Past Simple - Past continous

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welcome to English 

Lesson goal

At the end of this lesson I will know how to use the Past Simple and Past Continous.

Planning

• Uitleg: Past Simple and Past Continous
• Oefenen: Past Simple and Past Continous
• 5 min: Feedback 
• 10 min: enquete 
• Oefenen voor toetsen 

Grammar: how did you practise the past s and past c?

Past Simple
Wanneer gebruik je de Past Simple?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

• Leerling vragen waarom

Past Simple - Signal word

'signaal woorden'  

These words help you to see if something happened in the past

• yesterday
• last week
• ten minutes ago
• in 2007

Past Continuous
Wanneer gebruik je de Past Continuous?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets een tijdje bezig of aan de gang was in het verleden.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Past Continuous

 Past simple VS Past continuous

PAST SIMPLE

Past Simple: een afgesloten actie/gebeurtenis
Past Continuous: een actie die bezig was
Klopt dit?

1. Ja
2. Nee

wat is een past continuous?

1. I was waiting for the bus.
2. I has waited for the bus?
3. I am waiting for the bus.
4. Ik weet het niet;(

Past continuous is een tijd...

1. In de tegenwoordige tijd
2. In de verleden tijd

welke is past continuous?

1. I ate a sandwich
2. I was eating a sandwich

I ____ (watch) TV when you called.

1. was watching
2. were watching
3. watched

Past Continuous:
in welke zin wordt de past continuous gebruikt?

1. I haven't been to that film yet.
2. I was walking down the street when I tripped.
3. I lived in Utrecht in 2010
4. I am eating a sandwich.

wat is een past continuous?

1. I am waiting for the bus.
2. I has waited for the bus?
3. I was waiting for the bus.
4. ik weet het niet;(

She ____ (go) to the store yesterday.

1. goot
2. went
3. gone

Wat vond jij van de les?

Enquete 

https://forms.gle/oqWTEyMPoS2fAbTw7