Les 3. Basisbegrippen: Kern van het hindoeïstische denken.

Basisbegrippen 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstLevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basisbegrippen 

Slide 1 - Tekstslide

Het hindoeïsme is een van de oudste religies ter wereld, met een rijke en complexe filosofie. Hier zijn enkele basisbegrippen:

Brahman: Het ultieme, onbegrensde en onpersoonlijke goddelijke principe van het universum. Brahman wordt beschouwd als de hoogste realiteit waaruit alles voortkomt en waarnaar alles terugkeert.

Atman: De individuele ziel of het ware zelf van een persoon. Atman wordt gezien als eeuwig en onveranderlijk, en is in wezen hetzelfde als Brahman.

Samsara: De cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte. Deze cyclus wordt gedreven door karma en wordt gezien als iets waaruit men moet ontsnappen om moksha te bereiken.

Karma: De wet van oorzaak en gevolg die stelt dat elke actie een overeenkomstige reactie heeft. Goede daden leiden tot positieve gevolgen en slechte daden tot negatieve gevolgen, zowel in dit leven als in toekomstige levens.

Moksha: De bevrijding uit de cyclus van samsara. Dit wordt gezien als het ultieme doel van het leven, waar de ziel zich verenigt met Brahman en eeuwige vrede en gelukzaligheid bereikt.

Dharma: Het principe van kosmische orde en persoonlijke plicht. Dharma verwijst naar het juiste handelen en de morele plichten van een individu, die variëren afhankelijk van leeftijd, geslacht, klasse en levenssituatie.
Leerdoelen
  • Je kunt de volgende basisbegrippen herkennen en benoemen: dharma, reïncarnatie, karma, samsara, atman, brahman en moksha.
  • Je bent instaat zelfstandig met deze begrippen om te gaan. en verbindingen te kunnen leggen.
  • Je kunt met deze begrippen vragen naar de betekenis van het verleden en naar de toekomst. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar eerst nog even dit......

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Het kastenstelsel is afkomstig van de
A
Duitsers
B
Ariërs
C
Indiërs
D
Indianen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



De laagste kaste zijn de 
A
Vaisja's
B
Paria's
C
Ksatria's
D
Shudra's

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het kastenstelsel deelt mensen in op basis van ...
A
religie
B
intellect
C
huidskleur
D
inkomen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Karma
Karma:
som van je goede en slechte daden.
1
4. Belangrijke begrippen
Reïncarnatie
Reïncarnatie: 
wedergeboorte.   
2

Slide 7 - Tekstslide

Karma:
Karma is een fundamenteel concept in het hindoeïsme dat de wet van oorzaak en gevolg beschrijft. Het woord "karma" komt uit het Sanskriet en betekent letterlijk "actie" of "daad." In de context van het hindoeïsme verwijst karma naar de acties van een individu, evenals de gevolgen van die acties.

Het principe van karma houdt in dat:
Goede daden (zoals vrijgevigheid, mededogen, en eerlijkheid) leiden tot positieve resultaten of gunstige omstandigheden in dit of een volgend leven.
Slechte daden (zoals kwaadspreken, geweld, en oneerlijkheid) leiden tot negatieve resultaten of ongunstige omstandigheden.

Karma is een voortdurend proces dat de omstandigheden van het huidige leven en toekomstige levens beïnvloedt. Het werkt volgens de rechtvaardigheid van de kosmische wet, waar elke handeling een bijbehorende reactie heeft.

Reïncarnatie
Reïncarnatie, of wedergeboorte, is het geloof dat de ziel (atman) na de dood van een fysiek lichaam opnieuw geboren wordt in een ander lichaam. Dit nieuwe lichaam kan menselijk, dierlijk of zelfs plantaardig zijn, afhankelijk van het opgebouwde karma van de ziel in vorige levens.

Het woord "reïncarnatie" bestaat uit Latijnse wortels die vertaald kunnen worden naar het Nederlands, en het kan worden opgesplitst in drie delen:
Re: Dit betekent "opnieuw" of "weer".
In: Dit betekent "in" of "binnen".
Carne: Dit komt van het Latijnse woord "caro, carnis", wat "vlees" betekent.

Dus, als je het letterlijk vertaalt naar het Nederlands, betekent "reïncarnatie" zoiets als "weer in het vlees" of "opnieuw in een lichaam".

Dit geeft goed weer wat het concept inhoudt: de ziel keert terug in een nieuw fysiek lichaam na de dood van het vorige lichaam.

Samenhang tussen Karma en Reïncarnatie:
De concepten karma en reïncarnatie zijn nauw met elkaar verbonden in het hindoeïsme. Het opgebouwde karma van een ziel in een bepaald leven beïnvloedt de omstandigheden van de toekomstige geboortes. 

