4.2 Inrichting van de verzorgingsstaat

H4D 25 nov 22
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H4D 25 nov 22

Slide 1 - Slide

Het antwoord op het dilemma van de verzorgingsstaat...
A
is altijd hetzelfde
B
kan veranderen

Slide 2 - Quiz

Tegenwoordig kiest men voor solidariteit
A
met eigen verantwoordelijkheid
B
met bestaanszekerheid

Slide 3 - Quiz

De verzorgingsstaat gaat alleen over uitkeringen en subsidies.
A
Nee over veel meer
B
Dat klopt

Slide 4 - Quiz

Er bestaat een wetsartikel waarin het gaat over bestaanszekerheid.
A
klopt Artikel 20
B
klopt Artikel 21
C
Klopt niet
D
klopt artikel 22

Slide 5 - Quiz

Naar een institutie kun je een brief of email sturen of je kunt er aanbellen.
A
Ja dat is zo.
B
Ik wil het je zien doen
C
Nee, dat klopt niet
D
?

Slide 6 - Quiz

Bij de institutie van het onderwijs hoort de leerplichtambtenaar als je veel spijbelt...
A
Inderdaad
B
Welnee
C
Daar kun je dus niet aanbellen

Slide 7 - Quiz

Door het poldermodel duurt het vaak lang voordat er een beslissing wordt genomen.
A
Yup, iedereen moet zijn zegje doen.
B
Welnee, een leider beslist

Slide 8 - Quiz

Een ziekenhuis is een instelling.
A
Ik wil het je zien doen.
B
Dat klopt.
C
Dat klopt niet
D
Ja dat zijn wetten en regels die het gedrag regelen.

Slide 9 - Quiz

Een instelling is een organisatie met een maatschappelijke functie
A
ja zoals het UWV bijvoorbeeld
B
Nee, je kunt er niet aanbellen of een brief naar toe sturen.

Slide 10 - Quiz

Lezen 4.2
Hierna beantwoord je vragen opnieuw
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Het antwoord op het dilemma van de verzorgingsstaat...
A
is altijd hetzelfde
B
kan veranderen

Slide 12 - Quiz

Tegenwoordig kiest men voor solidariteit
A
met eigen verantwoordelijkheid
B
met bestaanszekerheid

Slide 13 - Quiz

De verzorgingsstaat gaat alleen over uitkeringen en subsidies.
A
Nee over veel meer
B
Dat klopt

Slide 14 - Quiz

Er bestaat een wetsartikel waarin het gaat over bestaanszekerheid.
A
klopt Artikel 22
B
klopt Artikel 21
C
Klopt niet
D
klopt artikel 20

Slide 15 - Quiz

Naar een institutie kun je een brief of email sturen of je kunt er aanbellen.
A
Ja dat is zo.
B
Ik wil het je zien doen
C
Nee, dat klopt niet
D
?

Slide 16 - Quiz

Bij de institutie van het onderwijs hoort de leerplichtambtenaar als je veel spijbelt...
A
Inderdaad
B
Welnee
C
Daar kun je dus niet aanbellen

Slide 17 - Quiz

Door het poldermodel duurt het vaak lang voordat er een beslissing wordt genomen.
A
Yup, iedereen moet zijn zegje doen.
B
Welnee, een leider beslist

Slide 18 - Quiz

Een ziekenhuis is een instelling.
A
Dat klopt
B
Ik wil het je zien doen.
C
Dat klopt niet
D
Ja dat zijn wetten en regels die het gedrag regelen.

Slide 19 - Quiz

Een instelling is een organisatie met een maatschappelijke functie
A
ja zoals het UWV bijvoorbeeld
B
Nee, je kunt er niet aanbellen of een brief naar toe sturen.

Slide 20 - Quiz

Iets anders over het welzijnsdilemma

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Het is een goed idee dat Amsterdam dit regelt.
A
Ja anders wordt het onrustig.
B
Nee dat is eigen verantwoordelijkheid.
C
Nee, het is bemoeizucht.
D
Je mijn welzijn hangt ervan af.

Slide 23 - Quiz

4.2 maken opdrachten studiewijzer
timer
10:00

Slide 24 - Slide