What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Prepare for assessment test 2
Oefening voor tussentoets periode 3
Dit is een oefening met twee korte teksten en één bijbehorende vraag.
Je oefent hier omgaan met 'moeilijke woorden en signaalwoorden' zodat je het juiste antwoord op de vraag vindt.
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefening voor tussentoets periode 3
Dit is een oefening met twee korte teksten en één bijbehorende vraag.
Je oefent hier omgaan met 'moeilijke woorden en signaalwoorden' zodat je het juiste antwoord op de vraag vindt.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
but
en
because
zijn signaalwoorden
but
geeft een tegenstelling aan
because
een oorzaak/reden
na een signaalwoord komt informatie en dus vaak je antwoord
Slide 4 - Slide
vertaal:
confident
commuters
struggle
audiences
Slide 5 - Open question
confident -> met (zelf)vertrouwen
commuters -> forenzen (mensen die tussen huis en werk reizen)
struggle -> worstelen met iets
audiences -> publiek
Slide 6 - Slide
venue
concerns
affect
require
shifts
Slide 7 - Open question
venue -> locatie
concerns -> bezwaren/zorgen
affect -> invloed hebben op iets
require -> vereisen, nodig zijn, moeten
shift
s
(mv) -> in dit geval betekent het ploegendiensten ( van die buschauffeurs) maar
shift kan ook betekenen -> veranderen, verplaatsen
denk eraan dat je nooit de eerste vertaling klakkeloos overneemt... let goed op context.
Klopt het met de tekst?
Slide 8 - Slide
A
B
C
D
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
vertaal deze signaalwoorden m.b.v. het woordenboek
Slide 11 - Slide
consequently
however
likewise
moreover
Slide 12 - Open question
consequently als gevolg, dus,
however echter, maar, niettemin
moreover bovendien
likewise evenals, net als, insgelijks
Dit zijn allemaal
signaalwoorden,
met andere woorden: een signaalwoord moet een belletje doen rinkelen.
Na
een signaalwoord komt er altijd iets belangrijks-> informatie
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Ga terug naar de vorige slide (tekst)
1. zoek moeilijke woorden in deze tekst
2. schrijf ze op -> markeer ze met geel (tijdens een papieren examen met een markeerstift)
3. Weet je wat ze betekenen?
4. kun je ze 'raden' uit de context? = tekst om een woord heen zo niet, zoek op en schrijf op.
Slide 15 - Slide
A
consequently
B
however
C
likewise
D
moreover
Slide 16 - Quiz
More lessons like this
Examentraining Leesteksten
April 2017
- Lesson with
26 slides
by
Examentraining
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Examentraining
Burgerschap - Hoe zit dat?
February 2024
- Lesson with
10 slides
by
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Burgerschap - Hoe zit dat?
February 2024
- Lesson with
10 slides
by
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Burgerschap - Hoe zit dat?
September 2024
- Lesson with
10 slides
by
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Barcelona leerlingen voorbereidingsquiz
July 2018
- Lesson with
20 slides
by
Dé Schoolreisgids
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
In de krant
September 2024
- Lesson with
19 slides
by
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Burgerschap - Hoe zit dat?
September 2024
- Lesson with
10 slides
by
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Dé Top 2000 Quiz
December 2019
- Lesson with
13 slides
LessonUp
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6