Acties en Gevolgen: De daden die iemand verricht in zijn of haar leven (karma) hebben directe gevolgen, zowel in het huidige leven als in toekomstige levens.

Opgebouwd Karma: Het totaal van iemands karma (zowel positief als negatief) bepaalt de omstandigheden van hun volgende incarnatie. Dit kan betrekking hebben op aspecten zoals gezondheid, rijkdom, sociale status, en zelfs het soort wezen waarin de ziel wordt wedergeboren.

Spirituele Groei: Door het opbouwen van goed karma en het verminderen van slecht karma, kan een ziel spirituele vooruitgang boeken. Dit helpt bij het dichter bij het bereiken van moksha te komen.
Belangrijke begrippen
Dharma
Dharma:
eeuwige wet, accepteren van je plek in de kaste en plichten vervullen.
3
Samsara
Samsara:
eeuwig durende kringloop van dood en wedergeboorte.
4

Slide 8 - Tekstslide

Dharma
Dharma is een fundamenteel concept in het hindoeïsme (en ook in andere Indiase religies zoals boeddhisme en jaïnisme) dat verwijst naar het principe van kosmische orde, plicht, en rechtvaardigheid. Het woord "dharma" komt uit het Sanskriet en heeft verschillende betekenissen afhankelijk van de context, maar in het algemeen omvat het:

Morele Plichten en Ethische Richtlijnen: Dharma verwijst naar de juiste manier van handelen en leven. Dit kan variëren afhankelijk van iemands leeftijd, geslacht, sociale klasse (varna), en levensfase (ashrama).

Kosmische Wet: Het is ook de universele wet die het evenwicht en de harmonie van het universum onderhoudt. Door het naleven van dharma, draagt men bij aan de orde van het universum.

Individuele Verantwoordelijkheid: Elk individu heeft zijn eigen specifieke dharma (sva-dharma) die aansluit bij hun rol in de samenleving en hun persoonlijke omstandigheden. Het volgen van deze plichten helpt bij spirituele groei en welzijn.

Samsara
Samsara is het concept van de cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte. Het is een fundamenteel begrip in het hindoeïsme (en ook in andere Indiase religies zoals boeddhisme en jaïnisme). De term "samsara" komt uit het Sanskriet en betekent letterlijk "doorstromen" of "rondzwerven".

Enkele belangrijke aspecten van samsara zijn:

Cyclus van Geboorte en Dood: Samsara beschrijft de eindeloze cyclus waarin de ziel na de dood opnieuw wordt geboren in een nieuw lichaam. Deze cyclus gaat door totdat de ziel moksha (bevrijding) bereikt.

Beïnvloeding door Karma: De omstandigheden van elk nieuw leven in samsara worden bepaald door de opgebouwde karma uit vorige levens. Goede daden leiden tot gunstige wedergeboortes, terwijl slechte daden leiden tot ongunstige wedergeboortes.

Lijden en Illusie: Samsara wordt vaak gezien als een staat van lijden en illusie (maya), waar de ziel gevangen zit in een wereld van tijdelijke en vergankelijke dingen.
Samenhang tussen Dharma en Samsara
Dharma en samsara zijn nauw met elkaar verbonden in de hindoeïstische filosofie:

Handhaving van Dharma: Door het volgen van dharma, kan men goed karma opbouwen. Dit helpt bij het verbeteren van de omstandigheden van toekomstige levens in samsara.

Overwinning op Samsara: Uiteindelijk, door het consistent volgen van dharma en het vergaren van goed karma, kan een individu spirituele zuivering bereiken en dichter bij het doel van moksha komen. Moksha is de bevrijding uit samsara, waarin de ziel wordt verlost van de cyclus van wedergeboorte en zich verenigt met Brahman, de ultieme realiteit.
De Atman
Geen persoonlijke eigenschappen.
Werkelijke "ik" is onpersoonlijk en emotieloos.
Ziel; levensadem.

Slide 9 - Tekstslide

Atman is een kernconcept in het hindoeïsme dat verwijst naar het ware zelf of de ziel van een individu. Het wordt beschouwd als eeuwig, onveranderlijk en identiek aan Brahman, de ultieme realiteit. Laten we het in detail bekijken:
Atman

Definitie: Atman is het diepste, innerlijke zelf van een individu, dat voorbij het fysieke lichaam, de geest en de emoties ligt. Het is de essentiële spirituele kern van een persoon.

Onpersoonlijk: Atman is onpersoonlijk in die zin dat het geen individuele kenmerken, persoonlijkheid of ego heeft. Het is een universeel en onbegrensd bewustzijn dat hetzelfde is in alle levende wezens. Dit is in contrast met het ego (ahamkara) en het verstand (manas), die wel persoonlijke en individuele kenmerken hebben.

