Theme 7 Pitfalls when if - 17 april 3H2

Bij binnenkomst
Zitten volgens plattegrond
Eten en drinken buiten het lokaal
Boeken op tafel + Schrift!
Telefoon meteen in de telefoontas
Monday April 17th - 3H2
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bij binnenkomst
Zitten volgens plattegrond
Eten en drinken buiten het lokaal
Boeken op tafel + Schrift!
Telefoon meteen in de telefoontas
Monday April 17th - 3H2

Slide 1 - Slide

11:00-11:50

Wat ik wil dat de leerlingen kennen/kunnen aan het einde van de les:
Aan het einde van de les kan de leerling 3 pitfalls opnoemen en aangeven hoe deze(n) correct gebruikt worden
Aan het einde van de les kan de leerling het verschil tussen when en if toepassen in 4 zinnen.

Eigen leerdoel: Leerlingen vertikken het om mee te schrijven. Nu is dit misschien geen moeilijke grammatica, maar dat maakt niet uit. Als ik wil dat ze meeschrijven gaan ze meeschrijven. Dit geld zowel voor notities maken als opschrijven als ze dat moeten doen voor een opdracht (dat komt meer aan bod deze les.) Ze moeten dus een schrift mee. Als ze die niet hebben regelen ze zelf maar een papiertje en mensen die niet mee hebben geschreven krijgen extra/strafwerk


Bij de deur: Good morning, put your phone in the phonebag immediately and take a seat. Grab your books and a notebook.
Program & Goals
Plan: Grammar

At the end of the lesson I:
- can name 3 pitfalls and tell the class how to use these correctly
- can apply the difference between when and if in 4 sentences

Slide 2 - Slide

Overgang start naar doelen: alright everybody, good morning. Put your phones in the phone bag. I want all 21 of them in there. Take out your books, a notebook and a pen. Open these on the homework that you made. Compliment the students who already have their books/put their phones away. Make it go quick. They can do this within 30 seconds because it's all a reminder of what I already said.

Today we are going to look at the 2 easier pieces of grammar from this chapter. Student, please read out the goals for me.

Interruptions:
Behalve bij te grote overtredingen. Dan is het of meteen verplaatsen/strafwerk of meteen vertrekken.
1. naam, verwachting
2. waarschuwing 1
3. verplaatsen (= waarschuwing 2)
4. vertrekken - dit wel echt doen. Als ik dit consequent doe, gebeurt het mogelijk een aantal keer, maar daarna hopelijk niet meer.
Homework
Do: Maak opdracht 5, 6 en 7 in je wb. p. 61/62 

Study: Leren woorden A

Slide 3 - Slide

until 11:10 als opstart lang duurt
Wie heeft het huiswerk niet gemaakt?
Jullie moesten maken opdracht 5, 6 en 7 over de leestekst en de woordjes leren van A. We beginnen met een korte overhoring van A. Pak je schrift erbij en schrijf de vertaling op van het woord dat ik opnoem.
(3 min)
Nakijken 5, 6, 7 met antwoorden in Word bestand. zet ook antwoorden van opdracht 3 hier neer, die hebben we nog niet nagekeken. Mogelijk als het iets toevoegt: laat een aantal antwoorden open voor hen om te beantwoorden.
(3 min)

Totaal: 6 min
Grammar
Close your books.

The text on your hand-out is filled with mistakes. Underline the mistakes and correct them (behind the sentence you found it in)

3-4 minutes, there's 15 mistakes.


Slide 4 - Slide

Until: 11:16 max

Close your books.
Hand out the hand-out and tell students that there are 15 mistakes they have to underline and correct. They can softly discuss this with their neighbour. (4 min) Then check the answers by asking students at random to give me 1 mistake they found. (3 min)

Total: 7 min
Pitfalls 
Same sound, however
Your                                  You're (you are)
Its                                      It's (it is)
Their                                 They're (They are)             There (daar/place)
Different sound, however
Were (waren)                We're (we are)                     Where (waar/place)

Slide 5 - Slide

Until: 11:20 max
Plaatje there their they're
Benoem dat de pitfalls voornamelijk leerwerk zijn, maar dat ik ze toch ga bespreken omdat ik voor een aantal een mogelijk ezelsbruggetje heb. Meeschrijven is bij dit onderdeel optioneel. Kan wel helpen om de ezelsbruggetjes te onthouden. Mogelijk: schrijf de ezelsbruggetjes nog korter op op het whiteboard.

