5.8 Spelling mavo 2 les 1 tm 2, 08-05-2024 tm 16-05-2024

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon ligt in de kluis.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
7:00
1 / 78
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 78 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon ligt in de kluis.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
7:00

Slide 1 - Tekstslide

5.8 Spelling

Slide 2 - Tekstslide

Eerst even herhalen (4.8 spelling)


Vragen:

  • Waar in de zin staat een voltooid deelwoord meestal?
  • Waarmee begint een voltooid deelwoord vaak?
  • Een voltooid deelwoord wordt altijd gecombineerd met een ander werkwoord. Welke 3 werkwoorden zijn dit? 

Slide 3 - Tekstslide

Ik ben naar huis gefietst.
Ik heb het afval weggegooid.
Ik word morgen opgehaald.

Slide 4 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
=> Voltooid deelwoord herken je aan:
         

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer met het 'T KoFSCHiP X?

Slide 6 - Tekstslide

 'T KoFSCHiP X
1. Bepaal de stam van het werkwoord
   Kijk naar de laatste letter en 'T KoFSCHiP X 

2. Laatste letter WEL in 'T KoFSCHiP X ? Dan -t

3. Staat de laatste letter er NIET in? Dan -d


Slide 7 - Tekstslide

 'T KoFSCHiP X
De rekening is betaald/betaalt?
Antwoord: betaald
Maak het langer: de betaalde rekening. Langer maken doe je door het woord in de verleden tijd te zetten.

De winst is gedeelt/gedeeld? Antwoord?

Slide 8 - Tekstslide

Een voorbeeld van een splitsbaar werkwoord is
A
opmaken
B
maken
C
openen
D
vermaken

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide


Wat is het voltooid deelwoord van:
a. breken  b. glijden c. kopen

Slide 11 - Open vraag


Wat is het voltooid deelwoord van:
a. verhuizen b. stompen  c.  aarzelen

Slide 12 - Open vraag


Wat is het voltooid deelwoord van deze werkwoorden:
a.wegrotten  b. overschakelen c. inwikkelen

Slide 13 - Open vraag

Log in op LessonUp
Oefenen met spelling: 
  • werkwoord, voltooid deelwoord
  • toepassen schema werkwoordspelling

Slide 14 - Tekstslide

Werkwoorden
Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat er wordt gedaan of gebeurt in een zin.

Hij plakt de fietsband en repareert ook de kettingkas. 
De politie haalde ons in.
Hij heeft zich vergist in de tijd en mist daardoor zijn treinaansluiting.

Slide 15 - Tekstslide

Om welk werkwoord gaat het hier?

Slide 16 - Tekstslide

Noteer de tegenwoordige tijd, verleden tijd en het voltooid deelwoord van zwemmen in de ik-vorm.

Slide 17 - Open vraag

Om welk werkwoord gaat het hier?

Slide 18 - Tekstslide

Noteer de tegenwoordige tijd, verleden tijd en het voltooid deelwoord van huilen in de hij/zij/het-vorm.

Slide 19 - Open vraag

Schema werkwoordspelling

Slide 20 - Tekstslide

Gebruik het schema:
Vanavond komt Chris zeker niet meer.
Wat is de pv in deze zin?

Slide 21 - Woordweb

Gebruik het schema:
Jacky speelt de hele dag in de speeltuin.
Wat is de pv in deze zin?

Slide 22 - Woordweb

persoonsvorm
De pv (persoonsvorm) is het zinsdeel dat je in een andere tijd kan zetten. Het staat (redelijk) vooraan in de zin.

Er loopt een zwarte kat door de tuin.
Er liep een zwarte kat door de tuin

Slide 23 - Tekstslide

Gebruik het schema:
Hij was onverwachts naar Parijs gegaan.
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?

Slide 24 - Woordweb

Gebruik het schema:
Hij heeft het formulier ingevuld.

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Hoe noemen we zo'n werkwoord ook alweer?

