Antwoorden Vloeistofdrukken

1 / 24
next
Slide 1: Video
InstallatietechniekMBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Toegepaste natuurkunde
'Druk door een kolom vloeistof'

Slide 3 - Slide

Programma

  • Doelstelling.
  • Wat is volumestroom.
  • Berekenen van de volumestroom.

Slide 4 - Slide

Doelstelling
Aan het einde van de les kunnen de studenten de vloeistofdruk in een leiding berekenen en kennen de eenheden die gebruikt worden.

Slide 5 - Slide

Noem praktijkvoorbeelden waar je met vloeistofdrukken te maken hebt.

Slide 6 - Open question

Drukken in de praktijk

Slide 7 - Slide

Drukken in de praktijk

Slide 8 - Slide

CV : Om een bepaald vermogen te kunnen halen.
Tapwater : Om de juiste hoeveelheid water uit een tappunt te krijgen.
Warmtapwater : Om een lange wachttijd bij een warmwatertappunt te voorkomen. (max. 20 seconden)
Is de volumestroom te groot, overbodig energieverlies. Bij te kleine leiding te hoge stromingssnelheid en slijtage door wrijving in de leiding.
Is volumestroom te klein, niet voldoende warmteverplaatsing of te weinig water op een tappunt.


Slide 9 - Slide

Druk door een kracht
Formule: p = F : A
In eenheden:
Pa = N : m²
p = druk in Pa (pascal)
F = kracht in N (newton)
A = oppervlak in m²
Onthouden!
1 Pa = 1 N/m²


Slide 10 - Slide

Druk door een kracht
Formule: p = F : A

De buis bevat 5552 N water.
De kracht die het water op de bodem uitoefent is dus 5552 N.
Het oppervlak van de bodem is 0,283 m²
Berekening van de druk op de bodem van de buis:

Slide 11 - Slide

Formule: p = F : A

De buis bevat 5552 N water.
De kracht die het water op de bodem uitoefent is dus 5552 N.
Het oppervlak van de bodem is 0,283 m²
Berekening van de druk op de bodem van de buis:

Slide 12 - Open question

Druk door een kracht
Formule: p = F : A

De buis bevat 5552 N water.
De kracht die het water op de bodem uitoefent is dus 5552 N.
Het oppervlak van de bodem is 0,283 m²
Berekening van de druk op de bodem van de buis:

P= ? pa
F= 5552 N
A= 0,283 m²
P= F : A = 5552 N : 0,283 m² = 19618,38 Pa

Slide 13 - Slide

Druk door een kolom vloeistof
Formule : p = h x ρ x g
  
In eenheden : Pa = m x kg/m³ x N/kg
p = druk in Pa (pascal)
h = hoogte kolom boven het meetpunt in m
ρ = dichtheid van de stof in kg/m³
g = aantrekkingskracht van de aarde in N/kg


Slide 14 - Slide

Druk door een kolom vloeistof
VRAAG
De hoogte van de waterkolom is 2m.
De dichtheid van het water is 1000 kg/m³
Bereken de druk van het water op de bodem van de buis:


Slide 15 - Slide

De hoogte van de waterkolom is 2m.
De dichtheid van het water is 1000 kg/m³
Bereken de druk van het water op de bodem van de buis:
Formule : p = h x ρ x g

Slide 16 - Open question

De hoogte van de waterkolom is 2m.
De dichtheid van het water is 1000 kg/m³
Bereken de druk van het water op de bodem van de buis:
   p = ? Pa
   h = 2 m
   ρ = 1000 kg/m³
   g = 9,81 N/kg
   In de formule:
   p = 2 x 1000 x 9,81 = 19620 Pa


Slide 17 - Slide

VRAAG
Er zijn 2 meetpunten (m1 en m2)
De druk in m2 is 1,5 KPa
Hoogteverschil tussen de twee meetpunten is 300 cm
De dichtheid van het water is 1000 kg/m³
g = 9,81 N/kg
Bereken de druk van het water bij meetpunt m1 in Pa en KPa

Slide 18 - Slide

Er zijn 2 meetpunten (m1 en m2)
De druk in m2 is 1,5 KPa
Hoogteverschil tussen de twee meetpunten is 300 cm
De dichtheid van het water is 1000 kg/m³
g = 9,81 N/kg
Bereken de druk van het water bij meetpunt m1 in Pa en KPa

Slide 19 - Open question

Er zijn 2 meetpunten (m1 en m2)
    De druk in m2 is 1,5 KPa
    Hoogteverschil tussen de twee meetpunten is 300 cm
    De dichtheid van het water is 1000 kg/m³
    g = 9,81 N/kg
    Bereken de druk van het water bij meetpunt m1 in Pa en KPa

Formule: p = h x P x g
    p = ? Pa
    h = 3 m
    ρ = 1000 kg/m³
    g = 9,81 N/kg
    In de formule:
    p = 3 x 1000 x 9,81 = 29430 Pa
    Druk in m2 = 1,5 KPa = 1500 Pa
    Druk in m1 = psta. + pm2
    m1 = 29430 Pa + 1500 Pa = 30930 Pa = 30,93 Kpa.

 

Slide 20 - Slide

VRAAG
Bij een waterkolom is de druk (P) 275 kPa
ρ = 1000 kg/m³)
g = 10 N/kg
h = ?

Slide 21 - Slide

Bij een waterkolom is de druk (P) 275 kPa
ρ = 1000 kg/m³)
g = 10 N/kg
h = ?

Slide 22 - Open question

Formule: p = h x P x g
Bij een waterkolom is de druk (P) 275 kPa
ρ = 1000 kg/m³)
g = 10 N/kg
h = ?

250 kPa = h x 1000 x 10
250kPa = h x 10000
250000Pa = h x 10000
h = 250000 : 10000
h = 25m

Slide 23 - Slide

=
x
x
p
h
ρ
g

Pa
m
kg/m³ 
N/kg

Slide 24 - Drag question