Hebben en Zijn

Hebben en Zijn
Kopieer de link en voer de oefening uit.

https://wordwall.net/nl/resource/26212299/hebben-of-zijn-perfectum
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Hebben en Zijn
Kopieer de link en voer de oefening uit.

https://wordwall.net/nl/resource/26212299/hebben-of-zijn-perfectum

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke zin is niet goed?
A
Hij is naar de stad geweest.
B
Zij is naar de stad geweest.
C
U is naar de stad geweest.
D
Zij zijn naar de stad geweest.

Slide 4 - Quizvraag

Welke zin is niet goed?
A
Wij waren naar de stad.
B
Het feest was in de stad.
C
Zij had samen gedanst.
D
Jullie waren naar de stad.

Slide 5 - Quizvraag


A
Bent jij morgen jarig?
B
Is zij morgen jarig?
C
Zijn zij morgen jarig?
D
Wij zijn morgen jarig.

Slide 6 - Quizvraag

Hebben en zijn
Ik ben naar Zwolle gefietst. (Beweging ergens naartoe.)
Ik heb gefietst.
Ik ben naar de supermarkt gelopen.
Ik heb gelopen.
Ik ben jarig. (Toestand)
Ik heb een horloge gekregen.

Slide 7 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden
- ex 't Kofschip
- Wat is de regel?

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen
A1-A2: https://wordwall.net/nl/resource/70575973/verleden-tijd-regelmatig-zijn-hebben-gaan-b1-thema-3
A1-A2: https://wordwall.net/nl/resource/83907856/voltooide-tijd-regelmatige-werkwoorden
A1: https://wordwall.net/nl/resource/89057584/perfectum-regelmatige-werkwoorden
A1-A2: https://wordwall.net/nl/resource/76484519/regelmatige-werkwoorden-perfectum

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf in de tabel het werkwoord Gaan.
ik
ga
ging
jij/je/u
hij/zij/het
wij/we
jullie
zij
Voltooid deelwoord

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf in de tabel het werkwoord Zeggen.
ik
zeg
zei
jij/je/u
hij/zij/het
wij/we
jullie
zij
Voltooid deelwoord

Slide 11 - Tekstslide

ik
jij/je/u
hij/zij/het
wij/we
jullie
zij
Voltooid deelwoord
Kiezen

Slide 12 - Tekstslide

ik
jij/je/u
hij/zij/het
wij/we
jullie
zij
Voltooid deelwoord
Komen

Slide 13 - Tekstslide

ik
jij/je/u
hij/zij/het
wij/we
jullie
zij
Voltooid deelwoord
Staan

Slide 14 - Tekstslide