Emotieloos: Atman zelf is vrij van emoties, verlangens, en veranderingen. Het is onveranderlijk en onaangetast door de wisselvalligheden van het leven. Emoties en verlangens worden beschouwd als producten van de geest en het ego, niet van de Atman.

Dit betekent niet dat een persoon geen emoties heeft, maar dat deze emoties deel uitmaken van het tijdelijke en veranderlijke aspect van hun bestaan, niet van hun eeuwige Atman.
Hindoes geloven in                     .             

Dat wil zeggen dat de                      na de dood van mens of dier het lichaam verlaat.  

Hoe je terug komt heeft te maken met je                    .

Je kan in het leven nooit veranderen van                     . 

Dit moet je accepteren, dat noem je                      .     

Hoe lang je in deze                     blijft weet eigenlijk niemand.
reïncarnatie
atman
karma
kaste
dharma
samsara

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Atman
zonder omhulsel is bevrijd uit de samsara.

Slide 11 - Tekstslide

In de hindoeïstische filosofie is Atman de diepste, meest essentiële zelf of ziel van een individu. Het uiteindelijke doel van spirituele beoefening is om Atman te bevrijden uit de cyclus van samsara, de eindeloze reeks van geboorte, dood en wedergeboorte.

Bevrijding van Atman
Moksha: Bevrijding of moksha is het ultieme doel van het hindoeïstische leven. Moksha is de bevrijding van de ziel uit samsara, waardoor Atman zich kan verenigen met Brahman, de ultieme werkelijkheid. Dit is een staat van eeuwige gelukzaligheid en vrede, waarin de ziel verlost is van de beperkingen van het fysieke bestaan en de illusies van de wereld.

Zelfrealisatie: De weg naar moksha omvat zelfrealisatie, het besef dat Atman en Brahman identiek zijn. Dit inzicht, dat vaak wordt bereikt door meditatie, studie van de heilige teksten, en moreel leven, helpt individuen de illusies (maya) van het materiële bestaan te doorzien en hun ware spirituele aard te begrijpen.
Dus: atman =brahman.
De Brahman
Goddelijke principe waaruit alles is ontstaan.
De atman gaat terug naar de goddelijke bron. (brahman)

Slide 12 - Tekstslide

Brahman
Brahman is het centrale concept in de hindoeïstische filosofie en verwijst naar de ultieme, onbegrensde en onveranderlijke realiteit die de grondslag vormt van het universum. Het is een fundamenteel begrip dat moeilijk volledig te definiëren is vanwege zijn oneindige en abstracte aard, maar hier zijn enkele belangrijke aspecten:

Onpersoonlijke Realiteit: Brahman wordt vaak beschreven als onpersoonlijk en zonder specifieke kenmerken (nirguna Brahman). Het is het alomvattende, onbegrensde bewustzijn dat alles doordringt en waarin alles bestaat. In deze vorm is Brahman zonder vorm, eigenschappen of grenzen.

Persoonlijke Aspecten: In sommige tradities van het hindoeïsme wordt Brahman ook gezien als persoonlijk (saguna Brahman), met eigenschappen en vormen. Dit wordt vaak vereenzelvigd met goddelijke manifestaties zoals Vishnu, Shiva of Devi, waardoor toegewijden een persoonlijke relatie met het goddelijke kunnen hebben.

Oneindig en Eeuwig: Brahman is eeuwig, zonder begin of einde. Het is de bron van alle bestaan en het fundament van alle fysieke en spirituele realiteiten.

Allesdoordringend: Brahman is overal aanwezig en doordringt alles. Het is zowel immanent in de wereld als transcendent er bovenuit. Dit betekent dat alles wat bestaat een manifestatie is van Brahman, en tegelijkertijd overstijgt Brahman de fysieke wereld.

Maya en Illusie: De wereld zoals we die waarnemen, wordt gezien als een illusie (maya) die de ware aard van Brahman verhult. Deze illusie zorgt ervoor dat we de wereld zien als gescheiden en divers, terwijl in werkelijkheid alles één is in Brahman.Atman en Brahman.

Eenheid met Brahman: Atman wordt vaak vergeleken met een druppel water in de oceaan; terwijl elke druppel individueel lijkt, is het in wezen hetzelfde als de oceaan zelf. Op dezelfde manier is Atman in essentie hetzelfde als Brahman, de universele spirituele realiteit. De herkenning van deze eenheid is het uiteindelijke doel van spirituele zoektocht in het hindoeïsme.

Spirituele Betekenis
Zelfrealisatie: Het doel van spirituele beoefening (zoals meditatie, yoga, en devotie) is om de ware natuur van Atman te realiseren en de illusies (maya) van het materiële bestaan te doorzien. Dit leidt tot moksha, de bevrijding uit de cyclus van samsara (wedergeboorte).

