What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
3.7 grammatica woordsoorten (les 1)
Welkom!
Leg alvast klaar:
je iPad (log in bij LessonUp)
je leerwerkboek deel B (eventueel)
je etui
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Leg alvast klaar:
je iPad (log in bij LessonUp)
je leerwerkboek deel B (eventueel)
je etui
Slide 1 - Slide
Planning
Huiswerk bespreken
Leerdoelen 3.7 Grammatica
Herhalen woordsoorten
Werkmoment
Afsluiten van de les
Slide 2 - Slide
Huiswerk was
3.5: opdrachten 9, 15 en 17.
Leerdoelen:
woordbetekenissen (pagina 52)
gebruik woordenboek (pagina 59)
Slide 3 - Slide
Leerdoelen 3.7
I
n deze paragraaf leer je:
het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord te gebruiken;
telwoorden te gebruiken;
het verschil tussen het zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Slide 4 - Slide
Grammatica: Woordsoorten
Elk
woord
in
een
zin
kun
je
benoemen.
Slide 5 - Slide
Bekende woordsoorten
lw = lidwoord
bn = bijvoeglijk naamwoord
zn = zelfstandig naamwoord
ww = werkwoord
vz = voorzetsel
vw = voegwoord
Bekend? Maak dan 1, 3, 4 en 6.
Lees wel theorie over psv/bzv/tw
Slide 6 - Slide
Noem de lidwoorden
Slide 7 - Open question
Waar herken je een bijvoeglijk naamwoord aan?
Slide 8 - Open question
Waar herken je een zelfstandig naamwoord aan?
Slide 9 - Open question
= lw
Slide 10 - Slide
Noem drie voorbeelden van
een werkwoord.
Slide 11 - Mind map
Werkwoord (ww)
Zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt.
In een zin staat ten minste (minimaal) één werkwoord.
Een werkwoord heeft verschillende vormen (vervoegen):
ga, gaat, gaan, ging, gingen, gegaan.
Slide 12 - Slide
Noem drie voorbeelden van
een voorzetsel.
Slide 13 - Mind map
Een woord is een vz als: p. 121
je het kunt schrijven vóór
de kast
of..
je het kunt schrijven vóór
de vakantie
.
onder, boven, naast, in, tegen, op, aan
in, tijdens, vanwege, gedurende
te, van
Slide 14 - Slide
Voegwoord (vw)
De zinnen van een samengestelde zin,
plak je meestal aan elkaar met een voegwoord.
Bijvoorbeeld:
en, maar, want, of, dat, omdat, als, toen, hoewel, terwijl.
Slide 15 - Slide
Werkmoment
Maak digitaal van 3.7 woordsoorten:
1. Af? Ga verder met 3, 4 en 6.
Eerste zin samen doen?
lw
de het een
zn
lw ervoor zetten, eigennaam, hoofdletters
bn
zegt iets over zn
vz
kast / vakantie
ww
vervoegen?
vw
samengesteld?
psv
ik, jij, hij, haar, hem, wij, ons
bzv
mijn, jouw, uw, onze
tw
hoofd => hoeveelheid
rang => rangorde
Slide 16 - Slide
Woordsoorten (even oefenen)
Opdracht 1 van 3.7 Grammatica pagina 67.
Zin a.
Een aandoenlijk vegetarisch stelletje wandelt hand in hand
langs een bloemenkraampje en stopt bij de emmers met
verse snijbloemen.
Geheugensteuntje?
Pagina 249 overzicht.
Slide 17 - Slide
Afsluiting
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Toets woordsoorten 1v
March 2019
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Groep 4 | taal | werkwoorden
13 days ago
- Lesson with
24 slides
by
TisTaal by Dutchily E.E.
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
TisTaal by Dutchily E.E.
2 HV Grammatica (zinsdelen)
February 2022
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
woordenboek
June 2022
- Lesson with
49 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Welke woorden zijn samen een zinsdeel
June 2020
- Lesson with
14 slides
by
Numo
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
herhaling grammatica Kapitel 5
1 day ago
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Past Simple
June 2022
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1