Slide 25 - Woordweb

Voltooid deelwoord
=> Voltooid deelwoord herken je aan:
         

Slide 26 - Tekstslide

 'T KoFSCHiP X
1. Bepaal de stam van het werkwoord
   Kijk naar de laatste letter en 'T KoFSCHiP X 

2. Laatste letter WEL in 'T KoFSCHiP X ? Dan -t

3. Staat de laatste letter er NIET in? Dan -d


Slide 27 - Tekstslide

 'T KoFSCHiP X
De rekening is betaald/betaalt?
Antwoord: betaald

Maak het langer: de betaalde rekening. Langer maken doe je door het woord in de verleden tijd te zetten.


Slide 28 - Tekstslide

5.8 Spelling

  • Ga naar 5.8 Spelling
  • Klassikaal opdracht: 6

Slide 29 - Tekstslide

5.8 Spelling

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht Engelse woorden
LEENWOORDEN = WOORDEN UIT EEN ANDERE TAAL

  1. Noem minimaal 6 (meer mag ook) Engelse werkwoorden die jij regelmatig gebruikt.
  2. Schrijf ze op 
  3. Tijd: 4 minuten
  4. Hoe: in duo's of alleen
  5. Klassikaal nabespreken

timer
4:00

Slide 31 - Tekstslide

5.8 Spelling
Spelling van de Engelse werkwoorden
      Bijvoorbeeld: downloaden, faxen, shoppen, appen, lunchen, streamen


Slide 32 - Tekstslide

 'T KoFSCHiP X
1. Bepaal de stam van het werkwoord
   Kijk naar de laatste letter en 'T KoFSCHiP X 

2. Laatste letter WEL in 'T KoFSCHiP X ? Dan -t

3. Staat de laatste letter er NIET in? Dan -d


Slide 33 - Tekstslide

5.8 Spelling
Spelling van de Engelse werkwoorden
     


Slide 34 - Tekstslide

5.8 Spelling
Spelling van de Engelse werkwoorden
 .


Slide 35 - Tekstslide

5.8 Spelling

  • Ga naar 5.8 Spelling
  • Klassikaal opdracht: 7, 8

Slide 36 - Tekstslide

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon ligt in de kluis.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
5:00

Slide 37 - Tekstslide

5.8 Spelling




Programma deze les:
  • Even herhalen: Engelse leenwoorden
  • Woorden met een apostrof
  • Tien dicteewoorden

Slide 38 - Tekstslide

Oefening 

Pak pen en papier of open Word

Maar de volgende oefening (zie volgende slide)

Slide 39 - Tekstslide

Spelling van de Engelse werkwoorden.
Even herhalen
Infinitief                     tt                                 vt                                     vd

downloaden             hij downloadt       hij downloadde         gedownload
faxen
shoppen
appen
shaken
streamen

Slide 40 - Tekstslide

kijk je antwoorden na
Infinitief                     tt                                 vt                                     vd

downloaden             hij downloadt       hij downloadde         gedownload
faxen                            hij faxte                   hij faxte                         gefaxt
shoppen                      hij shopt                 hij shopte                     geshopt
appen                            hij appt                   hij appte                        geappt
shake                             hij shaket               hij shakete                   geshaket
streamen                     hij streamt            hij streamde                gestreamd         

Slide 41 - Tekstslide

5.8 Spelling
Spelling van de Engelse werkwoorden
     


Slide 42 - Tekstslide

 'T KoFSCHiP X
1. Bepaal de stam van het werkwoord
   Kijk naar de laatste letter en 'T KoFSCHiP X 

2. Laatste letter WEL in 'T KoFSCHiP X ? Dan -t

3. Staat de laatste letter er NIET in? Dan -d


Slide 43 - Tekstslide

Apostrof (5.8 Spelling)

Slide 44 - Tekstslide

Schrijf op 
a. taxi
b. tv
c. pony
d. accu
e. serie

Slide 45 - Tekstslide

Antwoord 
a. taxi's
b. tv's
c. pony's
d. accu's
e. series

Slide 46 - Tekstslide

Schrijf op 
a. (Geef aan dat het boek van Hans is.) Het is ___ boek.
b. (Geef aan dat de sjaal van Leonie is.) Het is ___ sjaal.
c. (Geef aan dat de scooter van Bo is.) Het is ___ scooter.


Slide 47 - Tekstslide

Antwoord
a. Het is Hans' boek.
b. Het is Leonies sjaal.
c. Het is Bo's scooter.


