Les 1: Gelijkwaardige breuken

Wat is een breuk?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat is een breuk?

Slide 1 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Wat is een breuk?

Een breuk is een deel van een geheel.

Slide 2 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Uit welke onderdelen bestaat een breuk?


Slide 3 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Uit welke onderdelen bestaat een breuk?

Een breuk bestaat uit een teller en een noemer.

Bijvoorbeeld: 1/4 (spreek uit: één vierde of een kwart)

Slide 4 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Bij optellen of aftrekken van breuken reken je met de teller.

Bij vermenigvuldigen en delen van breuken met een heel getal reken je met de teller.

We hebben tot nu toe eigenlijk niets met de noemer gedaan!

Slide 5 - Slide

Lesdoel
Ik kan gelijkwaardige breuken maken 
door te vermenigvuldigen en te delen.

Slide 6 - Slide

Gelijkwaardige breuken
Breuken die een verschillende noemer hebben, 
maar hetzelfde deel van het geheel aangeven.

Slide 7 - Slide

Gelijkwaardige breuken
Breuken die een verschillende noemer hebben, 
maar hetzelfde deel van het geheel aangeven.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Aan de slag
We maken opdracht 2 en 3 gezamenlijk

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maak op je wisbordje gelijkwaardige breuken van deze breuken:

1/4
3/6
4/8
5/10

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Had je alles goed? 
Opdracht 3 t/m 8 (blz. 6 t/m 8)

Slide 12 - Slide

Afronding
Joost snijdt een cake in 6 plakken. 
Merel snijdt net zo'n cake in 8 plakken. 
Joost eet 3 van de 6 plakken op.

Hoeveel plakken moet Merel van haar cake eten om evenveel cake over te houden?

Slide 13 - Slide

Afronding
Mara snijdt een cake in 8 plakken.
Annabel snijdt net zo'n cake in 12 plakken.
Mara eet 2 van de 8 plakken op.

Hoeveel plakken moet Annabel van haar cake eten om evenveel over te houden?

Slide 14 - Slide

Afronding
Hoe vond je deze les?

Vond je het te makkelijk, te moeilijk of precies goed?

Weet je nu hoe je gelijkwaardige breuken kunt maken door te vermenigvuldigen en te delen?

Slide 15 - Slide