Total: 2 min


Pitfalls 
Additionally
To  (always almost correct, although...)
Too (ook/té)

Then (always almost with e, except..) (vb. toen)
Than (with comparisons. Better than, nicer than, etc.) (dan)

Slide 6 - Slide

Until: 11:22 max
Ezelsbruggetje = too met 2 o's is ook.
Total: 2 min


Short grammar break
Reading. Je bekijkt alleen de tekst en niet de vragen op de achterkant. Lees voor jezelf in stilte deze tekst een keer door en onderstreep dingen die jij denkt dat belangrijk zijn om te onthouden. Je krijgt hier 4 minuten voor.

Samen gaan we kijken of we door middel van onderstreepte dingen en scannend lezen de antwoorden kunnen vinden.


Slide 7 - Slide

Until 11:30 max
4 min lezen. 3 min vragen samen beantwoorden = 7 min.

Het is ECHT stil tijdens het lezen.
When/if
Give her the money if you see her.
Give her the money when you see her.

Wat is het verschil tussen deze 2 zinnen?

Slide 8 - Slide

Until: 11:32 max

Vraag leerlingen om zelf met het antwoord te komen van het verschil tussen when en if.

Total: 2 min


When/if
Give her the money if you see her.
*If betekent 'als' of 'indien'. Je weet niet zeker of iets gaat gebeuren.

Give her the money when you see her.
*when betekent 'toen' of 'wanneer'. Je weet wel zeker of iets gaat gebeuren.

Slide 9 - Slide

Until: 11:33 max

Leerlingen schrijven dit op ik hun schrift.
Ik vertel het eerst (1 min) en dan schrijven ze het op (1 min)

Total: 2 min


When/if - practice
When of if? Schrijf op. 2 minuten.

1. I'll call you ...... the plane lands.
2. ..... it rains tomorrow, we won't have a picnic.
3. We'll catch the train ..... we leave right now. Let's go!
4. I'm leaving work now. I'll finish this letter ...... I get home.

Slide 10 - Slide

Until: 11:37 max

Ze krijgen 2 minuten om if of when in te vullen in deze zinnen. Daarna bespreken we de antwoorden (1 min)

Total: 3 min


Zelfstandig aan het werk
What: Maak opdracht 12 p. 64 en opdracht 25 en 26 p. 71/72
How: Je mag met de persoon naast je aan het werk. 
Help: Grammar op pagina 107 en 111 , elkaar, de docent
Time: Tot 11:49
Done: Leer woorden van C.
Outcome: dit is huiswerk.

Slide 11 - Slide

until 11:46
Alleen als hier tijd voor over is
Zelf bezig:
Verwachtingen: Dan ga je nu de opdrachten maken die op het bord staan (12, 25 en 26). Ik wil iedereen bezig zien met deze opdrachten. Je mag rustig samenwerken met de persoon naast je. Als je klaar bent met de opdrachten dan ga je de woorden van C leren.

Zet leerlingen aan het werk.

Als leerlingen niet bezig zijn waar ze mee bezig moeten zijn: 
1. Herhaal de verwachtingen
2. Waarschuw ze
3. Verplaats ze naar een plek waar ze alleen zitten.
4. Geef ze strafwerk op. Woensdag leveren ze in: Woorden van C En-Ne en Ne-En 2 keer. Het gewone hw is ook af. Deze gaan ze buiten het lokaal maken. Alleen boeken/papier en pen mee, de tas en telefoon blijven in het lokaal. 
Morgen:
Do: Maak opdracht 12 p. 64 en opdracht 25 en 26 p. 71/72
Study: Leren woorden C

Slide 12 - Slide

At 11:45 I will tell them about this homework and move on to the goals.
Goals
- I can name 3 pitfalls and tell the class how to use these correctly
- I can apply the difference between when and if in 4 sentences
1. ..... I first started swimming, it was difficult.
2. Please give me a call ..... you arrive at the house.
3. I would buy you that car, ....... I won the lottery.
4. ..... you want to be an athlete, you have to train a lot.




Slide 13 - Slide

I will ask a student to read out the goals and ask if they have done those things and complete the 4 sentences on the board.

Students may not put their books away until I am done discussing the goals with them. If they do, they need to grab them again. No exceptions. (Unless I have told them they could in the step before this)