Gereedschapskennis 2

Gereedschapskennis 2
Het is belangrijk dat je gereedschappen goed kent bij naam en waarvoor je ze kunt gebruiken. In deze les ga je hiermee aan de slag. LET OP: wanneer er gevraagd wordt om uitleg doe je dit zo goed en uitgebreid mogelijk.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gereedschapskennis 2
Het is belangrijk dat je gereedschappen goed kent bij naam en waarvoor je ze kunt gebruiken. In deze les ga je hiermee aan de slag. LET OP: wanneer er gevraagd wordt om uitleg doe je dit zo goed en uitgebreid mogelijk.

Slide 1 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over het gereedschap hieronder.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet dit gereedschap?
A
Centimeter
B
Tekenhaak
C
Waterpas
D
Meetlat

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het doel van dit gereedschap?
Waaraan zie je dit?

Slide 4 - Open vraag

Hoe heet deze zaag?
A
Verstekzaag
B
Kapzaag
C
Handzaag
D
Juniorzaag

Slide 5 - Quizvraag

Wat kan je met deze zaag?
Leg uit in je eigen woorden.

Slide 6 - Open vraag

Hoe heet deze zaag?
A
Handzaag
B
IJzerzaag
C
Kapzaag
D
Verstekzaag

Slide 7 - Quizvraag

Noem 2 verschillende materialen die je met deze zaag kan zagen.

Slide 8 - Open vraag

Hoe heet dit gereedschap?
A
Kunststof hamer
B
Bankhamer
C
Klauwhamer
D
Meubelmakershamer

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet dit gereedschap?
A
Moersleutel
B
Verstelbare Moersleutel
C
Waterpomptang
D
Combinatietang

Slide 10 - Quizvraag

Waarvoor is het wieltje?

Slide 11 - Open vraag

Welk gereedschap hoort bij welk beroep?
Timmerman

Automonteur


Glaszetter

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Video

Hoeveel verschillende lijmklemmen zag je in het filmpje?

Slide 14 - Open vraag

Waarom is een lijmklem handig, juist bij houtlijm? Noem 2 voordelen.

Slide 15 - Open vraag

Welke bevestigingsmaterialen zijn er allemaal? Noem er minstens 5

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Hoe heet dit gereedschap
A
Accuboormachine
B
Slijptol
C
Schroevendraaier
D
Cirkelzaag

Slide 18 - Quizvraag

Waarvoor dient dit knopje?

Slide 19 - Open vraag

Waarvoor is de draaiknop
(slibkoppeling) met cijfers?

Slide 20 - Open vraag

Leg uit hoe je een dikke boor verwisseld naar een dunne boor met de accuboormachine?

Slide 21 - Open vraag

Wat zijn de voordelen van een Lithium-ion-accu? noem er 2

Slide 22 - Open vraag

Wat is de naam van dit gereedschap?
Waar wordt het het meest voor gebruikt?

Slide 23 - Open vraag

Noem minimaal 3 maten schijven die in dit gereedschap passen.

Slide 24 - Open vraag

Waarvoor gebruik je
deze zaag?
A
Rechte lijnen
B
Bochten en vormen uitzagen

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet deze zaag?
A
Ijzerzaag
B
Handzaag
C
Decoupeerzaag
D
Verstekzaag

Slide 26 - Quizvraag

Voor welke materialen kan je allemaal zaagjes kopen voor de decoupeerzaag? Noem er 3

Slide 27 - Open vraag

In welke volgorde schuur je
een werkstuk?
A
Grof naar fijn
B
Fijn naar grof

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet dit gereedschap?

Slide 29 - Open vraag

Noem minimaal 3 soorten schuurmachines
die je in een bouwmarkt kan kopen.

Slide 30 - Open vraag

Welke beschermingsmiddelen moet je gebruiken bij schuurmachines?
A
Veiligheidsbril
B
Veiligheidsbril en oor bescherming
C
Oor bescherming
D
Geen

Slide 31 - Quizvraag

Hoe heet dit gereedschap?

Slide 32 - Open vraag

Noem twee beroepen van mensen die de gatenzaag regelmatig gebruiken.

Slide 33 - Open vraag