[P4, Wk5, L2] Big news

To start
  1. Go sit in your assigned seat.
  2. Take out your worksheet from yesterday.
  3. Also take out your notebook.
  4. Be ready to begin when the timer ends.
timer
3:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

To start
  1. Go sit in your assigned seat.
  2. Take out your worksheet from yesterday.
  3. Also take out your notebook.
  4. Be ready to begin when the timer ends.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Today
  • Vocabulary
  • Watching and listening: Long lost sisters
  • Vocabulary: part 2

Slide 2 - Slide

Goals
  • You can understand a fragment from a TV news show.
  • You understand the new vocabulary

Slide 3 - Slide

Vocabulary
  • Look at exercise 4.
  • Match the images with the words in the box.
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Watching and listening
  • Watch the video.
  • While watching, do exercise 5.
  • We will watch the video twice (2x). 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Watching and listening
Let's check your answers.

Slide 7 - Slide

Vocabulary
  • Work on exercise 6.
  • You may work together.
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Present perfect
Dingen die gebeurd zijn en die je nu nog ervaart.

Slide 9 - Slide

Wanneer gebruik je de present perfect?
Bij gebeurtenissen in het verleden die:
  • nog steeds aan de gang zijn. We have lived here for 5 years.
  • waarvan je het resultaat nog kan zien. I have broken my leg.
  • kort geleden zijn afgerond. My parents have just arrived.
  • waarbij de tijd niet belangrijk is. I have bought a new book.

Slide 10 - Slide

Hoe maak je de present perfect?
  • Stap 1: je begint met have / has
  • (Stap 1½: bij ontkennende zinnen voeg je daarna not toe.)
  • Stap 2: je gebruikt het voltooid deelwoord van het werkwoord.

  • Voorbeeld: I _______________(to lose) my keys.

Slide 11 - Slide

Hoe maak je de present perfect?
  • Stap 1: je begint met have / has
  • (Stap 1½: bij ontkennende zinnen voeg je daarna not toe.)
  • Stap 2: je gebruikt het voltooid deelwoord van het werkwoord.

  • Voorbeeld: I have (not) lost (to lose) my keys.

Slide 12 - Slide

Het voltooid deelwoord? (the past participle)

Er zijn regelmatige en onregelmatige werkwoorden.
  • Regelmatige werkwoorden = werkwoord + (e)d
  • Voorbeeld: walk → walked

  • Onregelmatige werkwoorden = uit je hoofd leren
  • Voorbeeld: eat → eaten / build → built
  • Waar: De lijst met onregelmatige werkwoorden, 3e kolom

Slide 13 - Slide

Short exercise
  • Do the exercise I have just given you.
  • You may work together.
  • Make sure to check in your irregular verb list if the verb is regular (regelmatig) or irregular (onregelmatig).
timer
8:00

Slide 14 - Slide

Next lesson
-

Slide 15 - Slide