienden. Wat zijn volgens jou goede manieren om deze informatie op te slaan? (Meerdere antwoorden zijn mogelijk.)
A
Op een kladpapier
B
In een notitie-app op mijn telefoon
C
In mijn hoofd, door alles te onthouden
D
In een contactenlijst op mijn telefoon
Slide 2 - Quiz
2) Wat is een database?
A
Een plek om muziek af te spelen
B
Een gestructureerde verzameling gegevens
C
Een apparaat om te bellen
D
Een manier om berichten te versturen
Slide 3 - Quiz
3) Wat is een tabel in een database?
A
Een lijst waarin gegevens netjes in rijen en kolommen zijn gerangschikt
B
Een overzicht van al je apps op je telefoon
C
Een opslagplaats voor bestanden
D
Een plek waar je cijfers kunt berekenen
Slide 4 - Quiz
4) Wat is een record in een database?
A
Een bestand dat muziek afspeelt
B
Een volledige rij met gegevens in een tabel
C
Een speciale code om gegevens te versleutelen
D
Een kolom met titels
Slide 5 - Quiz
5) Wat is een veld in een tabel?
A
Een kolom met een specifiek type gegevens, zoals een naam
B
Een lege ruimte in een database
C
De titel van een tabel
D
Een lijst met alle records
Slide 6 - Quiz
6) Wat is een primaire sleutel in een tabel?
A
Een wachtwoord om de tabel te openen
B
Een naam die je tabel beschrijft
C
De eerste rij in de tabel
D
De belangrijkste kolom die elk record uniek maakt
Slide 7 - Quiz
7)Wat is een relatie tussen tabellen?
A
Een manier om tabellen mooier te rangschikken
B
Een relatie tussen leerlingen in de database
C
Een koppeling die gegevens uit verschillende tabellen verbindt