Onaangetast: Omdat Atman onveranderlijk en onaangetast is, wordt het gezien als de bron van ware gelukzaligheid en vrede, die niet afhankelijk is van externe omstandigheden.

Samenvatting
Atman in het hindoeïsme wordt gezien als het ware zelf, dat onpersoonlijk en emotieloos is omdat het universeel, eeuwig en onveranderlijk is. Het is identiek aan Brahman, de ultieme realiteit, en het doel van het spirituele leven is om deze eenheid te realiseren en bevrijding (moksha) te bereiken.



Wat is volgens het Hindoeïsme geen onderdeel van je echte "ik"? 

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verlossing uit de samsara.

Staat waarin de atman geen omhulsel meer heeft.

Het onpersoonlijke zijn blijft over als onderdeel van de brahman.
Moksja

Slide 14 - Tekstslide

Moksha is een centraal concept in het hindoeïsme dat verwijst naar de bevrijding van de ziel (Atman) uit de cyclus van samsara, de voortdurende cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte. Het bereiken van moksha wordt gezien als het ultieme doel van het leven en de hoogste staat van spirituele vervulling. 
Hier zijn enkele belangrijke aspecten van moksha:

Bevrijding uit Samsara: Samsara is de cyclus van wedergeboorte die voortduurt vanwege karma, de som van iemands acties en hun gevolgen. Moksha is de bevrijding uit deze cyclus, waardoor de ziel niet langer opnieuw geboren hoeft te worden.

Eenheid met Brahman: Moksha wordt gekarakteriseerd door het besef van de eenheid tussen Atman (het individuele zelf) en Brahman (de ultieme realiteit). Wanneer iemand moksha bereikt, realiseert hij of zij dat de individuele ziel en het universele bewustzijn één en hetzelfde zijn.

Staat van Bewustzijn: Moksha is een staat van eeuwige gelukzaligheid, vrede en volledige kennis. Het is de bevrijding van alle aardse lijden, verlangens en illusies (maya). In deze staat is de ziel volledig verlicht en vrij van alle beperkingen.

Samenvatting
Moksha is de bevrijding van de ziel uit de cyclus van samsara, gekarakteriseerd door de eenheid van Atman met Brahman en een staat van eeuwige gelukzaligheid en vrede. Het kan worden bereikt door verschillende spirituele wegen, zoals kennis, devotie, onzelfzuchtig handelen en meditatie. Het bereiken van moksha is het uiteindelijke doel van het hindoeïstische leven en wordt gezien als de hoogste staat van spirituele vervulling.

Hoe krijg je verlossing in het Hindoeïsme?
A
Door het accepteren dat je mens bent.
B
Door in de brahman te geloven.
C
Door het doorbreken van de samsara.
D
Doordat je reïncarneert.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Hoe krijg je verlossing in het Christendom?
A
Door te geloven dat Jezus gestorven is voor jouw slechte dingen.
B
Door je te houden aan de 10 geboden.
C
Door naar de kerk te gaan.
D
Door 5x per dag te bidden.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken blz. 44
vraag 1, 5 en 6
timer
5:00
Opdracht 1
Wat is samsara?
Opdracht 2
Welke 5 verschillende vormen van bestaan zijn er in het  samsara (en daar net buiten) aan te wijzen?

Slide 18 - Tekstslide

1. De eeuwige kringloop van dood en wedergeboorte.
2. De vijf verschillende bestaansvormen in de samsara zijn:
  • Mensenrijk (Manushya-loka): Speciale mogelijkheden voor morele keuzes en spirituele groei.
  • Dierenrijk (Tiryak-loka): Leven op basis van instinct met beperkte spirituele vooruitgang.
  • Godenrijk (hemle) (Deva-loka): Tijdelijk genot zonder lijden, maar niet blijvend.
  • Helderijk (hel) (Naraka-loka): Intens lijden als zuivering van negatief karma.
  • Moksha: Uiteindelijke bevrijding en eenheid met Brahman, vrij van wedergeboorte en karma.
Deze bestaansvormen bieden een kader voor de verschillende ervaringen en mogelijkheden voor zielen in de cyclus van samsara, afhankelijk van hun karma, met moksha als het ultieme doel van bevrijding.

Upload de antwoorden behorend bij de vorige 2 vragen.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de leerdoelen behaald?
  • Ik kan de basisbegrippen herkennen en benoemen: dharma, reïncarnatie, karma, samsara, atman, brahman en moksha.
  • Ik ben instaat zelfstandig met deze begrippen om te gaan. en verbindingen te kunnen leggen.
  • Ik kan met deze begrippen vragen naar de betekenis van het verleden en naar de toekomst. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat heb je deze les geleerd? 
Schrijf zoveel mogelijk op in 60 seconden.
Wat heb je deze les geleerd? 
Schrijf zoveel mogelijk op in 
60 seconden.
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies