4.1 en 4.2 Elektriciteit

Elektriciteit 4.1 en 4.2
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Elektriciteit 4.1 en 4.2

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de temperatuur van
het water?
A
0 °C
B
20 °C
C
80 °C
D
100 °C

Slide 2 - Quizvraag

Als je water opwarmt, ontstaan er dampbellen.
Hoe hoog is de temperatuur van het water als de dampbellen het wateroppervlak bereiken?

A
0 °C
B
80 °C
C
100 °C
D
20 °C

Slide 3 - Quizvraag

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Smelten
Stollen
Condenseren
Sublimeren
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof

Slide 4 - Sleepvraag

Elektriciteit 4.1

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze uitleg:
- kan je uitleggen hoe je een open en gesloten stroomkring maakt.
- kan je uitleggen wat het verschil is tussen geleiders en isolatoren.
- kan je uitleggen op welke manier je de stroomsterkte kunt meten.
- kan je uitleggen op welke manier je spanning kunt meten.
- kan je een aantal spanningsbronnen noemen.
- kan je de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze uitleg:
- kan je uitleggen hoe je een open en gesloten stroomkring maakt.
- kan je uitleggen wat het verschil is tussen geleiders en isolatoren.
- kan je uitleggen op welke manier je de stroomsterkte kunt meten.
- kan je uitleggen op welke manier je spanning kunt meten.
- kan je een aantal spanningsbronnen noemen.
- kan je de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.

Slide 7 - Tekstslide

Waar gebruik jij elektriciteit voor?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Stroomkring
Lading
Open of gesloten

Slide 10 - Tekstslide

Schakelaar
Gemakkelijk onderbreken en sluiten van 
de stroomkring.

Slide 11 - Tekstslide

Isolerende of geleidede stoffen
Geleiders
- Aluminium 
- koper
- koolstof (kan)

Isolatoren
- hout
- rubber
- lucht

Slide 12 - Tekstslide

Stroom meten
Ampèremeter 
Stroomsterkte (I)




0,25 A (Ampère)   250 mA (milliampère)


Slide 13 - Tekstslide

Welke 3 dingen heb je nodig voor het maken van een stroomkring?

Slide 14 - Open vraag

Wat is een geleider?
A
Een stof die elektrische stroom geleid.
B
Een stof die elektrische stroom niet doorlaat.
C
Een stof die smelt als er stroom door loopt
D
Geen idee

Slide 15 - Quizvraag

Isolator
Geleider
Gouden ring
Water
Rood potlood
Passer
Markeerstift
Melkpak
ijzeren tafelpoot
Koper
Koolstof
Etui
Paperclip
Vinger
Lucifer

Slide 16 - Sleepvraag

Hoeveel geeft deze Ampère meter aan?
A
1,1
B
0,11
C
0,011

Slide 17 - Quizvraag

Reken om: 400 mA = ... A
A
400
B
40
C
4
D
0,4

Slide 18 - Quizvraag

Reken om: 1 A = ... mA
A
10
B
100
C
1000
D
1

Slide 19 - Quizvraag

Reken om:
0,075 A = ... mA
387,0 mA = ... A

Slide 20 - Open vraag

Opdrachten maken 
Wat: Maak opdracht tot 7 en 11 tot 13 van paragraaf 4.1. 
Hoe: De eerste 5 minuten moet zelfstandig daarna mag je overleggen.
Hulp: Overleg eerst met je buurman/ buurvrouw. Als je er nog steeds niet uitkomt steek je vinger op en loopt de docent langs.
Tijd: 15 minuten



timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Elektriciteit 4.2

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze uitleg:
- kan je uitleggen hoe je een open en gesloten stroomkring maakt.
- kan je uitleggen wat het verschil is tussen geleiders en isolatoren.
- kan je uitleggen op welke manier je de stroomsterkte kunt meten.
- kan je uitleggen op welke manier je spanning kunt meten.
- kan je een aantal spanningsbronnen noemen.
- kan je de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.

Slide 23 - Tekstslide

Spanningsbron
Batterijen / accu's
Herbruikbare batterijen 


Slide 24 - Tekstslide

Spanning meten
Voltmeter
Spanning (U)


9,0 V (Volt)
230 V (Volt)

Slide 25 - Tekstslide

Batterijen schakelen
Een batterij van 3,0 V.

In serie: 3,0 + 3,0 = 6,0V

Slide 26 - Tekstslide

Spanning word gemeten in Ampère
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Een andere benaming voor een spanningsmeter is voltmeter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de totale spanning?
A
6
B
2
C
2 V
D
6 V

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel spanning (in V) komt er uit het stopcontact?
0500

Slide 30 - Poll

Opdrachten maken 
Wat: Maak opdracht tot 7 van paragraaf 4.2. 
Hoe: De eerste 5 minuten moet zelfstandig daarna mag je overleggen.
Hulp: Overleg eerst met je buurman/ buurvrouw. Als je er nog steeds niet uitkomt steek je vinger op en loopt de docent langs.
Tijd: 10 minuten



timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze uitleg:
- kan je uitleggen hoe je een open en gesloten stroomkring maakt.
- kan je uitleggen wat het verschil is tussen geleiders en isolatoren.
- kan je uitleggen op welke manier je de stroomsterkte kunt meten.
- kan je uitleggen op welke manier je spanning kunt meten.
- kan je een aantal spanningsbronnen noemen.
- kan je de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 1 tot 7 en 11 tot 13 van paragraaf 4.1
en
Maak opdracht 1 tot 7 van paragraaf 4.2.




Slide 33 - Tekstslide