MM Herhaling H4.1 + H4.2


Welk werktuig werd in het jaar 1000 door de boeren verbeterd? 
A
de tractor
B
de ploeg
C
de hooiwagen
D
de hark
1 / 39
next
Slide 1: Quiz
MMMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Welk werktuig werd in het jaar 1000 door de boeren verbeterd? 
A
de tractor
B
de ploeg
C
de hooiwagen
D
de hark

Slide 1 - Quiz


Boeren produceerden meer groente en fruit. 
Er was meer voedsel; daardoor ... 
A
werden er meer mensen boer
B
kwamen er minder mensen
C
groeide de bevolking
D
werden de mensen armer

Slide 2 - Quiz

markt
vraag
aanbod
plaats waar mensen handelen
wat iemand wil kopen
wat iemand wil verkopen

Slide 3 - Drag question


Leg uit hoe de steden ontstonden

Slide 4 - Open question


De tijd van de steden en staten duurde van ... tot ...
A
... tot 3000 v.C
B
3000 v.C tot 500 n.C
C
500 n.C tot 1000 n.C
D
1000 n.C tot 1500 n.C

Slide 5 - Quiz


Mensen, die iets met hun handen maken noemen we...
A
edelen
B
handelaren
C
ambachtslieden
D
horigen

Slide 6 - Quiz


Een handelaar koopt producten, die hij tegen een hogere prijs weer verkoopt.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz


Wat zijn stadsrechten?
A
recht op eigen bestuur en eigen wetten
B
recht op veiligheid van de koning
C
recht om een eigen geloof te kiezen
D
recht om een beroep uit te oefenen

Slide 8 - Quiz


een ander woord voor schout = burgemeester
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

De mensen op het platteland werden beschermd 
door hun 

In de stad werden                                      beschermd 
door de politie

Om de stad heen stond een dikke 

Je kwam de stad binnen door de
 
De politie en de schout werden betaald met 
heer
burgers
stadsmuur
stadspoort
belastingen

Slide 10 - Drag question


Wie was Graaf Floris?
A
koning der Nederlanden
B
edelman van het gewest Overijssel
C
edelman van het gewest Holland
D
burger uit de stad Amsterdam

Slide 11 - Quiz


Tegenwoordig heet een gewest een ...
A
stad
B
provincie
C
land
D
streek

Slide 12 - Quiz


Een koning of een edelman gaf een stad stadsrechten. 
De stad gaf in ruil daarvoor ...
A
belasting
B
bescherming
C
ridders
D
burgers

Slide 13 - Quiz


Graaf Floris liet de Ridderzaal bouwen
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz


Boeren en burgers hadden een hekel aan Floris
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz


Floris werd door edelen bevrijd
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz


Floris werd door edelen vermoord
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz


In een stad werd door de handel 
veel geld verdiend
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz


Waarom was een stad voor 
Graaf Floris zo belangrijk?
A
bij gevaar kon de Graaf in de stad schuilen
B
de burgers betaalden belasting aan de graaf
C
de Graaf vond een stad erg mooi
D
de Graaf dreef handel in de stad

Slide 19 - Quiz


In de meeste landen werkt de regering vanuit de hoofdstad van dit land
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz


Wat hoort bij staatsvorming?
A
dezelfde wetten en straffen
B
een gebied op dezelfde manier besturen
C
eigen rechters
D
A + B + C

Slide 21 - Quiz


Centralisatie =
A
een gebied besturen vanuit kleine gebieden
B
alle mensen wonen op één plek
C
een gebied wordt niet bestuurd
D
een gebied besturen vanuit één plek

Slide 22 - Quiz


Bij staatsvorming en centralisatie heeft de koning een groot leger met huursoldaten, waarmee hij het hele land verdedigt
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz


Bij staatsvorming en centralisatie vraagt de Graaf van Vlaanderen meer belasting dan de Hertog van Gelre
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz


Bij staatsvorming en centralisatie zijn in het hele land overal dezelfde belastingen
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz


Bij staatsvorming en centralisatie bepalen edelen zelf de straf voor misdadigers
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz


De burgers wilden inspraak omdat ze veel belasting moesten betalen aan de koning
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz


Wie hadden er allemaal inspraak?
A
de edelen
B
de geestelijken
C
de burgers
D
A + B + C

Slide 28 - Quiz


Waarom werd Maria van Bourgondië de koningin van Bourgondië?
A
Haar vader was de koning van Bourgondië. Hij overleed
B
Zij trouwde met de koning van Bourgondië

Slide 29 - Quiz


Hoe kon Maria van Bourgondië haar gebieden uitbreiden?
A
Door land te kopen
B
Door te trouwen met andere koningen
C
Door oorlog te voeren
D
Door te ruilen

Slide 30 - Quiz


Het schilderij van de hel was bedoeld om mensen
A
te waarschuwen
B
af te schrikken
C
voor de goede regels te laten kiezen
D
A + B + C

Slide 31 - Quiz


In de Middeleeuwen was er vrijheid van Godsdienst
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz


Wat gebeurde er vroeger met niet-Christenen?

Slide 33 - Open question


Wat wilde de Paus bereiken met de kruistochten?
A
Jeruzalem veroveren
B
de moslims verslaan
C
het Christendom belangrijk maken
D
A + B + C

Slide 34 - Quiz


De Paus beloofden de kruisvaarders een plek in de hemel
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz


Jeruzalem is voor de moslims onbelangrijk
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz


In Jeruzalem werd Jezus gekruisigd en begraven
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz


De kruistochten vonden plaats in de tijd van de steden en de staten
A
waar
B
niet waar

Slide 38 - Quiz


De moslims werden door de christenen verslagen
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz