Oefeningen X-gebonden

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is de (theoretische) kansverdeling voor het geslacht bij nakomelingen?
A
25% vrouw 75% man
B
25% man 75% vrouw
C
50% vrouw 50% man
D
onbepaald

Slide 2 - Quiz

In de praktijk:
A
worden er meer meisjes geboren
B
worden er meer jongens geboren
C
worden er evenveel meisjes als jongens geboren

Slide 3 - Quiz

De man bepaalt het geslacht.
De theoretische verdeling is 50%/50% 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Genen op het Y-chromsoom
Het Y-chromosoom bepaalt het geslacht 

Slide 6 - Slide

Hier liggen unieke genen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Genen op het X-chromosoom
Hemofilie
Kleurenblindheid
Duchennes spierdystrofie

Slide 9 - Slide

Bepaal het genotype van een vrouw dat een dochter heeft met hemofilie.
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

X-chromosomale overerving
Allelen op het X chromosoom erven anders over omdat een man maar 1 X chromosoom heeft.
Notatie: XA en Xa 
Vrouw:  XA XA ; XA Xa en XaXa

Man: XA Y en XaY

Slide 11 - Slide

Wat merk je op in de stamboom ?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

44 autosomen + 2 heterosomen
(XY = man) (vrouw = XX)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Walter heeft een erfelijke aandoening.
Zijn beide ouders hebben het allel voor deze ziekte ook, maar zijn gezond.
Van welk type overerving is deze ziekte een voorbeeld?
A
autosomale, dominante overerving
B
autosomale, recessieve overerving
C
geslachtsgebonden, dominante overerving
D
geslachtsgebonden, recessieve overerving

Slide 17 - Quiz

Koen heeft een erfelijke aandoening. De ziekte werd door de moeder doorgegeven. Bij moeders komt de ziekte bijna nooit tot uiting. Van welk soort overerving is deze ziekte een voorbeeld?
A
autosomaal, dominant
B
autosomaal recessief
C
geslachtsgebonden dominant
D
geslachtsgebonden, recessief

Slide 18 - Quiz

Hemofilie is een ziekte bij de mens, die veroorzaakt wordt door het recessieve allel van een gen op het X-chromosoom. In een bepaalde familie trad deze ziekte al in enkele generaties op. Wanneer in deze familie een vader lijder is aan hemofilie en zijn vrouw noch de ziekte heeft, noch de draagster is kan de ziekte optreden bij:
A
50% van de dochters
B
Alle dochters
C
50% van de zonen
D
Geen van de zonen

Slide 19 - Quiz