Spelling: meervoud op -s

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  • Lesdoelen
  • Weektaak
  • Startoefening
  • Theorie
  • Werken aan de weektaak 
  • Volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Aan het einde van de les kan ik woorden die in het meervoud eindigen op -s correct spellen.

Lesdoel
Aan het einde van de les kan ik zelfstandige naamwoorden die in het meervoud eindigen op een
-s, op de juiste manier spellen. 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Aan het einde van de les kan ik woorden die in het meervoud eindigen op -s correct spellen.

Weektaak
Maak opdr. 1 t/m 4 en kijk na (blz. 124-125)
Maak opdr. 1 t/m 4 en kijk na (blz. 126-127)

Slide 4 - Tekstslide

Groep 1
Groep 2
Horloge
Accu
Pasta
Menu
Tafel
Bakje
Bezem
Pizzeria
Appel
Kiwi

Slide 5 - Sleepvraag

Woorden in het meervoud die eindigen op -s
Woorden in het meervoud kunnen eindigen op een –s.
Bezem --> bezems, café --> cafés.

Je schrijft woorden met ‘s (apostrof +s) achter het woord: Als het woord eindigt op: a, i, o, u of y.
Voorbeelden: pyjama’s, kiwi’s, auto’s, sudoku’s, lolly’s.

Bij afkortingen als: pc’s, havo’s, WK’s.
Let op: Bij woorden die eindigen op 2 of 3 klinkers die samen 1 klank vormen, schrijf je de –s aan elkaar vast.
Cowboy cowboys (want: cow-boy)
Dus niet: cavias (want: ca-vi-a)



Zelfstandige naamwoorden in het meervoud kunnen eindigen op een –s.
Deze schrijf je met een vast s of 's.

Meervoud met vaste S
Voorbeeld: Bezem / bezems, café / cafés, decoratie / decoraties, race / races

Let op: Bij woorden die eindigen op 2 of 3 klinkers die samen 1 klank vormen, schrijf je de –s aan elkaar vast.
Cowboy / cowboys (want: cow-boy)
Dus niet: cavias (want: ca-vi-a)
Woorden in het meervoud die eindigen op -s

Slide 6 - Tekstslide

Woorden in het meervoud die eindigen op -s

Meervoud met 'S
  • Als het woord eindigt op: a, i, o, u of y.                                                                                                Voorbeeld: pyjama’s, kiwi’s, auto’s, sudoku’s, lolly’s.

  • Bij afkortingen als:                                                                                                                                      Voorbeeld: pc’s, havo’s, WK’s.

Let op: Bij woorden die eindigen op 2 of 3 klinkers die samen 1 klank vormen, schrijf je een vaste  –s . Voorbeeld: Cowboy / cowboys (cow-boy), cadeau / cadeaus (ca-deau)
Dus niet: cavias (want: ca-vi-a)



Meervoud met 'S
  • Als het woord eindigt op: a, i, o, u of y.                                                                  Voorbeeld: pyjama’s, kiwi’s, auto’s, sudoku’s, lolly’s.

  • Bij afkortingen: Voorbeeld: pc’s, havo’s, WK’s.

Let op: Bij woorden die eindigen op 2 of 3 klinkers die samen 1 klank vormen, schrijf je een vaste –s . 
Voorbeeld: Cowboy / cowboys (cow-boy), cadeau / cadeaus (ca-deau)
Dus niet: cavias (want: ca-vi-a)
Woorden in het meervoud die eindigen op -s

Slide 7 - Tekstslide

Noteer het meervoud van het woord:
cadeau
Noteer het meervoud van het volgende woord: cadeau

Slide 8 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord:
dahlia
Noteer het meervoud van het volgende woord: dahlia

Slide 9 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord:
dominee
Noteer het meervoud van het volgende woord: dahlia

Slide 10 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord:
rally
Noteer het meervoud van het volgende woord:    rally

Slide 11 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord:
EK
Noteer het meervoud van het volgende woord:       EK

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag
Maken: online: opdracht 1, 2, 3 en 4
In je boek: opdracht 1, 2, 3, en 4

Leren: LessonUp

Werken aan de weektaak tot:
HV1E: 9.05
HV1C: 12.05
Maak opdr. 1 t/m 4 en kijk na (blz. 124-125)

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Aan het einde van de les kan ik woorden die in het meervoud eindigen op -s correct spellen.

Lesdoel behaald?
Aan het einde van de les kan ik zelfstandige naamwoorden die in het meervoud eindigen op een
-s, op de juiste manier spellen. 

Slide 14 - Tekstslide

Volgende les
HV1E:
Maandag 2e uur:  voltooid en onvoltooid deelwoord
Maandag 6e uur:  leesles
Woensdag:  bijvoeglijk naamwoord

HV1C:
Vrijdag:  voltooid en onvoltooid deelwoord
Maandag:  leesles
Woensdag:  bijvoeglijk naamwoord
Volgende les

Slide 15 - Tekstslide