Slide 48 - Tekstslide

5.8 Spelling

  • Ga naar 5.8 Spelling
  • Klassikaal opdracht: 10

Slide 49 - Tekstslide

timer
1:00
Wat is de betekenis van ...

Slide 50 - Tekstslide

dicteewoorden oefenen
Schrijf op:

Slide 51 - Open vraag

dicteewoorden oefenen
Schrijf op:

Slide 52 - Open vraag

dicteewoorden oefenen
Schrijf op:

Slide 53 - Open vraag

dicteewoorden oefenen
Schrijf op:

Slide 54 - Open vraag

dicteewoorden oefenen
Schrijf op:

Slide 55 - Open vraag

dicteewoorden oefenen
Schrijf op:

Slide 56 - Open vraag

dicteewoorden oefenen
Schrijf op:

Slide 57 - Open vraag

dicteewoorden oefenen
Schrijf op:

Slide 58 - Open vraag

dicteewoorden oefenen
Schrijf op:

Slide 59 - Open vraag

dicteewoorden oefenen
Schrijf op:

Slide 60 - Open vraag

dicteewoorden oefenen
Schrijf op:

Slide 61 - Open vraag

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon ligt in de kluis.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
7:00

Slide 62 - Tekstslide

Toets 5.8 Spelling
Leerstof 5.8




+ herhaling Spelling 4.8. 
Je krijgt ook werkwoorden op de juiste manier vervoegen in een zin: pv-tt, pv vt, vd etc.

Slide 63 - Tekstslide

Schema werkwoordspelling

Slide 64 - Tekstslide

Ik ben naar huis gefietst.
Ik heb het afval weggegooid.
Ik word morgen opgehaald.

Slide 65 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
=> Voltooid deelwoord herken je aan:
         

Slide 66 - Tekstslide

5.8 Spelling
Spelling van de Engelse werkwoorden
      Bijvoorbeeld: downloaden, faxen, shoppen, appen, lunchen, streamen


Slide 67 - Tekstslide

5.8 Spelling
Spelling van de Engelse werkwoorden
     


Slide 68 - Tekstslide

Apostrof (5.8 Spelling)

Slide 69 - Tekstslide

Slide 70 - Tekstslide

Slide 71 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Klassikaal oefentoets maken Spelling 5.8
Daarna zelfstandig oefenen voor de toets

Slide 72 - Tekstslide

Zelfstandig oefenen voor 5.8 Spelling
  1. Wat?: kies uit: test jezelf, evt versterk jezelf of oefen de dicteewoorden (opdracht 11), alle opgaven 5.8 mk 
  2. Hoe?: zelfstandig, rustige werktoon
  3. Tijd: 10 minuten
  4. Klaar?: neem de lesstof van 5.8  goed door
  5. Kort nabespreken

timer
10:00

Slide 73 - Tekstslide

 'T KoFSCHiP X
1. Bepaal de stam van het werkwoord
   Kijk naar de laatste letter en 'T KoFSCHiP X 

2. Laatste letter WEL in 'T KoFSCHiP X ? Dan -t

3. Staat de laatste letter er NIET in? Dan -d


Slide 74 - Tekstslide

Spelling van de Engelse werkwoorden.
Even herhalen
Infinitief                     tt                                 vt                                     vd

downloaden             hij downloadt       hij downloadde         gedownload
faxen
shoppen
appen
shaken
streamen

Slide 75 - Tekstslide

kijk je antwoorden na
Infinitief                     tt                                 vt                                     vd

downloaden             hij downloadt       hij downloadde         gedownload
faxen                            hij faxte                   hij faxte                         gefaxt
shoppen                      hij shopt                 hij shopte                     geshopt
appen                            hij appt                   hij appte                        geappt
shake                             hij shaket               hij shakete                   geshaket
streamen                     hij streamt            hij streamde                gestreamd         

Slide 76 - Tekstslide

 'T KoFSCHiP X
1. Bepaal de stam van het werkwoord
   Kijk naar de laatste letter en 'T KoFSCHiP X 

2. Laatste letter WEL in 'T KoFSCHiP X ? Dan -t

3. Staat de laatste letter er NIET in? Dan -d


Slide 77 - Tekstslide

Slide 78 - Tekstslide