Rekenen met breuken

Rekenen met breuken 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Rekenen met breuken 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma van vandaag


1. Lesson up over breuken
2. Informatie over de toetsweek
3. Smart rekenen - zelfstandig werken - planning (hoofdstuk 8-9-10)
4. Let op: volgende week oefentoets of oefenexamen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Toetsweek
vragen over hoofdstuk 6 t/m 10
vuistregels en formules, 2D/3D, omtrek, oppervlakte en inhoud
plaats bepalen en breuken

neem mee: rekenmachine, rekenkaart, pen en papier

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen van vandaag
• Je herkent een breuk in verschillende vormen;
• Je kan berekeningen maken met breuken;
• Je kan een breuk vereenvoudigen;
• Je kan twee verschillende breuken gelijknamig maken zodat je ermee kan rekenen;
• Je leert van elkaar dat er verschillende manier zijn om tot een oplossing van een vraagstuk te komen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Breuken
breuk
teller
breukstreep
noemer
samengestelde breuk
getallenlijn
gelijkwaardige breuken
vereenvoudigen
gelijknamige breuken
ongelijknamige breuken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

welke drie breuken werden er genoemd in de tekst?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

1a: Hoe schrijf je drie kwart in een breuk?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

1b: hoeveel is 1/3 van 1260 leerlingen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Breuken vereenvoudigen
Breuken vereenvoudigen 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

1c: hoe schrijf je 6 op de 10 in een breuk en kun je deze dan nog vereenvoudigen?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Breuken gelijknamig maken
Breuken gelijknamig maken betekent dat je de noemer van de breuken gelijk maakt soms kan dat door de breuken te vereenvoudigen. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Breuken optellen en aftrekken
Om breuken bij elkaar op te kunnen tellen moet je ze eerst gelijk maken, oftewel de noemers gelijk maken.
Bijvoorbeeld: 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel is 2/5 + 1/3? (maak de breuken eerst gelijknamig)

Slide 16 - Open question

2/5 + 1/3 = 
6/15 + 5/15 = 11/15
Hoeveel is 1/4 + 3/2?
(denk aan het gelijknamig maken van breuken, maar ook aan het vereenvoudigen)

Slide 17 - Open question

1/4 + 3/2 = 
1/4 + 6/4 = 7/4
7/4 = 1 3/4
Verhouding breuken en percentages

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel procent is 3/4?
A
25%
B
50%
C
75%
D
95%

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

welk komma-getal hoort bij
"3 van de 20"

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Eduhint / smart rekenen
Ga verder waar je bent gebleven, maar zorg dat je voor de toetsweek minimaal de hoofdstuktoetsen van de hoofdstukken 4 tot en met 10 hebt gemaakt. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions