Ik kan een verhoudingstabel gebruiken.
Ik kan een tabel invullen bij een verband/regelmaat.
Ik kan een grafiek aflezen.
Ik kan een grafiek tekenen bij een tabel.
Ik kan een som- en verschilgrafiek tekenen.
Ik kan een lineair verband herkennen.
Ik kan een tabel invullen en grafiek tekenen bij een lineair verband.
Ik kan een lineaire formule opstellen bij een tabel of grafiek.
Ik kan een lineaire vergelijking opstellen.
Ik kan een lineaire vergelijking oplossen door aflezen, rekenschema en balansmethode.